direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: De Compagnie
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0571.DeCompagnie2010-OH01

4.7 Externe veiligheid

4.7.1 Beleid en wetgeving

      • Rijk

Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het BEVI is van toepassing op besluiten in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening. In de procedures moeten integrale aspecten van externe veiligheid worden afgewogen. Het besluit verplicht gemeenten risicovolle situaties van inrichtingen ten opzichte van kwetsbare bestemmingen voor 2010 te saneren als het plaatsgebonden risico hoger is dan 10-6. In de toekomst moeten knelpunten worden voorkomen door voldoende afstand te houden tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten. Voor wat betreft het groepsrisico wordt een verantwoordingsplicht wettelijk geregeld.

4.7.2 Toets

Algemeen

Externe veiligheid in het bestemmingsplan heeft te maken met vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg, rails, water of door leidingen) en bedrijfsmatige activiteiten waarbij gevaarlijke stoffen van belang zijn (opslag, productie, bewerking, etc.). Voor externe veiligheid zijn gelden twee normen, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico is gesteld op een niveau van 10-6 per jaar. Dat wil zeggen dat de kans op een dodelijke situatie door een ongeval met gevaarlijke stoffen op een te bouwen plek maximaal één op de miljoen per jaar mag zijn. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico kan worden vertaald in afstanden tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten die moeten worden aangehouden. Het groepsrisico heeft betrekking op de kans dat een grotere groep mensen bij een dergelijk ongeval is betrokken. Hiervoor geldt geen grenswaarde, maar een oriëntatiewaarde. Als de oriëntatiewaarde toeneemt en of wordt overschreden geldt een verantwoordingsverplicht voor het bevoegd gezag. In dit geval is dat de gemeente.

Het bestemmingsplan 'De Compagnie' is een ontwikkelplan. Binnen het plangebied worden geen inrichtingen toegestaan die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen. Grenzend aan het plangebied bevindt zich één risicovolle inrichting: Sportfondsenbad Nieuw-Lekkerland B.V. te Nieuw-Lekkerland. Er zijn geen transportassen of buisleidingen die risicobronnen vormen met invloeden op het plangebied.

Bedrijfsactiviteiten

Grenzend aan het plangebied bevindt zich één risicovolle inrichting met een relevante 106/jr contour: Sportfondsenbad Nieuw-Lekkerland bv te Nieuw-Lekkerland.

Het bedrijfsregistratiesysteem van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en de provinciale risicokaart zijn geraadpleegd op het voorkomen van bedrijven in de omgeving. Aan de hand van lopende vergunningsprocedures is nagegaan welke toekomstige veranderingen zullen optreden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0571.DeCompagnie2010-OH01_0017.png"

Afbeelding 14: uitsnede risicokaart Provincie Zuid-Holland

NL 125 Sportfondsenbad Nieuw Lekkerland B.V.

Binnen de inrichting (zie rood kader) bevindt zicht een tank van 2.000 l met Chloorbleekloog. Na overleg met het RIVM en op grond van het toepassen van de Leidraad risico-inventarisatie is het volgende komen vast te staan:

De risicocontour van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar bedraagt 0 meter.

Het invloedgebied van het groepsrisico is 90 meter. De grens van het invloedgebied loopt over twee woningen in de noordwestelijke punt van het plangebied. Hierdoor neemt het groepsrisico met 4,8 personen toe (kengetal volgens de Handreiking Verantwoording Groepsrisico). Bedoelde woningen aan de uiterste rand liggen van het invloedgebied. zal de toename van het groepsrisico dientengevolge verwaarloosbaar zijn. Het invloedgebied is voor max. 50% bebouwd en deze oppervlakte niet zal toenemen. Daarom zal er geen sprake zijn van overschrijding van de oriëntatiewaarde.

4.7.3 Conclusie

De planontwikkeling voldoet aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico van 10-6per jaar. Het groepsrisico neemt nauwelijks toe en de oriëntatiewaarde wordt niet overschreden. Daarom is verdere en uitgebreidere verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het onderhavige plan.