Plan: | Landgoed Offem en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPOffemlandg-OH01 |
Gemeenten moeten in hun bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten rekening houden met de veiligheidsnormen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het besluit regelt hoe een gemeente moet omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. Daartoe legt het besluit het plaatsgebonden risico vast en geeft het besluit een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico, afgekort PR, geeft de kans aan dat iemand die zich een jaar lang continu op een plek bevindt, overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Bij een PR van 10-6 is deze kans 1 op 1.000.000. Het groepsrisico, afgekort GR, is de kans dat een groep personen door een ongeval bij een risicovolle activiteit overlijdt.
Op grond van beide risico's kan een gemeente veiligheidsafstanden rond bedrijven met gevaarlijke stoffen bepalen. Wanneer bedrijven te dicht bij bijvoorbeeld woningen staan, zijn maatregelen nodig om toch aan de veiligheidsafstanden te voldoen. Zo kan bijvoorbeeld in het uiterste geval het bedrijf worden verplaatst of de woningen worden afgebroken.
Omgevingsvisie Externe Veiligheid Holland Rijnland
Om inhoud te geven aan het externe veiligheidsbeleid, en om keuzes te maken over de uitvoering ervan is de nota Omgevingsvisie Externe Veiligheid Holland Rijnland opgesteld. Hierin wordt het externe veiligheidsbeleid in de regio Holland Rijnland voor de komende jaren vastgelegd. Deze nota is namens de regio Holland Rijnland opgesteld door de Milieudienst West-Holland, in samenwerking met de gemeenten van Holland Rijnland en de Regionale Brandweer Hollands Midden.
Externe veiligheidsbeleid is voor een belangrijk deel ruimtelijk beleid. Deze nota schetst een aantal ruimtelijke beleidsuitgangspunten op het gebied van externe veiligheid: gebiedsgerichte normstelling, clustering van risicovolle bedrijven, het vaststellen van een routering gevaarlijke stoffen en het niet meer toelaten van LPG-tankstations in de bebouwde kom.
Deze beleidsuitgangspunten zullen door de gemeenten en door de regio, bijvoorbeeld in het Regionaal Structuur Plan, moeten worden uitgewerkt. Ook voor de uitvoering van het milieubeleid van de gemeente heeft deze nota gevolgen. Dat geldt met name voor het stimuleren van de risico veroorzakende bedrijven om maatregelen te treffen de risico's te beperken. Ook zal in de vergunningverlening en de handhaving aandacht aan de externe veiligheid besteed moeten worden.
Afbeelding - Risicokaart (globale plangrens in blauw weergegeven, bron: provincie Zuid-Holland)
Inrichtingen
Uit de risicokaart blijkt dat zich geen gevaarlijke inrichtingen binnen het plangebied bevinden. Wel bevindt zich een kwetsbaar object in het plangebied, namelijk het clubgebouw bij de sportvelden.
Aan de Schiestraat 9, direct ten noorden van het plangebied, is een tankstation met LPG afleverinstallatie aanwezig van Texaco. Het tankstation heeft een doorzet van minder dan 500 m³ LPG per jaar en de inhoud van het ondergronds reservoir bedraagt 20 m³. Het vulpunt van het reservoir ligt aan de Gooweg met een aparte opstelplaats voor de tankwagen. Het tankstation is een categoriale inrichting. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is daarop van toepassing. Het tankstation bezit een plaatsgebonden risicocontour en een groepsrisicocontour. De PR 10-6 contouren liggen echter nog aan de overzijde van de Nieuwe Offemweg en daarmee buiten het plangebied.
De groepsrisicocontour van het tankstation strekt zich uit over het plangebied (invloedsgebied met een straal van 150 m). In het kader van de herziening van het bestemmingsplan ‘Boechorst’ is het groepsrisico beoordeeld met behulp van het Stappenplan groepsrisicoberekening LPG-tankstations (versie 6 juni 2008) van het RIVM. Er zijn twee scenario’s beoordeeld, te weten een maximale doorzet van 500 m³ en een maximale doorzet van 1.000 m³ LPG per jaar. Bij de laatste is rekening gehouden met een groei van de doorzet.
Uit de berekening blijkt dat de oriëntatiewaarden voor het groepsrisico niet worden overschreden en derhalve geen risicoberekening behoeft te worden uitgevoerd. Gelet op deze uitkomst wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht. De berekeningen zijn als bijlage bijgevoegd.
Buisleidingen
In het plangebied komt geen transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen voor. Ten oosten van het plangebied loopt echter een leiding over beukterrein richting de duinen (noordelijke richting). Het plangebied valt binnen het invloedsgebied (480 m) vanaf de leiding ten aanzien van het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Volgens de gegevens van de Gasunie en de gegevens op de risicokaart bevindt zich rond deze buisleiding nabij het plangebied geen PR=10-6-contour. De norm voor het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Verantwoording groepsrisico
De omvang van het invloedsgebied van een buisleiding wordt bepaald door de afstand tot de 1% letaliteitsgrens die per hoge druk aardgasleiding moet worden berekend. Uit de gegevens van de risicokaart en de Gasunie blijkt dat de 1% letaliteitcontour van hoge druk aardgasleiding A-560 is gelegen op 430 meter afstand van de hoge druk aardgasleiding. Binnen deze 430 meter zone liggen binnen het plangebied agrarische gronden en een groot gedeelte van de sportvelden en het clubgebouw van voetbalvereniging SJC. Het betreffende bestemmingsplan is conserverend van aard waardoor het aantal personen in het plangebied binnen het invloedsgebied gelijk blijft.
Het groepsrisico bij hoge druk aardgasleidingen wordt vrijwel volledig bepaald door de aanwezige personen binnen de 100% letaliteitcontour. De bevolking tussen de 1% en 100% letaliteitcontour draagt niet significant bij aan de hoogte van het groepsrisico. De 100% letaliteitcontour van hoge druk aardgasleiding A-560 is gelegen op 180 meter afstand van de hoge druk aardgasleiding. De dichtstbijzijnde afstand tussen het plangebied en de hoge druk aardgasleiding bedraagt 260 meter. Het plangebied is ruim buiten deze 100% letaliteitcontour gelegen (zie onderstaande figuur).
Afbeelding - Invloedsgebied groepsrisico buisleiding
Omdat het plangebied buiten de 100% letaliteitcontour is gelegen zal de bevolking in het plangebied niet significant bijdragen aan de hoogte van het groepsrisico. Verder leidt het bestemmingsplan vanwege het conserverende karakter niet tot een toename van de personendichtheid binnen het invloedsgebied en daarmee ook niet tot een toename van het groepsrisico. Een berekening van het groepsrisico (berekening met het softwareprogramma CAROLA) is daarom vanuit rekenkundig oogpunt niet zinvol1. Uit de toelichting van het Bevb valt op te maken dat een berekening van het groepsrisico voor dergelijke situaties niet vereist is op grond van het Bevb. Op grond van het Bevb kan volstaan worden met een beperkte verantwoording van het groepsrisico waarbij aandacht wordt besteed aan de aspecten rampbestrijding en zelfredzaamheid. In het plangebied zijn binnen het invloedsgebied (1% letaliteit) alleen personen aanwezig op de voetbalvelden en het clubgebouw van voetbalvereniging SJC. De aanwezige personen op deze locatie zijn zelfredzaam en kunnen in geval van een calamiteit bij de hoge druk aardgasleiding zelf vluchten naar veilig gebied.
Bereikbaarheid
Een aandachtspunt qua bereikbaarheid is het Hofvennepark. Deze wijk heeft maar één ontsluiting namelijk op de Hogeweg. Er is geen mogelijkheidom een tweezijdige ontsluiting te realiseren, het betreft een bestaande situatie.
Bluswatervoorziening
Zowel bij voetbalvereniging SJC als op landgoed Offem is geen primaire bluswatervoorziening aanwezig. Het advies van de Veiligheidsregio Holland Midden is om primaire bluswatervoorzieningen in de vorm van geboorde putten op deze locaties te realiseren. Het bestemmingsplan staat de realisatie van deze voorziening niet in de weg.
Transportroutes
De N206 aan de oostzijde van het plangebied is een transportroute voor gevaarlijke stoffen. De PR 10-6 contour bedraagt volgens de risicokaart echter 0 meter. De grootst genoemde afstand is de PR 10-8 contour (kans op overlijden 1 op 100 miljoen, wanneer een persoon zich een jaar lang continu op eenzelfde plek bevindt) en bedraagt 102 meter. De N206 ligt echter op een afstand van 125 m van het clubgebouw bij de sportvelden. Binnen de PR 10-8 contour worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Op 20 juli 2012 is de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs) deels herzien. Hierin is opgenomen dat in sommige gevallen de berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico achterwege kan blijven. Om dit te beoordelen zijn in de conceptversie van het HART (Handleiding Risicoanalyse Transport, waar de circulaire naar verwijst) zogenaamde vuistregels opgenomen. Op basis van deze vuistregels kan een goede indicatie worden verkregen of bij een bepaalde vervoersstroom het plaatsgebonden risico kleiner is dan 10-6 per jaar. Ook kan met behulp van de vuistregels een goede indicatie worden verkregen of het groepsrisico onder de 0,1 keer de oriëntatiewaarde blijft. De vuistregels die van toepassing zijn voor de situatie in Noordwijk zijn:
Aangezien er slechts 190 transporten per jaar plaatsvinden over de N206, is op basis van de vuistregels in HART geconcludeerd dat een aanvullende berekening niet nodig is. Het aantal transporten, de afstand van de weg tot het plangebied en de bevolkingsdichtheid is hiervoor te laag. Tevens blijkt hieruit dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Gelet op deze uitkomst wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht.
1 Ter hoogte van het plangebied ligt het GR ruim onder de oriëntatiewaarde: Risicoberekening door ODWH, dd 8 februari 2011, kenmerk 2011001599 tbv Indoorspeelplaats Van Berckelweg 32 te Noordwijk en saneringsonderzoek van de Gasunie van 2012 (zie brief Gasunie aan gemeente Noordwijk, 4 juli 2012, kenmerk OLT.W 12.4214).