direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Zeeburg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.201000006-0004

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, als mede;
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een bedrijf met uitsluitend opslag van goederen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - orthopedie': een orthopedie praktijk;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, terreinen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
4.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken maximaal 3 m bedraagt;
  • b. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogte 50% van het oppervlak van de bij het bedrijf behorende bestemming bedragen, met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 25 m² van het achtererf onoverdekt dient te blijven;
  • c. bijbehorende bouwwerken achter de voorgevelrooilijn worden gerealiseerd;
  • d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 14.2.3.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Verboden gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken voor bedrijfsactiviteiten anders dan in de doeleindenomschrijving is aangegeven;
  • b. het gebruik van het voorterrein voor buitenopslag. Als voorterrein worden in aanmerking genomen de gronden gelegen tussen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak en de bestemmingsgrens van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied';
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • d. standplaats voor onderkomens, uitgezonderd kampeerwagens en tenten indien gelijktijdig niet meer dan één kampeerwagen of tent per bouwperceel wordt geplaatst en deze niet voor bewoning wordt gebruikt.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.1 om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals genoemd in lid 4.1.