direct naar inhoud van 7.9 Waterhuishouding
Plan: Stationsgebied e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.66BPStationsgebied-0004

7.9 Waterhuishouding

Inleiding
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de 'watertoets' opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand. De watertoets heeft als doel het voorkomen van negatieve effecten die nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk hebben op het duurzame waterbeheer. In het plangebied is het Hoogheemraadschap van Delfland verantwoordelijk voor het waterbeheer. De zorg voor de riolering valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Maassluis en de provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor het grondwaterbeleid. Daarnaast is Rijkswaterstaat waterbeheerder voor het deel van de Nieuwe Maas binnen het plangebied en de Rijkshavenmeester is de nautisch beheerder voor dit gebied. In deze paragraaf wordt een korte beschrijving gegeven van de huidige en toekomstige situatie, voor de volledige watertoets wordt verwezen naar Bijlage 1.

Huidige situatie

Veiligheid en waterkeringen
De Delflandsedijk (primaire waterkering) bevind zich aan de rand van het plangebied. De keurzone (kern- en beschermingszone 25 m aan weerszijden van de dijk) van deze waterkering vallen deels binnen het plangebied en wordt beheerd door het Hoogheemraadschap van Delfland.

Waterkwantiteit
Het plangebied behoort tot het, op het buitenwater, afwaterend gebied van Maasluis. Het hemelwater in dit gebied stroomt vrij af op het buitenwater. In de boezem, die direct ten oosten van het plangebied ligt, wordt een vast peil van NAP -0,43m gehanteerd. In het plangebied zelf ligt circa 0,9ha oppervlaktewater. In het waterplan Maasluis zijn in de wijk 't Hoofd problemen met wateroverlast bekend bij hoog buitenwater.

Afvalwater en riolering
In de wijk 't Hoofd ligt een gescheiden rioolstelsel en in de wijken Taanschuurpolder en Oranjewijk ligt op dit moment een gemengd rioolstelsel.

Watersysteemkwaliteit en ecologie
In 2007 is voor gemeente Maassluis een waterkwaliteitsspoor onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het oppervlakte water in Maassluis niet voldoet aan de waterkwaliteitsnormen. Hiertoe zijn maatregelen ingepland en er wordt verwacht dat het oppervlakte water voor 2015 wel zal voldoen aan de basisinspanning.

Toekomstige situatie

Veiligheid en waterkeringen
Er zijn geen ontwikkelingen beoogd, die invloed hebben op de stabiliteit van de primaire waterkering en ook niet voor de waterveiligheid in het plangebied.

In de nabijheid van het plangebied zijn radarposten langs de Nieuwe Maas aanwezig. Het is van belang dat de werking van deze radarposten niet verstoord wordt door bijvoorbeeld hoge bebouwing. Omdat het bestemmingsplan consoliderend is, zijn de huidige bouwhoogten meegenomen en worden geen hogere bouwhoogten toegestaan. De werking van de radarposten wordt daarmee geconsolideerd.

Waterkwantiteit
In het waterplan Maassluis is een waterfonds opgenomen. Het principe hiervan is dat initiatiefnemers van herstructureringsprojecten of postzegelplannen binnen de gemeente Maassluis, waar geen watercompensatie plaats kan vinden, de financiën beschikbaar stellen om het elders binnen de gemeente wel te realiseren.

Afvalwater en riolering
De rioolstelsels in de wijken Taanschuurpolder en Oranjewijk zijn meegenomen in het grootschalig gemeentelijk afkoppelproject.

Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreiniging van water en bodem geldt, dat er bij alle bouwplannen geen zink, lood-, koper- of PAK's-houdende bouwmaterialen mogen worden toegepast.

Beheer en onderhoud
In zijn algemeenheid geldt dat voor alle aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem een keurvergunning bij het hoogheemraadschap dient te worden aangevraagd.

Conclusie

Met in achtneming van het bovenstaande, kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishouding. Hiermee voldoen de ontwikkelingen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.