direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Duinrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02

4.4 Gemeentelijk beleid

Toekomstvisie 2025 (vastgesteld 2004)

De gemeente heeft een toekomstvisie welke dient als referentiekader voor het nemen van strategische beslissingen. Gekozen wordt voor kwaliteit. Noordwijk wil een aantrekkelijke verblijfplaats zijn voor zowel bewoners als voor bezoekers. Qua uitstraling en beleving dient Noordwijk zich te onderscheiden van andere plaatsen aan de Noordzeekust: ingetogen, stijlvol en charmant. De toekomstvisie is geen op zichzelf staand document, maar zal nader worden uitgewerkt in een aantal gebiedsgerichte en thematische programma's voor de middellange termijn. De kern van de visie, de keuze voor kwalitatieve groei, is echter onveranderlijk. De invulling van het moeilijk te definiëren begrip kwaliteit biedt ruimte.

Visie Verblijfsrecreatie (2007)

Vooruitlopend op dit bestemmingsplan is specifiek voor dit gebied een Visie Verblijfsrecreatie opgesteld. De uitgangspunten uit deze visie zijn verwerkt in het bestemmingsplan.

In mei 2007 is in de gemeenteraad van Noordwijk de Visie Verblijfsrecreatie vastgesteld met vier beleidsuitgangspunten:

  • kwalitatief en hoogwaardige marktconforme verblijfsrecreatie met brede samenstelling stimuleren ter versterking van het imago van Noordwijk;
  • de bijdrage aan de lokale economie te behouden en zo mogelijk te vergroten;
  • brandveiligheid voor verblijfsrecreanten te waarborgen;
  • de inpassing in het landschap te waarborgen en het groene karakter te versterken.

Een belangrijk instrument om de gewenste ontwikkeling in het gebied van de Duinrand te reguleren is actualisatie van het vigerende bestemmingsplan Duinrand dat dateert uit 1965. In het bestemmingsplan worden de beleidsuitgangspunten uit de Visie Verblijfsrecreatie vertaald in een bestemmingsplan om het juridisch-planologisch kader te vormen. Het landschapsplan is een onderdeel van het bestemmingsplan en geeft het streefbeeld weer van de ruimtelijke structuur en de landschappelijke inrichting. Ook de ruimtelijk relevante aspecten van de wet op de openluchtrecreatie (vervallen per 1 januari 2008), zoals het aantal standplaatsen, worden in het bestemmingsplan opgenomen.

Sociaal Economische Visie iedereen baat bij de badplaats (2007)

Geheel in de geest van de Toekomstvisie, wordt in de Sociaal Economische Visie iedereen baat bij de badplaats, de ambitie geformuleerd om Noordwijk aan Zee in 2015 een stijlvolle badplaats te laten zijn; een plaats die zijn historische ontwikkeling weer zichtbaar heeft opgepakt. Noordwijk aan Zee is stijlvol, charmant, ingetogen, prachtig ingericht, veilig en verzorgd.

Noordwijk aan Zee in staccato:

  • de Noordwijkers hebben baat bij de badplaats omdat het een positieve uitwerking heeft op de woon- en leefomgeving;
  • Noordwijk aan Zee is een vierseizoenenbadplaats. Bewoners en bezoekers kunnen er het hele jaar terecht om te wandelen en te fietsen, een feest te bezoeken of stijlvol uitgaan. Enkele strandpaviljoens zijn het hele jaar door geopend en er zijn het hele jaar door evenementen en activiteiten;
  • het woningbouwprogramma in Noordwijk is gericht op de huisvesting van mensen die permanent in Noordwijk wonen; seizoensleegstand wordt, waar dat mogelijk is, vermeden;
  • het strand, de duinen en de boulevards zijn het visitekaartje van Noordwijk en worden in harmonie met de omgeving verder ontwikkeld;
  • Noordwijk aan Zee zet zijn historische ontwikkeling als stijlvolle, enigszins exclusieve badplaats op eigentijdse wijze voort. Daarbij wordt zo goed mogelijk een verbinding gezocht met de historische kern van Noordwijk Binnen;
  • Noordwijk aan Zee straalt kwaliteit en stijl uit. Gezondheid en welbevinden, Cultuur en Natuur zijn overal herkenbare thema's, dankzij sportieve recreatie op het strand en in de duinen en de ontspanningsfaciliteiten (onder andere wellnessvoorzieningen);
  • Noordwijk aan Zee richt zich in haar toeristische marketingactiviteiten op de korte vakanties en lange weekeinden voor tweeverdieners (al dan niet met kinderen) en actieve 50-plussers. Er is een gevarieerd aanbod aan recreatieve hotels, er zijn niet alleen restaurants maar ook uitgaansgelegenheden voor deze groepen;
  • op drukke dagen worden de toeristenstromen in goede banen geleid, waardoor diverse vormen van overlast (parkeren, vervuiling en onbereikbaarheid) grotendeels tot het verleden behoren;
  • voor de Duinrand geldt de visie dat in 2015 het gebied een combinatie is van kostbare natuurgebieden en recreatieterreinen met campings en bungalows en een enkel hotel. De recreatiewoningen voldoen aan moderne kwaliteitsstandaarden. Er is flink geïnvesteerd. Sommige kampeerterreinen zijn getransformeerd tot terreinen met recreatiewoningen voor de commerciële verhuur. Sommige complexen die oorspronkelijk zijn gerealiseerd met 'tweede woningen' worden in 2015 commercieel verhuurd met als voordeel dat ze beter bezet zijn en dat de tijdelijke bewoners meer gebruik zullen maken van de voorzieningen in Noordwijk.

Welstandsbeleid (geactualiseerd oktober 2010)

Voor de recreatiewoningen geldt een regulier welstandsregime. Eenvoudige opbouw en architectuur alsmede landschappelijke inpassing is van belang. Terreinen met recreatiewoningen zijn aantrekkelijke groen ogende terreinen, waarbij de gebouwen een ondergeschikte rol spelen. Er zijn geen bijzondere cultuurhistorische waarden. Gezien de toenemende behoefte aan recreatiemogelijkheden zullen er aanvragen komen voor uitbreiding van en nieuw te ontwikkelen complexen met recreatiewoningen. Het beleid is terughoudend en gericht op beheer.

Brandveiligheidsbeleid verblijfsrecreatieterreinen (2006/2007)

Voor de brandveiligheid is door de gemeente een conceptbeleid voor verblijfsrecreatieterreinen opgesteld en in procedure gebracht in september 2005. In dit beleid worden verschillende aspecten beschreven. Naast ruimtelijke aspecten gaat het om voorschriften voor installaties en gebruiksvoorschriften. Voor de toekomstvisie voor de verblijfsrecreatie in relatie tot het op te stellen bestemmingsplan, zijn echter de ruimtelijke consequenties het belangrijkste. Het betreft de aanwezigheid van bluswater, de toegankelijkheid van de terreinen voor de brandweer (wegen van minimaal 3,5 m breed), de vrije ruimte (zonder bebouwing of auto) tussen kampeermiddelen en tussen andere verblijfsaccommodatie.

In maart 2006 heeft de gemeenteraad het 'Brandveiligheidsbeleid verblijfsrecreatieterreinen' vastgesteld. In juni 2007 zijn naar aanleiding van de (concept)Handreiking brandveiligheid kampeerterreinen de afstandseisen bijgesteld. Vastgesteld is verblijfsrecreatieterreinen in te delen in vakken met een maximaal toelaatbare oppervlakte van 1.000 m², dat wordt aangeduid als brandcompartiment. Bij de indeling van brandcompartimenten wordt in dit geval de keuze gemaakt dat maximaal 1.000 m² van het verblijfsrecreatieterrein mag afbranden. Om te voorkomen dat een naastliggend brandcompartiment eveneens afbrandt, moeten voorzieningen worden aangebracht ter voorkoming van brandoverslag. De weerstand tegen brandoverslag moet minimaal 30 minuten zijn. Het aanbrengen van een vrije ruimte van minimaal 5 m tussen de brandcompartimenten onderling komt overeen met de vereiste weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag van 30 minuten. De afstand vrij van zaken tussen kampeermiddelen op permanente standplaatsen (jaarplaatsen en seizoensplaatsen) en niet-permanente plaatsen (toeristische standplaatsen voor caravans) is gesteld op 3 m.

Onderzoek van de brandweer leert dat de grootste knelpunten bestaan uit het ontbreken van bluswater en de toegankelijkheid van de terreinen. Deze punten zullen op korte termijn opgelost dienen te worden. Voor de aanpassing van de overige inrichtingsaspecten (onderlinge afstand van de verblijfsaccommodatie), zal een overgangstermijn gehanteerd kunnen worden van maximaal 10 jaar waarbinnen, volgens nader te maken afspraken, gefaseerd invulling gegeven dient te worden aan de bestaande en nieuwe voorschriften. Aangezien het hier gaat om een wezenlijk onderdeel van de kwaliteit van de verblijfsaccommodatieterreinen, is ook hier een strikt handhavingsbeleid noodzakelijk.

Beleidsregel handhaving permanente bewoning recreatieobjecten (2008)

Een van de uitwerkingen van de Visie Verblijfsrecreatie is de aanpak van permanente bewoning. In oktober 2007 heeft de raad de financiën beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van het beleid inzake de handhaving permanente bewoning van de recreatieobjecten. In april 2008 is de Beleidsregel handhaving permanente bewoning recreatieobjecten gepubliceerd. De kern van het gemeentelijk beleid met betrekking tot permanente bewoning is dat dit verboden is en blijft. Omzetting van recreatiewoningen in gewone woningen is niet wenselijk, omdat dit ten koste gaat van de recreatieve- en toeristische functie van het gebied van de Duinrand. Wijziging van de recreatieve bestemming in een woonbestemming zou betekenen dat het streven van de gemeente Noordwijk om een aantrekkelijke, kwalitatief hoogwaardig vierseizoenenbadplaats te zijn wordt ondermijnd. Er is een Quickscan inventarisatie uitgevoerd en de schatting is dat er rekening moet worden gehouden met circa 100 recreatieobjecten die permanent bewoond worden. Er is gekozen door de gemeente dat bewoners in aanmerking kunnen komen voor een persoonsgebonden gedoogbeschikking. Voorwaarden hiervoor zijn dat de bestaande woningen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, relevante milieuwetgeving en aantoonbaarheid van de permanente bewoning vanaf de peildata. De persoongebonden gedoogbeschikking kan alleen worden afgegeven voor recreatiewoningen en niet voor bewoning van stacaravans.

Agrotoerisme (2007)

Door de fracties van het CDA, de VVD en de Progressieve Combinatie van PvdA, GroenLinks en D66 is tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 28 juni 2007 de notitie inzake agrotoerisme ingebracht. Het doel van dit initiatiefvoorstel is om binnen bepaalde kaders, vormen van agrotoerisme, mogelijk te maken. In het initiatiefvoorstel wordt gesteld dat enerzijds toeristen en recreanten steeds vaker op zoek gaan naar rust en ruimte tijdens vakanties en dagtochten. Ook is er steeds meer behoefte aan recreatie buiten het vakantieseizoen, waar ook nog een educatieve kant aan zit. Er is veel vraag naar arrangementen en wandel- en fietsroutes langs musea, landgoederen, boerderijen en kwekerijen. Noordwijk leent zich daar goed voor. Anderzijds biedt het agrotoerisme agrariërs een nieuw perspectief voor het verbeteren van het rendement van hun bedrijf door in te spelen op het gebied van toerisme en recreatie. Bovendien kan agrotoerisme zorgen voor verlenging van het toeristisch seizoen. Als meer toeristen en recreanten ervaren hoe mooi het landschap van de Duin- en Bollenstreek is, kan dat tevens de kans op verdere verstedelijking verkleinen. Vormen van agrotoerisme zijn een aanvulling op het toeristisch aanbod in Noordwijk.

De verblijfsrecreatie in Noordwijk concentreert zich binnen het bebouwde gebied in de hotels in Noordwijk en in het buitengebied op de campings en recreatieterreinen van de Duinrand. In het gebied van de Duinrand waar de verblijfsrecreatieterreinen direct grenzen aan het agrarisch gebied zijn kansen voor het agrotoerisme. Een ander aspect dat nog benoemd dient te worden, is het verbreden van het toeristisch segment door middel van verblijfsrecreatie in cultuurhistorische objecten. Bijvoorbeeld bollenschuren of boerderijen die door de voortgaande ontwikkelingen niet meer geschikt zijn voor de oorspronkelijke functie, maar die door hun uitstraling kenmerkend zijn voor de ontstaansgeschiedenis van de Bollenstreek, kunnen door een nieuwe economische functie behouden blijven. Ook initiatieven van agrariërs om de activiteiten op hun bedrijf uit te breiden met verschillende vormen van dagrecreatie, bijvoorbeeld bezichtiging van het bedrijf (week van de bollenteelt) of ruimte biedt voor zorgfunctie, zijn mogelijk. Mogelijkheden binnen de (woon)bestemming kunnen worden benut ten behoeve van agrotoerisme voor zowel dag- als verblijfstoerisme (denk aan bed & breakfast).

De kaders voor agrotoerisme zijn:

  • agrotoerisme toe te staan in het buitengebied/landelijk gebied van Noordwijk als het leidt tot het behoud van cultuurhistorisch erfgoed, zoals bollenschuren;
  • agrotoerisme in de vorm van dagrecreatie in het buitengebied en landelijk gebied van Noordwijk te stimuleren;
  • agrotoerisme binnen het plangebied van de Duinrand toe te staan als aanvulling op de functie verblijfsrecreatie;
  • Initiatieven moeten passen binnen de huidige bebouwing, er mogen dus geen extra opstallen worden gebouwd of bedrijfsgebouwen worden verbouwd. Initiatieven mogen geen invloed hebben op de ruimtelijke structuur (verrommeling);
  • er mogen in beperkte mate ondersteunende (dag)horeca-activiteiten worden ontplooid;
  • de omvang van de activiteiten moet kleinschalig zijn;
  • het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in bijzondere gevallen maatwerk toe te passen om initiatieven mogelijk te maken.