direct naar inhoud van 7.3 Luchtkwaliteit
Plan: Stationsgebied e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.66BPStationsgebied-0004

7.3 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 7.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 7.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2010  
fijn stof (PM10)2   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2005  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³   2005  

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek en resultaten

Gevolgen voor luchtkwaliteit
Het voorliggend bestemmingsplan is consoliderend van aard. Het plan heeft derhalve geen (negatieve) gevolgen voor de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de omgeving.

Huidige situatie
In de meest recente rapportage Luchtkwaliteit 2006 (5 juni 2007) van de gemeente Maassluis is nagegaan of er wordt voldaan aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen uit de Wlk. In de rapportage wordt geconcludeerd dat er langs alle wegen binnen het plangebied ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk.

Toekomstige situatie
Aangezien reeds in 2006 wordt voldaan aan de geldende grenswaarden, ligt het in de lijn der verwachting om te concluderen dat ook in toekomstige jaren het geval zal zijn. Door de maatregelen die op de verschillende overheidsniveaus worden genomen om de concentraties luchtverontreinigende stoffen te beperken en door verbeterde (schonere) technieken, zullen de concentraties stikstofdioxide en fijn stof verder dalen.

Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.