Plan: | Sluispolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0556.84BPSluispolder-va01 |
het bestemmingsplan Sluispolder met identificatienummer NL.IMRO.0556.84BPSluispolder-va01 van de gemeente Maassluis.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
archeologisch vooronderzoek kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning kan worden verleend.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt, dat door de bewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de ruimte die gebruikt wordt voor de bed & breakfast niet gebruikt wordt voor zelfstandige bewoning en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1 lid b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het gebied dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van artikel 35 van de Monumentenwet 1988, een en ander zoals vervat in het besluit tot aanwijzing van 12 april 1976.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale dagelijks functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten.
werken en werkzaamheden, genoemd onder Artikel 21, lid 4, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat boven 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,4 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een onderhuis wordt hieronder niet begrepen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een wellnesscentre, een evenemententerrein of een bowlingbaan en culturele voorzieningen zoals een dansschool, een muziekschool, een filmhuis en een bioscoop, een en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.
Het bedrijfmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop),
verkopen, verhuren en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen
of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een
beroeps- of bedrijfsactiviteit en met uitzondering van verbruik ter plaatse.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, waarvan de toepasselijke bestemming(en) als opgenomen in dit bestemmingsplan deze die inrichting niet verbieden;
een dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen evenementen zoals markten, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, beurzen en festivals.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
een tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst, als ook ondergeschikte horeca ten dienste van deze functies.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met – al dan niet – als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
een aantal door eerstegraads familie- of vergelijkbare band aan elkaar
gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik
maakt van dezelfde gemeenschappelijke voorzieningen en de gezamenlijke toegang in
één woning (zoals een gezin, een gezin met inwonende familieleden of een
woongroep) die continue een eenheid vormt.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Te denken valt aan broodjes, ijs en gebak, in ieder geval niet zijnde warme maaltijden voor lunch of diner.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en voor zover deze activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
kwetsbaar object als bedoel in artikel 1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
educatieve, sociale, medische, culturele, levensbeschouwelijke, sport en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie en ondergeschikt daaraan strikt functiegebonden ondersteunende horeca mag uitoefenen. De horecaactiviteit is qua
openingstijden vergelijkbaar met de hoofdfunctie en bestaat uit het tegen betaling
verstrekken van kleine eetwaren, koffie, thee en overige niet-alcoholische dranken.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, waterfonteintjes, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's.
detailhandel in de volgende de volgende branchegroepen:
De naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt, tenzij deze op de verbeelding is aangegeven met een gevellijn.
overheidsorgaan (hieronder wordt mede verstaan: hoogheemraadschap) dat verantwoordelijk is voor de kwaliteit en de hoogte van het oppervlakte- en grondwater in een bepaald gebied.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw geschikt en bestemd voor de
zelfstandige huisvesting van niet meer dan één huishouden;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
een woning die gekoppeld is aan een zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s) met een geïndiceerde zorgbehoefte.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
het oppervlakte aan gebouwen uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van bedrijven:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Straat | Huisnummer | |
(sb-1) | specifieke vorm van bedrijf - 1 | Verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG en tankshopartikelen | Laan 1940 - 1945 | 1 | |
(sb-2) | specifieke vorm van bedrijf - 2 | een autohandel, -reparatie en -servicebedrijf tot en met milieucategorie 2 als bedoeld in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten | Vermeerlaan | 30 | |
(sb-3) | specifieke vorm van bedrijf - 3 | bedrijven tot en met milieucategorie 2 als bedoeld in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten | Wouwermanstraat | 7 en 8 |
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere
vorm van bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1.2 onder a toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn, voorzover aanduidingen zijn opgenomen, overeenkomstig deze aanduidingen uitsluitend toegestaan de nutsvoorzieningen genoemd in de navolgende Staat van nutsvoorzieningen:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Straat | Huisnummer | |
(sb-4) | specifieke vorm van bedrijf - 4 | Een gemaal | Wipperskade | ong. |
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden in verband met de ter plaatse aanwezige molen en bijbehorend molenaarshuisje.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
Voor de nutsvoorzieningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
In afwijking van het bepaalde in 4.2.3 gelden voor de nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- 4' de volgende maatvoeringseisen voor gebouwen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen en overeenkomstig de naderedetaillering van de bestemmingsomschrijving, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van bedrijven:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Straat | Huisn umme r | Maximum gebruiksopperv lakte | ||
(sgd-1) | specifieke vorm van gemengd - 1 | detailhandel uitsluitend op de begane grond | Arthur van Schendelstraat | 4 | n.v.t. | ||
(sgd-2) | specifieke vorm van gemengd - 2 | bedrijven tot en met milieucategorie 2 als bedoeld in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, of naar aard en omvang daarmee vergelijkbaar en uitsluitend op de begane grond | P.C. Hooftlaan | 11 (en verder) | n.v.t. | ||
(sgd-3) | specifieke vorm van gemengd - 3 | detailhandel uitsluitend op de begane grond | P.C. Hooftlaan | 358 (en verder) | n.v.t. | ||
(sgd-4) | specifieke vorm van gemengd - 4 | detailhandel uitsluitend op de begane grond | Mesdaglaan | 1 (en verder) | n.v.t. | ||
(sgd-5) | specifieke vorm van gemengd - 5 | - detailhandel uitsluitend op de begane grond; - maximaal 2 horecabedrijven behorende tot maximaal categorie 1 van de Bijlage 2 Staat van horecaactiviteiten - maximaal 1 horecabedrijf behorende tot maximaal categorie 3 van de Bijlage 2 Staat van horecaactiviteiten |
Mesdaglaan | 229 (en verder) | Uitsluitend voor: - horeca categorie 1: totaal 200 m2; -horeca categorie 3: 50 m2 inpandig en 10 m2 terras; |
Een bedrijfswoning op de begane grond is niet toegestaan.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde overeenkomstig het bepaalde in 8.2.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarbij de volgende maximale bouwhoogten gelden:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van horecafuncties:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Adres | Huisnummer | Maximum gebruiksoppervlakte |
(sh-1) | specifieke vorm van horeca - 1 | brasserie / restaurant en zalenverhuur uitsluitend op de benedenlokaliteiten | Sportlaan | 2 | 360 m2 |
Per bestemmingsvlak is een bedrijfswoning toegestaan en maximaal één per bestemmingsvlak.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden in verband met de aanwezige historische bebouwing aldaar.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 10.1:
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in11.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn toegestaan de maatschappelijke functies genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijke functies:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Straat | Huisnumm er | ||
(sm-1) | specifieke vorm van maatschappelijk - 1 | Onderwijsvoorzieningen | Reviusplein | 8 | ||
(sm-2) | specifieke vorm van maatschappelijk - 2 | Begraafplaats | Reviusplein | 7 | ||
(sm-3) | specifieke vorm van maatschappelijk - 3 | Multifunctionele maatschappelijke accomodatie | G.A. Brederolaan | 37 | ||
(sm-4) | specifieke vorm van maatschappelijk - 4 | Onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, peuterspeelzalen, sportzaal | Guido Gezellestraat / G.A. Brederolaan | ong. | ||
(sm-5) | specifieke vorm van maatschappelijk - 5 | levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden | G.A. Brederolaan | 49 | ||
(sm-6) | specifieke vorm van maatschappelijk - 6 | Multifunctionele maatschappelijke accomodatie | Vincent van Goghlaan | 2 t/m 6 | ||
(sm-7) | specifieke vorm van maatschappelijk - 7 | levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden | Rembrandtlaan | 2 |
Een bedrijfswoning op de begane grond is niet toegestaan.
Het bouwen en het gebruik van de gronden en aanwezige bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' is alleen toegestaan als geluidwerende voorzieningen zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden, die blijkens akoestisch onderzoek de ingevolge het Activiteitenbesluit of een daarop gebaseerd maatwerkvoorschrift vereiste akoestisch afschermende werking hebben ten behoeve van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woonbebouwing in de directe omgeving.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is
aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de
aanduiding 'bouwvlak'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
Afkorting | Aanduiding | Activiteiten | Straat | Huisn umme r | (1) Maximum bebouwde oppervlakte en (2) voorwaarden maximaal gebruiksoppervlakte |
(sr-1) | specifieke vorm van recreatie - 1 | Dierenweide | Sportlaan | ong. | (1) 30 m2 (2) n.v.t |
(sr-2) | specifieke vorm van recreatie - 2 | Zwembad | Sportlaan | 8 en 8a | (1)bebouwingspercentage op verbeelding; (2)toegestaan gebruiks oppervlakte inpandige horeca: 93 m2. Overige functies geen eisen ten aanzien van maximaal gebruiksoppervlakte. |
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane recreatieve voorzieningen.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de Staat van recreatieve voorzieningen in 12.1.2 onder a;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m |
e. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de in 12.2.3 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van recreatiebedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 13.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 13.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van sportvoorzieningen:
Aanduiding | Betekenis | Activiteiten | Straat | Huisn umme r | Maximum gebruiksvloer oppervlakte ondersteunen de horeca |
(ss-1) | specifieke vorm van sport - 1 | Veldsport | Wipperspark | 1a en 1b | 130 m2 inpandig |
(ss-2) | specifieke vorm van sport - 2 | Veldsport | Sportlaan | 1 en 3 | 200 m2 inpandig en 150 m2 buitenterras |
(ss-2) | specifieke vorm van sport - 3 | Schietvereniging | Sportlaan | 12 | 75 m2 inpandig |
(ss-3) | specifieke vorm van sport - 4 | Veldsport | Maria Rutgersstraat | 2 | 80 m2 inpandig en 440 m2 terras |
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Het gezamenlijk oppervlakte aan gebouwen voor de voorzieningen als bedoeld in 13.1.2 onder a bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'. Voor zover op de verbeelding geen bebouwingspercentage is opgenomen geldt de bestaande oppervlakte van gebouwen als maximum.
De bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen | 3 m |
b. | van lichtmasten | 19 m |
c. | van vlaggemasten | 6 m |
d. | geluidswerende voorzieningen | 10 m |
e. | van tribunes | 10 m |
f. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
g. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2.2 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bebouwing van een sportfunctie te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 17.1:
Het bouwen en het gebruik van hoofdgebouwen en erven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is uitsluitend toegestaan, als ter plaatse van de in onderstaande afbeelding opgenomen rode lijn een geluidwerende voorziening met een minimale hoogte van 2 meter wordt gerealiseerd en deze in stand wordt gehouden.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast mag als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie worden uitgeoefend, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied: | |
1. voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 1 m | |
2. achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn | 2 m | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar gebied | 2 m |
c. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m |
d. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de voorwaardelijke verplichting zoals bedoeld in 17.1.2 onder a en toestaan dat de genoemde geluidwerende voorziening niet wordt gebouwd, dan wel in stand wordt gehouden, mits uit aanvullend akoestisch onderzoek blijkt, dat de geluidbelasting vanwege de maatschappelijke functie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' ter plaatse van de achtertuinen van de woningen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' voldoet aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, dan wel een daarop gebaseerd maatwerkvoorschrift.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de voorwaardelijke verplichting zoals bedoeld in 17.1.2 onder a en toestaan dat de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' worden gebruikt zonder dat de genoemde geluidwerende voorziening wordt gebouwd, dan wel in stand wordt gehouden, mits uit aanvullend akoestisch onderzoek blijkt, dat de geluidbelasting vanwege de maatschappelijke functie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' ter plaatse van de achtertuinen van de woningen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' voldoet aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, dan wel een daarop gebaseerd maatwerkvoorschrift.
De voor 'Wonen - Garagebox' aangewezen gronden zijn bestemd voor de stalling van motorvoertuigen in garageboxen en/of berging.
Op en in de gronden als bedoeld in 18.1 mogen uitsluitend worden gebouwd garages, garageboxen, autoboxen en/of bergingen uitsluitend binnen het bouwvlak.
Voor het bouwen van garageboxen en/of bergingen gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 onder a, teneinde het bouwen van bouwwerken overeenkomstig andere bestemmingen mogelijk te maken, voorzover:
Uitsluitend zijn leidingen toegestaan die passen binnen de bestaande plaatsgebonden risicocontour 10-6.
In het belang van het bepaalde in lid 19.1 is het verboden op of in de in lid 19.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 19.5 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor de werken en werkzaamheden bedoeld in lid 19.5 kan slechts worden verleend indien en voor zover:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg en instandhouding van een hogedruk watertransportleiding, één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 20.4.1 genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 20.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 21.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 21.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 21.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 21.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 22.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 22.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 22.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 23.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 23.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 23.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 24.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 24.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 5 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 24.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 24.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 25.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 25.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 6 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 25.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 25.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de aldaar geldende bestemmingen – tevens bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en de bescherming van deze waterkerende functie.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 26.2, onder b:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bouwvlakken mogen in afwijking van hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan,
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Het gebruik van een deel van de (bedrijfs)woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor de in dit plan voorkomende bestemmingen zijn de parkeernormen als bedoeld in het geldend gemeentelijk parkeerbeleid van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen 'Groen', 'Maatschappelijk', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' wijzigen teneinde de aangewezen gronden te bestemmen voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Aan de wijziging van de bestemmingen als bedoeld in 30.1.1 zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen Bedrijf - Nutsvoorziening, 'Groen', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' wijzigen teneinde de aangewezen gronden te bestemmen voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Aan de wijziging van de bestemmingen als bedoeld in 30.2.1 zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen 'Groen', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' wijzigen teneinde de aangewezen gronden te bestemmen voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Aan de wijziging van de bestemmingen als bedoeld in 30.3.1 zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' wijzigen teneinde de aangewezen gronden te bestemmen voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Aan de wijziging van de bestemmingen als bedoeld in 30.3.1 zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de waterkering.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van 30.6.2 , met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie 1', 'geluidszone - industrie 2' gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop 100m' en 'vrijwaringszone- molenbiotoop 400m' de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 30.8.1, indien de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.
indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge lid 30.8.1 en 30.8.2, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor beplanting met een hogere hoogte dan op basis van lid 30.8.1 en 30.8.2 toegestane bouwhoogte. Ten aanzien van beplanting is het bepaalde in lid 30.8.3 niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 30.8.4, indien de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - zoekgebied waterberging' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid als zoekgebied voor (de aanleg en instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de) waterberging.
Binnen de gronden gelegen ter plaatse van de gebiedsaanduiding Overige zone - zoekgebied waterberging dient minimaal 560 m3 aan waterbergingscapaciteit te worden aangelegd.
Het bevoegd gezag kan, voorzover niet reeds op grond van een andere bepaling van dit plan een omgevingsvergunning kan worden verleend, een omgevingsvergunning verlenen van de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met dien verstande dat de overschrijdingen niet meer mogen bedragen dan 3 m en het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie - 2 tot en met - 6 geheel of gedeeltelijk te verwijderen of uit te breiden, indien:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam regels van het bestemmingsplan '' Sluispolder'.