De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. groenvoorzieningen, eventueel met recreatief medegebruik zoals speelplaats of speelveld;
b. bermen en beplanting;
c. voet- en fietspaden;
d. nutsvoorzieningen;
e. waterpartijen, watergangen en kunstwerken;
met daaraan ondergeschikt:
f. verharding, waarbij geen parkeervoorzieningen zijn toegestaan;
met daarbijbehorende:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Op de als Groen bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten dienste van de in artikel 4.1 genoemde doeleinden worden gebouwd met in achtneming van het gestelde in artikel 14.3.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Burgemeester en wethouders is bevoegd ontheffing te verlenen van:
a. het bepaalde in artikel 4.2 ten behoeve van de bouw van voorzieningen voor het gescheiden afvoeren van afval;
b. het bepaalde in artikel 4.2. ten behoeve van een rustpunt voor buspersoneel.
4.3.2 De in lid 4.3.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de verkeerssituatie;
d. de sociale veiligheid;
e. de parkeerbalans;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.