direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: CNB Locatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bpceCNBlocatie-vax1

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan CNB Locatie van de gemeente Lisse;

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand ID: NL.IMRO.0553.bpceCNBlocatie-vax1 met de bijbehorende regels;

1.3 Aanbouw

Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 Aanduidingvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidinggrens;

1.7 Aan-huis-gebonden beroepen

Een dienstverlenend beroep zoals op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, geen detailhandel en prostitutie zijnde, dat in een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.8 Achtererf

De gronden die behoren tot het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan;

1.9 Achtergevel

De oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw die tegenover de voorgevel is gelegen;

1.10 Achtergevelrooilijn

De achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, zonder aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

1.11 Afvalophaalvoorziening

Een grote of diverse verzamelcontainer(s) onder- of bovengronds voor afval;

1.12 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.13 Bebouwingspercentage

Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;

1.14 Bruto-bedrijfsvloeroppervlak

Het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, meten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;

1.15 Begane grond

De bouwlaag van een gebouw waarvan het vloeroppervlak nagenoeg gelijk is aan het maaiveld;

1.16 Bestaand
  • a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
1.17 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak;

1.18 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 Binnenterrein

Een van de openbare weg, door bebouwing of anderszins, afgeschermd terrein;

1.20 Bouwen

Het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 Bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.22 Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond, zijnde de eerste bouwlaag, en met uitzondering van onderbouw en zolder;

1.23 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.24 Bouwperceelgrens

Een grens van een bouwperceel;

1.25 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijde, zijn toegelaten;

1.26 Bouwwerk

Elke constructievan enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.27 Brutovloeroppervlak

De oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;

1.28 Bijgebouw

een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.29 CROW-richtlijnen

Richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek;

1.30 Cultuurhistorische waarde

De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid;

1.31 Dak

Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.32 Dakkapel

Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.33 Dakopbouw

Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie al dan niet boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst;

1.34 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan de uiteindelijke verbruiker, gebruiker; hieronder worden tevens verstaan: koffieshops, tea- en lunchrooms, snackbars, restaurants en daarmee gelijk te stellen vormen van horeca (mits geen sprake is van het exploiteren van zaalaccommodatie en verkoop van softdrugs zonder exloitatievergunning), alsmede vergelijkbare vormen van dienstverlening zoals kapsalons, reisbureaus, kantoren met baliefunctie en videotheken;

1.35 Dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen;

1.36 Druiplijn

Onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft. Bijvoorbeeld bij een rieten dak;

1.37 Deskundige

Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen;

1.38 Eerste bouwlaag

De bouwlaag op de begane grond;

1.39 Escortbedrijf

Het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;

1.40 Erf

Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;

1.41 Erfbebouwing

De gezamenlijke aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen op een perceel (bijbehorende bouwwerken);

1.42 Functie

Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan;

1.43 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.44 Gebruiken

Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.45 Geluidsbelasting vanwege een weg

De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoelt in de Wet geluidhinder;

1.46 Geluidsgevoelige bestemmingen

Woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen (onder andere onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen) en geluidsgevoelige terreinen (onder andere woonwagenstandplaatsen);

1.47 Geluidszoneringsplichtige inrichting

Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.48 Geluidshinderlijke inrichtingen

Bedrijven, zoals bedoeld in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken;

1.49 Hogere grenswaarde

Een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;

1.50 Hoofdgebouw

Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.51 Hoogtescheidingslijn

Een op de kaart aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen gedeelten van een bestemmingsvlak waarop verschillende hoogten zijn toegelaten;

1.52 Horecabedrijf

Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. Zie voor categorie-indeling bijgevoegde Staat van Horeca-activiteiten;

1.53 Horizontale diepte van een gebouw

De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;

1.54 Inwoning

Het voor bewoning tegelijkertijd in gebruik zijn van één woonfunctie door twee huishoudens;

1.55 Kap

Een constructie van één of meer dakvlakken met een dakhelling;

1.56 Logiesgebouw

Een gebouw waarin twee of meer gebruiksfuncties zijn gelegen voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen;

1.57 Mantelzorg

Het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.58 Normaal onderhoud, gebruik en beheer

Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;

1.59 Nutsvoorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, openbaar vervoer en waterstaat en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalverzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

1.60 Onderbouw

Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

1.61 Onderdoorgang

Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en twee wanden, waar geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies;

1.62 Ondergeschikte activiteit/functie

Activiteit waarbij maximaal 30% van de op het perceel aanwezige bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt;

1.63 Ondergronds bouwwerk

Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op tenminste 1,75 m beneden peil;

1.64 Overkapping

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;

1.65 Parkeervoorzieningen

Elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van (gemotoriseerd) verkeer;

1.66 Peil
  • a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst of ten hoogste 5 meter uit de weg grenst: - de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het afgewerkte maaiveld ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.67 Perceelgrens

Een grenslijn tussen percelen onderling;

1.68 Platte afdekking

Een horizontaal vlak bovenop een gebouw dat meer dan tweederde van het grondoppervlak van het gebouw beslaat;

1.69 Prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.70 Prostitutiebedrijf

Een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding uitgeoefend wordt;

1.71 Seksinrichting

Een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikel, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

1.72 Straatmeubilair

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn bedoeld als openbare voorziening, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen- of plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, bruggen, abri's, straatverlichting en wegbewijzering;

1.73 Terrein

Een stuk grond van enige omvang;

1.74 Uitbouw

Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.75 Verdieping

De bouwlaag of bouwlagen boven de bouwlaag op de begane grond;

1.76 Voorgevel

De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;

1.77 Voorgevelrooilijn

Die lijn, waarin de voorgevel van de woning – inclusief vooruitbouwen die ten tijde van het ter inzage van het ontwerp van dit plan aanwezig zijn – is of dient te worden geprojecteerd;

1.78 Vrijstaande woning

Een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw;

1.79 Voortuin/voorerfgebied

Het gedeelte van het erf, of tuin dat voor de voorgevelrooilijn is gelegen;

1.80 Wegen

Wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

1.81 Woning

Een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.82 Wooncomplex

Een (verzameling van) gebouw(en) waarin enerzijds wordt gewoond door ouderen en/of andere groepen personen en waarin anderzijds de hierbij benodigde voorzieningen zijn gehuisvest in de vorm van medische, paramedische en andere maatschappelijke voorzieningen;

1.83 Woongebouw

Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.84 Zijerf

De gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel;

1.85 Zijgevel

Een gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel;

1.86 Zijdelingse perceelgrens

Een aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel;

1.87 Zolder

Ruimte onder een kap voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm boven de vloer is gelegen.