32.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn woonschepen toegestaan, met dien verstande dat:
-
1. het aantal woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedraagt;
-
2. de bouwhoogte van woonschepen ten hoogste 3,5 m bedraagt;
-
3. de onderlinge afstand tussen twee woonschepen of enig uitstekend deel daarvan ten minste 2 m bedraagt;
-
4. de lengte en breedte van een woonschip ten hoogste respectievelijk 15 m en 4 m bedraagt, waarbij drijvende vlonders rondom het woonschip niet breder dan 2 m mogen zijn en niet langer dan - afgerond- de lengte van de gevel van het woonschip waarlangs de vlonder is gelegen;
-
5. in afwijking van sub 4 bedraagt de lengte van een woonschip ter plaatse van de aanduiding 'maximum lengte (m)' ten hoogste de met de aanduiding aangegeven lengte;
-
6. per woonschip ten hoogste één berging is toegestaan, inclusief de bij het woonschip behorende berging op de gronden met de bestemming Groen;
-
7. de lengte van steigers ten hoogste de lengte van het woonschip bedraagt;
-
8. de breedte van steigers ten hoogste 0,75 m bedraagt;
-
9. de hoogte van steigers ten hoogste het peil bedraagt;
-
10. het aantal steigers ten hoogste 1 per woonschip bedraagt;
-
b. buiten de aanduiding 'woonschepenligplaats', mogen op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
-
c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.