Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Voscuyl en Bloemenbuurt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0579.BPVoscuyl-VA01

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

2.2.1 Provincie
In juli 2010 zijn de Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda Structuurvisie 2010-2020 door de Provinciale Staten van Provincie Zuid-Holland vastgesteld. Samen vormen deze drie documenten 'De Visie op Zuid-Holland' en vervangen onder meer de vier streekplannen. De structuurvisie is een integrale ruimtelijke visie op 2020, met een doorkijk naar 2040. In de verordening geeft de provincie regels voor de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen. De uitvoeringsagenda werkt de uitvoeringsstrategie uit de structuurvisie verder uit in ruimtelijke programma’s en projecten en geeft een beeld van de financiering.
 
Structuurvisie (2010)
Provinciale doelstellingen zijn haalbaar als instrumenten, programma’s en projecten op elkaar worden afgestemd. De provincie wil daarbij in toenemende mate sturen op hoofdlijnen, een aanpak die aansluit bij de stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet’. Dit betekent dat de provincie alleen vraagstukken oppakt waar provinciaal belang aan de orde is.
 
De provincie noemt in de structuurvisie vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven. Zij geeft voorrang aan programma’s of projecten die een bijdrage leveren aan deze opgaven. Die opgaven zijn:
  1. Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  2. Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  3. Divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  4. Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  5. Stad en land verbonden.
Voor het plangebied zijn met name opgaven 1, 3 en 5 van toepassing. 
 
Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
Zuid-Holland wil in 2020 de woon-, werk- en leefomgeving voor haar inwoners hebben versterkt. Zij streeft naar een aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel. Versterken van de economische positie staat centraal. 
 
Divers en samenhangend stedelijk netwerk
De provincie wil, in verband met agglomeratievoordelen voor bedrijven, voorzieningen en detailhandel, verstedelijking concentreren in en rond de steden in het stedelijk netwerk. Het schept mogelijkheden tot ketenvorming, efficiënte benutting van infrastructuur en ontwikkeling van efficiënte duurzame energiesystemen.
 
Stad en land verbonden
Provincie Zuid-Holland waardeert de groene ruimte in en om de stad. Het is belangrijk de samenhang tussen stad en land en de kwaliteit van de groene ruimte bij de stad aanzienlijk en duurzaam te versterken. De huidige verstedelijkingsopgave is gericht op intensivering en herstructurering, daarbij speelt de kwaliteit van de groene ruimte een steeds belangrijkere rol.
 
Naast het bieden van ruimte aan en het ordenen van functies richt de visie zich nadrukkelijk ook op de ruimtelijke kwaliteiten. Dit komt tot uitdrukking in de provinciale belangen. Deze hebben zowel betrekking op functionele als kwalitatieve aspecten. Deze aspecten worden in beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de kwaliteitskaart staan daarnaast zowel de bestaande als gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. Binnen het plangebied treden geen veranderingen op.
 
Uitsnede functiekaart (bron: Provincie Zuid-Holland)
 
Uitsnede kwaliteitskaart (bron: Provincie Zuid-Holland)
 
Verordening Ruimte (2010)
Om het provinciaal ruimtelijk beleid uit te voeren, heeft de provincie verschillende instrumenten, waar een verordening er één is. Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Verordening Ruimte vastgesteld. De Verordening Ruimte Zuid-Holland draagt bij aan het realiseren van de provinciale ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor de gemeente bij het opstellen van hun bestemmingsplannen.
 
Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor opname in een verordening. In het algemeen lenen vooral onderwerpen met heldere criteria, weinig gemeentelijke beleidsvrijheid en een zwaarwegend provinciaal belang zich hiervoor. De provincie heeft in de Verordening Ruimte daarom regels opgenomen over bebouwingscontouren, agrarische bedrijven, kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel, waterkeringen, milieuzoneringen, lucht- en helihavens, molenbiotopen en landgoedbiotopen.
 
Daarnaast is het ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening ('AMvB Ruimte') van het Rijk van belang. Hierin zijn regels opgenomen waaraan provinciale verordeningen moeten voldoen. Enkele onderwerpen in de verordening van de provincie Zuid-Holland vloeien rechtstreeks voort uit de AMvB Ruimte, zoals regels over de Ecologische Hoofdstructuur en de Nationale Landschappen.
 
Om het stedelijk netwerk te versterken hanteert de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Daarnaast kan de open ruimte buiten de stedelijke gebieden worden behouden voor landbouw, natuur en recreatie. Om dit bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland omgeven door bebouwingscontouren (zie de afbeelding hierna). Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en de kernen, rekening houdend met de al vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd. De locatie ligt binnen de bebouwingscontour.
 
Verstedelijking buiten de bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan. Voor de gebieden buiten de contour geldt voor bebouwing een nee, tenzij beleid. Nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies
is niet mogelijk. Het gehele plangebied ligt binnen de bebouwingscontour.
 
Bebouwingscontour (bron: provincie Zuid-Holland)
 
Ruimtelijke ordening is dynamisch. De verordening en de structuurvisie zijn dan ook geen statische documenten, maar worden jaarlijks geactualiseerd.
2.2.2 Regionaal
Waterbeheerplan 2010-2015
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen
Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.
Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: www.rijnland.net.
 
Keur en Beleidsregels 2009
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die per 27 mei 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De “Keur en Beleidsregels” maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
  • Waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden),
  • Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken),
  • Andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen).
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.
De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website: www.rijnland.net.