Plan: | Heereweg 46-48 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.bpHweg4648-vax1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals die luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan Heereweg 46-48 te Lisse;
een bouwwerk geen gebouw zijnde bevestigd aan de buitenzijde van een gebouw en toegankelijk is via een deur vanuit het betreffende gebouw en tevens is voorzien van veiligheidsvoorzieningen conform het Bouwbesluit;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken
een aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel c.q. bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;
de woning, bebouwing, oppervlakte, goothoogte, hoogte en inhoud, zoals die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of rechtens mag bestaan;
een aangegeven lijn die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0553.bpHweg4648.vax1 met bijbehorende regels;
een door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met éénzelfde bestemming;
een als zodanig aangegeven vlak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een op zichzelf staand niet voor bewoning bestemd, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw of woonschip en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw of woonschip, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat, gelet op de bestemming en architectuur, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een (geheel of gedeeltelijk) niet horizontale dakconstructie, gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden, met dien verstande dat indien sprake is van een lessenaarsdak, de kap wordt gevormd door één schuin hellend dakschild;
bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
een voorgenomen gebruik dat geen (praktisch onomkeerbare) wijziging van de bestemming tot gevolg heeft, tenzij planologische redenen zich tegen dit gebruik verzetten;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dakconstructie;
de door Burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
het bestemmingsplan "Heereweg 46-48 te Lisse" vervat in de verbeelding, de toelichting en deze regels;
een dak met een dakhelling van 0-2°;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, en/of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Het reglementair vastgestelde waterpeil dat door de beherende instantie wordt nagestreefd;
een als zodanig op de kaart aangegeven vlak waarbinnen geen gebouwen zijn toegestaan, behoudens via ontheffing;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de bouwlaag, respectievelijk bouwlagen, die boven de begane grondbouwlaag is/zijn gelegen;
materiaal, meestal bestaande uit steenachtige soorten dat is gelegen op de bodem en dat leidt tot een versteviging van het oppervlak;
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt;
de lijn die samenloopt met de ingetekende begrenzing van het bouwvlak hoofdgebouwen, voor zover deze begrenzing gelegen is aan de zijde waarop de bestaande ontsluiting van de woning naar het openbaar gebied plaatsvindt;
alle voor het rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen behorende of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan;
Wet van 22 juni 1950, Stb. K 258, houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439) tot herziening van de woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;