direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Dorpsstraat en Elsgeesterpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0579.BPDorpsstrElsgeest-VA01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, zoals omschreven in artikel 1.11 en zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende "Staat van bedrijfsactiviteiten" onder de categorie 1, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals bouwwerken, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, voet- en fietspaden.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%) is ten hoogte het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m) is ten hoogste de aangegeven goothoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte toegestaan.
5.2.2 Overige bouwwerken

De bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet groter zijn dan 3 m met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet groter zijn dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties mag niet groter zijn dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet groter zijn dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet groter zijn dan 6 m.
5.3 Nadere eisen
5.3.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan, na afweging van de in het geding zijnde belangen, nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de situering, afmeting en hoogte van bouwwerken;
  • b. de situering van en het aantal parkeerplaatsen;
  • c. de situering van in- en uitritten en andere wegen en paden;
  • d. de overige inrichting van het perceel.
5.3.2 Toepassing

De bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen wordt toegepast:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • d. ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van verkeersveiligheid, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen, bochten en in- en uitritten niet gewenst is;
  • e. ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding niet gewenst is, waarbij rekening dient te worden gehouden met het waarborgen, in stand houden c.q. tot stand brengen van een brandveilige situatie en goede bereikbaarheid;
  • f. ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die vanuit een oogpunt van milieu niet gewenst is;
  • g. ter waarborging van de sociale veiligheid.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 :

  • a. om bedrijven toe te laten in een categorie hoger dan de in lid 5.1 genoemde categorie, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorie zoals in lid 5.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorie zoals in lid 5.1 genoemd.