12.2 Bouwregels
12.2.1 Op en in de voor Waterstaat-Waterkering bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde functie.
12.2.2 Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 12.2.1 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse op de verbeelding aangewezen andere bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterkering. Burgemeester en wethouders winnen alvorens vrijstelling te verlenen advies in bij de waterkeringbeheerder.
12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.3.1 Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
-
b. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd.
-
c. het wijzigen van watergangen en het uitvoeren van afgravings- en ontgrondingswerkzaamheden anders dan normaal spitwerk, dieper dan 30 cm;
-
d. het ophogen van gronden.
12.3.2 De onder lid 12.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, die:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. het rooien of vellen van bestaand houtgewas betreffen in het kader van normale verzorging en onderhoud;
-
c. werken of werkzaamheden betreffen van ondergeschikte betekenis;
-
d. werken of werkzaamheden betreffen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik.
12.3.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 12.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende waterkering. Burgemeester en wethouders winnen alvorens een aanlegvergunning te verlenen advies in bij de waterkeringbeheerder.