direct naar inhoud van 1.4 Hoe komt het bestemmingsplan Landelijk Gebied tot stand?
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1

1.4 Hoe komt het bestemmingsplan Landelijk Gebied tot stand?

Voorafgaand aan het bestemmingsplan: de Kadernota

Om richting te geven aan een economisch en landschappelijk vitaal buitengebied, is in december 2009 de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (ISG) vastgesteld. De ISG richt zich op het gehele buitengebied van de zes Greenportgemeenten met uitzondering van het duingebied. De ambities en hoofdlijnen van deze Structuurvisie dienen onder andere vertaald te worden in de bestemmingsplannen voor het landelijk gebied. Na vaststelling van de ISG hebben de 6 Greenportgemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen de handen ineengeslagen om te bevorderen dat het opstellen van deze nieuwe bestemmingsplannen zoveel mogelijk op dezelfde wijze zal plaatsvinden. Samen hebben de gemeenten een Intergemeentelijke Kadernota bestemmingsplannen Buitengebied (hierna Kadernota) opgesteld. Deze Kadernota vormt de basis voor het nieuwe bestemmingsplan. Daarnaast geldt de Kadernota als toetsingskader voor ontwikkelingen die niet in dit bestemmingsplan, maar via een afzonderlijke procedure mogelijk gemaakt worden.

Gefaseerde aanpak

Het bestemmingsplan Landelijk Gebied is voorbereid door een projectgroep bestaande uit medewerkers van de gemeente Lisse en het adviesbureau RBOI Rotterdam. Op cruciale momenten in het planproces is over de inhoud van het voorgestane beleid overleg gevoerd met het gemeentebestuur.

Het bestemmingsplan voor het Landelijk Gebied komt in een aantal stappen tot stand:

  • inventarisatie: verzamelen van noodzakelijke bouwstenen;
  • tafeltjesoverleg: mogelijkheid voor ondernemers om wensen met betrekking tot het bestemmingsplan kenbaar te maken;
  • voorontwerpbestemmingsplan: vertaling van visie in regels en verbeelding;
  • ontwerpbestemmingsplan: verwerken van inspraak- en overlegreacties;
  • vaststelling: behandeling zienswijzen en afronden bestemmingsplan.

Overleg en communicatie

Een nieuw bestemmingsplan Landelijk Gebied vereist een zo breed mogelijk draagvlak. Dit draagvlak voor beleid dient tijdens het planproces te worden verworven en hangt in sterke mate af van de communicatie met doelgroepen.

Om de betrokkenheid van gebruikers en bewoners als direct belanghebbenden te vergroten, is in de inventarisatiefase van het planproces een zogenaamd 'tafeltjesoverleg' gehouden. Ondernemers uit het plangebied zijn in de gelegenheid gesteld wensen en ruimtebehoefte ten aanzien van hun (toekomstige) bedrijfsvoering naar voren te brengen. Voor zover deze wensen passen binnen de beleidsuitgangspunten van de gemeente, is hiermee rekening gehouden.

Bewoners, (agrarische) ondernemers en andere belanghebbenden uit het plangebied worden in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het voorontwerpbestemmingsplan en hun opmerkingen en wensen in de vorm van een inspraakreactie kenbaar te maken. Voor zover deze wensen passen binnen de beleidsuitgangspunten van de gemeente, wordt hiermee rekening gehouden. Inspraak- en overlegreacties worden beoordeeld en bepaald wordt of deze moeten leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan. Eventuele aanpassingen worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.

Na het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan wordt de wettelijke bestemmingsplanprocedure doorlopen met de daarbij behorende mogelijkheden tot het indienen van zienswijzen en het instellen van beroep bij de Raad van State.