Plan: | W4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0547.BPw4-VG01 |
Vanwege de rijke bewoningsgeschiedenis zijn in Leiderdorp divers archeologische vondsten gedaan. Om beter in beeld te hebben waar die archeologische waarden verwacht kunnen worden, heeft de gemeente Leiderdorp in 2008 heeft een archeologische waarden- en verwachtingskaart opgesteld met bijbehorend planologisch regime voor bestemmingsplannen. Daarbij gaat het om terreinen met verwachte archeologische waarden te koppelen aan een aanlegvergunningenstelsel om te voorkomen dat bodemingrepen plaatsvinden die een bedreiging vormen voor archeologische waarden.
In het plangebied zijn geen archeologische monumenten (Rijks- en gemeentelijke monumenten of AMK terreinen) bekend. In het plangebied is sprake van enkele gebieden met hoge tot zeer hoge trefkans op archeologische waarden. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is voornemens om het gebied van het tennispark aan te wijzen als archeologisch monument. Het naastgelegen gebied de Plantage wordt in het kader van de woningbouwontwikkeling opgegraven. In dit verband wordt opgemerkt dat de terreindelen die in het definitieve stedenbouwkundig ontwerp van de woningbouwlocatie “De Plantage” niet als bouwkavels worden bestemd in de nabije toekomst worden aangewezen als beschermd archeologisch monument. Het betreft het huidige tennispark de Munnik en het openbaar groen in genoemde bouwlocatie.
De vindplaats Hoogmadeseweg e.o. is al bekend sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw. In het kader van het W4-project is het terrein opnieuw onderzocht. Daarbij zijn zeer veel archeologische resten, variërend van funderingen en paalsporen tot aardewerk en botmateriaal gedaan; de conservering, ook van organisch materiaal, bleek goed tot zeer goed. De vroegmiddeleeuwse resten lijken deel uit te maken van een handelsnederzetting op de westoever van een beschoeide kreek.
In de Munnikenpolder is een cultuurlaag met aanwijzingen voor een nederzettingsterrein met tenminste één huisplaats uit de IJzertijd/ Romeinse tijd aangetroffen. Tijdens de afvletting van het terrein is de cultuurlaag slechts deels afgegraven. De conservering van de vindplaats is derhalve redelijk te noemen. Tijdens afkleiwerkzaamheden in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn op verschillende locaties in de Doespolder bewoningssporen uit de IJzertijd / Vroege Romeinse tijd gevonden. Naast de resten van een hut zijn ook overblijfselen van een palenpad aangetroffen, en een dierlijke begraving. Het skelet is in situ achter gelaten en met zand bedekt.
Aan de Ruigekade net buiten het plangebied ligt Huis ter Does, een locatie met hoge archeologische waarde en van cultuurhistorische betekenis.
Afbeelding 3: Uitsnede archeologische verwachtingskaart
De archeologische verwachtingskaart geeft een verdeling in terreinen met een 'lage trefkans', 'middelhoge trefkans', 'hoge trefkans' en terreinen 'van zeer hoge archeologische waarde'. Naar mate de waardering hoger is, is een striktere regeling nodig. Een hoge archeologische trefkans betekent niet dat iedere vierkante meter ook daadwerkelijk resten uit het verleden zal herbergen, maar geeft wel een maatstaf voor de kans en het benodigde beschermingsregime.
Ter bescherming van de (te verwachten) aanwezige waarden zijn in de regels voor de betreffende delen van het plangebied de dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie", "Waarde - Archeologie - hoge trefkans en "Waarde - Archeologie - middelhoge trefkans" opgenomen (zie ook paragraaf 5.3). In de regels is vastgelegd welke bodemingrepen pas na archeologisch onderzoek plaats mogen vinden. Dit houdt in dat in deze delen van de gemeente bij voorgenomen bodemverstorende activiteiten in principe Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven of een oppervlaktekartering onder goede voorwaarden moet worden uitgevoerd. In sommige gevallen zullen boringen voor het verkennend stadium in eerste instantie voldoende zijn. Het waarderen van een terrein dient te gebeuren d.m.v. een IVO-booronderzoek of IVO-proefsleuven. Rekening moet worden gehouden met vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving.
De in het kader van dit bestemmingsplan van belang zijnde archeologische onderzoeken betreffen achtereenvolgens: