Artikel 25 	Wonen - Landgoed
					
					
						25.1 	Bestemmingsomschrijving
						De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
						
							- 
								a. woningen; 
- 
								b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
met daaraan ondergeschikt:
						
							- 
								c. opslag van landbouwwerktuigen ten dienste van het beheer en onderhoud van het landgoed; 
- 
								d. aan-huis-gebonden beroep, voor zover het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteit niet meer bedraagt dan 100 m²; 
- 
								e. met de daarbij behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
 
					
						25.2 	Bouwregels
						Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
						
							- 
								a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; 
- 
								b. het gezamenlijke oppervlak van de gebouwen bedraagt ten hoogste 1.400 m²; 
- 
								c. de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste respectievelijk 6 en 10 m; 
- 
								d. de goot- en bouwhoogte van de bijgebouwen bedraagt ten hoogste respectievelijk 3 en 6 m; 
- 
								e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
									- 
										1. van erfafscheidingen geplaatst voor de voorgevel 1 m; 
- 
										2. van overige erfafscheidingen 2 m; 
- 
										3. van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 3 m.
 
 
					
						25.3 	Afwijken van de bouwregels
						Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het maximaal oppervlak aan gebouwen, met inachtneming van het volgende:
						
							- 
								a. het bebouwingsoppervlak mag worden uitgebreid tot ten hoogste 2.500 m²; 
- 
								b. de nieuwe bebouwing dient qua maat en schaal afgestemd te zijn op de bestaande bebouwing en dient vanuit stedenbouwkundig oogpunt passend te zijn binnen te totale inrichting van het landgoed.