direct naar inhoud van Artikel 17 Woongebied
Plan: Oude-Tonge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLOudeTonge10-BP40

Artikel 17 Woongebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. verblijfsgebied, niet zijnde wijkontsluitingswege en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, toegangswegen- en paden, parkeervoorzieningen op eigen terrein.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal woningen mag maximaal 100 bedragen;
  • b. woningen worden vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd, gestapeld of als nultrede woning gebouwd;
  • c. de afstand van de voorgevel tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 3 en maximaal 6 m bij grondgebonden woningen;
  • d. de afstand van de voorgevel tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m bij gestapelde woningen;
  • e. de afstand van de achtergevel tot aan de achtererfgrens bedraagt minimaal 6 m bij grondgebonden woningen;
  • f. de afstand van een vrijstaande woning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2 m;
  • g. de goothoogte van grondgebonden woningen bedraagt ten hoogste 6,5 m;
  • h. de goothoogte van gestapelde woningen bedraagt ten hoogste 10 m;
  • i. de voor-, achter- en zijgevels van de hoofdgebouwen zoals deze bij realisatie van de hoofdbebouwing ontstaan worden aangemerkt als bouwgrenzen waarbinnen het hoofdgebouw gerealiseerd moet worden.
  • j. de goothoogte van hoofdgebouwen en gestapelde woningen, mogen worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt;
    • 3. de zijkanten van de dakkapel liggen op minimaal 0,5 meter van de zijkanten van het dakvlak.

17.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m²;
  • b. bij gestapelde woningen is één gezamenlijk bijgebouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 15% van het betreffende bouwperceel;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en voorts in of op een afstand van ten minste 1 m van perceelsgrenzen te worden gebouwd;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,40 m;
  • e. de goot- bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3,25 m respectievelijk 5,5 m

17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing (waaronder gestapelde bouw), groen- en speelvoorzieningen en erftoegangswegen indien dit noodzakelijk is:

  • a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  • b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid;
  • d. ter voorkoming dat bebouwing de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en inrichtingen, woningen en bouwwerken onevenredig aantast.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 40 m².

17.5 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.2 sub a voor het vergroten van het toegestane oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:

  • a. het totale bebouwingspercentage ten hoogste 60% van het bouwperceel tot een maximum van 75 m2 bedraagt;
  • b. de bebouwing qua volume en oppervlakte ondergeschikt dient te zijn aan het hoofdgebouw op het perceel.