direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Gravendam 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201300025-0005

4.7 Externe veiligheid

Beleid- en normstelling

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan door het transport, de opslag van of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes (weg, water, rail en buisleiding) in relatie tot de (bebouwde) omgeving. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing.

Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (c-rnvgs) en het beleid met betrekking tot buisleiding is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). In 2013 treedt ook het Besluit Transport Externe Veiligheid in werking (Btev inclusief basisnetten).

Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico (PR)

Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergegeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6/jaar PR-contour (die als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden.

Groepsrisico (GR)

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers met een bepaalde omvang valt. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitsafstand (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.

Aanvullend kan bij buisleidingen nog een extra toetsing plaatsvinden, namelijk aan de hand van de 100% letaliteitsafstand.

Onderzoek

Inrichtingen

Het plangebied ligt niet binnen een 10-6/jaar PR-contour en/of het invloedsgebied (1%-letaal) van risicovolle inrichtingen.

De vestiging van Bevi-inrichting op het bedrijventerrein is in de planregels uitgesloten. Middels een afwijking van de planregels is vestiging van Bevi-inrichtingen mogelijk indien de PR-contour binnen de inrichtingsgrenzen van het bedrijf ligt. Daarnaast dient voor vestiging aangetoond te worden dat het GR de oriënterende waarde niet overschrijdt en geen belemmering vormt voor vestiging van andere bedrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0576.BP201300025-0005_0022.png"

Risicobronnen in de omgeving van het plangebied (www.risicokaart.nl)

Buisleidingen

Het plangebied ligt binnen effectafstand (1% letaal 80 m) en 200 m-toetsingszone ruimtelijke maatregelen van een buisleiding. De buisleiding heeft geen 10-6/jaar PR-contour, waardoor er geen beperkingen zijn ten opzicht van het realiseren van nieuwe objecten. Aangezien het plangebied binnen de effectafstand van een buisleiding ligt, is er wel een groepsrisicoverantwoording nodig voor nieuwe ontwikkelingen.

Het bestemmingsplan maakt middels een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid de vestiging van perifere detailhandel mogelijk. Door middel van een omgevingsvergunning is het mogelijk af te wijken van het bestemmingsplan en het verblijf van grote aantallen personen binnen het plangebied mogelijk te maken. Voordat er toepassing gegeven wordt aan de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, dient er een uitspraak gedaan te worden over het GR.

Door middel van het rekenprogramma CAROLA is het groepsrisico van de aardgastransportleiding W-535-12 voor de huidige situatie en de situatie na uitvoering van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid bepaald. Hieruit blijkt dat de maximale overschrijdingsfactor van deze leiding wordt gevonden bij 10 slachtoffers en een frequentie van 2.49E-007. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 2.489E-003 en correspondeert met die kilometer leiding ter hoogte van bedrijventerrein.

Het groepsrisico dat voor de huidige inrichting van het plangebied is berekend is uiterst laag, 0,0025 x de oriënterende waarde. Uitbreiding van bestaande bedrijven of vestiging van nieuwe bedrijven binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan ter plaatse van het invloedsgebied van de hogedrukaardgastransportleiding beidt zal niet tot noemenswaardige stijging van het groepsrisico leiden. De aanwezigheid van de leiding vormt dan ook geen belemmering voor de vaststelling van voorliggende bestemmingsplan en voor de uitvoering van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid.


Weg

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied en 200 m-toetsingszone ruimtelijke maatregelen van enkele wegen (de N443 en de N206). De wegen hebben geen 10-6/jaar PR-contour. Er zijn geen beperkingen ten opzicht van het toestaan van nieuwe objecten. Aangezien het plangebied binnen het invloedsgebied van deze wegen ligt is er een groepsrisicoverantwoording nodig voor nieuwe ontwikkelingen. Het bestemmingsplan maakt middels een afwijkingsbevoegdheid de vestiging van perifere detailhandel mogelijk. Met de afwijkingsbevoegdheid is het mogelijk het verblijf van grote aantallen personen binnen het plangebied mogelijk te maken. Voordat er toepassing gegeven kan worden aan de afwijkingsbevoegdheid dient er een uitspraak gedaan te worden over het groepsrisico.

In maart 2013 heeft Oranjewoud onderzoek gedaan naar het groepsrisico rond de provinciale wegen die door de gemeente Noordwijkerhout lopen (Bijlage 3). Uit het onderzoek blijkt dat het groepsrisico voor alle provinciale wegen onder de 0,1 keer de oriënterende waarde blijft. Omdat er in dit bestemmingsplan geen sprake is van toename van het groepsrisico (het bestemmingsplan staat geen hogere personendichtheid tot dan het huidige) is een verdere verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk.


Water

In de omgeving van het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over water.

Spoor

Over het spoor Haarlem-Leiden worden geen gevaarlijke stoffen getransporteerd.


Veiligheidsregio

Het bestuur van de veiligheidsregio is in de gelegenheid gesteld om in verband met het GR advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied. De veiligheidsregio heeft aangegeven dat een nader advies niet noodzakelijk is (zie Bijlage 4).


Conclusie

In het plangebied liggen geen PR-contouren. Het plangebied ligt wel binnen het invloedsgebied van een buisleiding en de N443. De verwachting is dat het GR ruim onder de oriënterende waarde ligt. De externe veiligheid, wet- en regelgeving vormen dan ook geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.