Plan: | Zuidwest |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00121-0301 |
het bestemmingsplan Zuidwest met identificatienummer NL.IMRO.0546.BP00121-0301 van de gemeente Leiden;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroeps-/bedrijfsactiviteit die in of bij een woning wordt uitgeoefend door een bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroeps-/bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie ter plaatse in overeenstemming is; groepspraktijken, detailhandel en horeca (met uitzondering van een bed- en breakfast) zijn hiervan uitgesloten;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
detailhandel die niet plaatsvindt in een detailhandelsvestiging maar op of aan de openbare weg. Onder ambulante detailhandel worden mede verstaan (week)markten en standplaatsen buiten de markten;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten;
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen;
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten, van een gebouw dat wordt gebruikt voor een beroep, bedrijf of diensverlenende instelling, berekend conform NEN 2580 zoals deze luidt op het tijdstip van in werking treden van het bestemmingsplan;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon of gezin, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting, bij welke ingevolge artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een vaartuig of drijvende constructie, die bij een woonschip hoort, en die naar aard en omvang ondergeschikt is aan het woonschip;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een uitspringend gedeelte op een hellend dak waarin een raamkozijn is opgenomen en die voorzien is van zijwanden;
hoogste punt van een schuin dak;
het laagste punt van een schuin dak;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- /bedrijfsactiviteiten;
Het verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek. Onder te verdelen in:
Persoonlijke dienstverlening: een bedrijf of instelling gericht op de consumenten, waaronder kapperszaken en schoonheidssalons, fietsenmakers, wasserettes, stomerijen en schoenenmakers en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening
Zakelijke dienstverlening: het verlenen van diensten en het geven van cursussen, workshops en/of vergaderingen in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketingbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening.
maatschappelijke dienstverlening: Het verlenen van diensten op het gebied van overheids-, educatieve, welzijns- (para-)medische, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, sociaal-culturele, recreatieve en sportvoorzieningen en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening.
de onderste bouwlaag, waarvan de vloer boven maaiveld is gelegen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
periodieke en/of incidentele manifestaties zoals concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen en shows onder te verdelen in de volgende categorieën evenementen:
1. Alle evenementen met alleen onversterkte muziek en alle evenementen met een versterkt geluidniveau tot maximaal 70 dB(A) op de gevel van de dichtsbijzijnde woning of andere geluidgevoelig object.
2a Evenementen met een geluidsniveau van maximaal 80 dB(A) en 92 dB(C) op de gevels van de dichtstbijzijnde woning of andere geluidgevoelige gebouwen.
2b Evenementen met een geluidniveau van maximaal 85 dB(A) en 97 dB(C) op de gevels van de dichtsbijzijnde woning of andere geluidgevoelige gebouwen, indien het geluid wordt voortgebracht door live optredende artiesten. Indien het geluid wordt voortgebracht door geluidsinstallaties ten behoeve van achtergrondmuziek, pauzemuziek, verslaglegging of commentaar tijdens een evenement geldt een norm van maximaal 80 dB(A) en 92 dB(C) op de gevel van de dichtsbijzijnde woning of andere geluidgevoelige gebouwen.
3. Evenementen met een geluidsniveau van maximaal 90 dB(A) en 100 dB(C) op de gevels van de dichtstbijzijnde woning of andere geluidgevoelige gebouwen.
gebouwde ruimte voor het stallen van auto's en/of voertuigen dan wel niet bedrijfsmatige opslag van goederen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
bebouwing bestaande uit zich in één gebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten;
een functie waarvoor het gebouw hoofdzakelijk mag worden gebruikt;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
De volgende categorieën worden onderscheiden:
horeca categorie 1:
Horeca inrichting, die uitsluitend tussen 6:00 uur en 22:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar hoofdzakelijk kleine etenswaren en/of alcoholvrije dranken worden verstrekt.
Voorbeelden: thee- en koffieconcepten, brood- en lunchconcepten, ijs- en yoghurtconcepten.
horeca categorie 1*:
Horeca inrichting, die uitsluitend tussen 6:00 uur en 22:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar hoofdzakelijk, ten behoeve van een brood- of lunchconcept, kleine etenswaren en/of alcoholvrije dranken worden verstrekt, en waar ondergeschikt daaraan eventueel wijn en/of zwak alcoholhoudende dranken worden verstrekt.
Voorbeelden: brood- en lunchconcepten.
horeca categorie 2:
Horeca inrichting waar al dan niet voor gebruik ter plaatse snacks worden verstrekt, en waar eventueel in combinatie daarmee uitsluitend alcoholvrije dranken worden verstrekt.
Voorbeelden: fastfoodconcepten, healthy fastfoodconcepten, snackbars, shoarmazaken.
horeca categorie 3:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar hoofdzakelijk maaltijden worden verstrekt en eventueel, ondergeschikt daaraan, dranken en/of kleine etenswaren worden verstrekt.
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, pizzeria's.
horeca categorie 3*:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar maaltijden en dranken worden verstrekt eventueel in combinatie met kleine etenswaren.
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, eetcafés, grand-cafés, brasseries, bistro's, pizzeria's.
horeca categorie 3**:
Horeca inrichting, die indien geopend altijd uiterlijk vanaf 12:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar hoofdzakelijk maaltijden worden verstrekt, eventueel in combinatie met kleine etenswaren en eventueel, ondergeschikt daaraan, dranken worden verstrekt.
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, pizzeria's.
horeca categorie 4:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie 2, waar hoofdzakelijk dranken worden verstrekt, en waar eventueel in combinatie daarmee kleine etenswaren worden verstrekt, en/of eventueel in combinatie daarmee tot een maximum van 12 keer per jaar entertainment wordt aangeboden, zoals het geven van gelegenheid tot dansen.
Voorbeelden: cafés, bars, pubs, bier-, wijn- en cocktailconcepten.
horeca categorie 5:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca categorie 2, waar hoofdzakelijk dranken worden verstrekt en entertainment wordt aangeboden, zoals het geven van gelegenheid tot dansen, en waar eventueel in combinatie daarmee kleine etenswaren worden verstrekt.
Voorbeelden: clubs, discotheken, feestcafés, uitgaansconcepten, partycentra, danscafés, karaokebars.
horeca categorie 5*:
Horeca inrichting als bedoeld in categorie 5, met een totale bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 250 m2.
Voorbeelden: clubs, discotheken, feestcafés, uitgaansconcepten, partycentra, danscafés, karaokebars.
horeca categorie 6:
Horeca inrichting waar hoofdzakelijk gelegenheid tot tijdelijk slaapverblijf wordt gegeven, en waar eventueel in combinatie daarmee maaltijden, dranken en/of kleine etenswaren worden verstrekt.
Voorbeelden: hotels, motels en pensions
horeca categorie 7:
Horeca inrichting die uitsluitend toegankelijk is voor een besloten groep mensen, zoals leden van een vereniging.
Voorbeelden: (studenten)sociëteiten.
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven, dan wel twee of meer personen in wisselende samenstelling die gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen;
ontmoetingsplek voor jongeren, gericht op recreatie en ontspanning;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig diensten worden verleend, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie;
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 30° en ten hoogste 75° ten dienste van de afdekking van een gebouw;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde;
civieltechnisch bouwwerk;
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeoligie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek;
voorzieningen in de vorm van grootschalige bezoekersextensieve vrijetijdsvoorzieningen (zoals kartbanen, minigolfbanen, lasergamehallen, paintballhallen, bowlingbanen, snooker- en poolcentra en binnenspeeltuinen), wellnessvoorzieningen (zoals sauna's, hammams, massagesalons) en kleinschalige, bezoekersintensieve sport- en recreatievoorzieningen (zoals fitnessstudio's, boksscholen, yogastudio's, dansscholen, muziekscholen, klimhallen en squashbanen), allen met bijbehorende ondersteunende horeca.
Niet onder leisurevoorzieningen vallen grootschalige, bezoekersintensieve vrijetijdsvoorzieningen (zoals casino's, megabioscopen, evemenentenhallen), evenals grootschalige, bezoekersintensieve sport- en recreatievoorzieningen (zoals een basketbalstadion, topsporthal of tropisch zwemparadijs) en culturele voorzieningen (zoals theaters, musea, poptempels etc);
voorzieningen zoals gezondheidszorg, (para)medische en verpleegvoorzieningen, bejaardenvoorzieningen, verzorgingshuizen, welzijnsvoorzieningen, voorzieningen voor jeugd- en kinderopvang, cultuurvoorzieningen, sociale voorzieningen, religieuze voorzieningen, musea, bibliotheken, onderwijsvoorzieningen, wetenschappelijk onderzoek, openbare dienstverlening en verenigingsleven met de bijbehorende ondersteunende detailhandel, horeca en kantoorruimte ten behoeve van de ter plekke aanwezige maatschappelijke bestemming;
bedrijf gericht op het leveren van voorzieningen van openbaar nut, zoals gas, water, elektriciteit en telefoon;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient;
beperkt verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om horeca dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct of indirect en duurzaam met de aarde is verbonden;
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
een gebouwde of ongebouwde voorziening die geschikt is om één of meer motorvoertuigen te parkeren, voor privé en/of gemeenschappelijk gebruik, zoals parkeerterreinen, parkeergarages en garageboxen;
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Een programma van eisen is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het bevoegd gezag.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
voorzieningen waarbij bedrijfsmatig uitoefening van diensten plaatsvindt op het gebied van recreatie, sport-, educatie, toerisme of cultuur;
het bedrijfsmatig – of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt – gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
Gebouwde en/of ongebouwde voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie;
objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken, lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden;
de vloeroppervlakte van de ruimte dan wel van meerdere ruimten, van een gebouw dat wordt gebruikt voor de directe verkoop van goederen.
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels Parkeernormen van de gemeente Leiden met inbegrip van de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan en – indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd – aan die wijziging.
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de lijn waarin de voorgevel van het gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
een (complex van) ruimte(n), geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
elk vaartuig of drijvende constructie, dat/die naar aard en inrichting uitsluitend wordt gebruikt als woning;
een gedeelte van het water dat door een woonschip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen;
een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen op het woonschip, zoals afhouders, meerpalen, loopplanken, plankiers, steigers, een bijboot en een drijvend terras;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, met dien verstande dat indien een gevelvlak niet evenwijdig lopen dan wel verspringen, het gemiddelde geldt van de kleinste en grootste breedte, diepte c.q lengte;
de breedte van een woonschip wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het breedst is;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse voorgevel van de erker en de buitenwerkse gevel van het gebouw waaraan het wordt gebouwd;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf de waterlijn tot aan de hoogste punt van de romp of opbouw, waarbij masten, schoorstenen en dergelijke niet worden meegerekend;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer dan wel -indien aanwezig- van de kelder of souterrainvloet, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de lengte op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is, ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen voor zover nodig zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n), inclusief onderbouw en zolderruimte. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend;
bij toepassing van het in dit artikel bepaalde worden ondergeschikte bouwonderdelen, zijnde:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met uitzondering van:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
1. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1,50 m.
2. De breedte mag niet meer bedragen dan 0,40 m.
3. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 0,50 m².
4. Het aantal reclameborden c.q. reclamezuilen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 1, met dien verstande dat bij hoekpercelen aan elke perceelszijde 1 reclamebord c.q. reclamezuil is toegestaan tot een totaal van maximaal 2.
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
1. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1,50 m.
2. De breedte mag niet meer bedragen dan 0,40 m.
3. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 0,50 m²
4. Het aantal reclameborden c.q. reclamezuilen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 1, met dien verstande dat bij hoekpercelen aan elke perceelszijde 1 reclamebord c.q. reclamezuil is toegestaan tot een totaal van maximaal 2.
De voor 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een luifel gelden in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.1 en lid 5.2.2 de volgende regels:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met uitzondering van:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van erkers, balkons, luifels en portalen buiten het bouwvlak, aan een naar de weg gekeerde gevel van een gebouw binnen het bouwvlak, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een parkeergarage gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de bestaande onderdoorgang behouden te blijven.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de beeldbepalende bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de bestaande onderdoorgang behouden te blijven.
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 voor het bouwen van een berging ten behoeve van een woonschip, met een maximum oppervlakte van 6 m² en in aantal niet meer dan 1 berging per woonschip.
Met uitzondering van de locatie met de aanduiding 'tuin' mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 1 t/m 9' binnen de aangrenzende bestemming 'Water', de oeverstrook tussen de voor- en de achterzijde van een woonschip gebruikt worden als tuin bij het desbetreffende woonschip, mits aan de wegzijde geen beplantingen en geen erfafscheidingen hoger dan 1 m worden aangebracht.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de beeldbepalende bebouwing.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van parkeergarages gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van balkons, luifels, andere overstekende bouwdelen en een overbouwing behorende bij hoofdgebouwen of op de aangrenzende bestemming gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor eventementen ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 1 t/m 9' binnen de aangrenzende bestemming 'Water', mag de oeverstrook tussen de voor- en de achterzijde van een woonschip gebruikt worden als tuin bij het desbetreffende woonschip, mits aan de wegzijde geen beplantingen en geen erfafscheidingen hoger dan 1 m worden aangebracht.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het gestelde in lid 13.1 voor het toestaan van individuele, al dan niet tijdelijke, standplaatsen voor ambulante detailhandel, niet zijnde standplaatsen als onderdeel van een weekmarkt, mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het verwijderen, in vorm en/of omvang wijzigen of toevoegen van de aanduiding 'evenemententerrein', indien het toegestane aantal bezoekers, het maximaal toegestane geluidniveau en/of de categoriale indeling in het gemeentelijke evenementenbeleid wordt gewijzigd.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2 onder c voor het toestaan van vlonders en steigers op andere locaties dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 1 t/m 9', mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 1' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 18 m | |
Breedte | 11 m | 8,5 m | |
Hoogte | 6 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 9,5 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 2' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 18 m | |
Breedte | 11 m | 8,5 m | |
Hoogte | 6 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 9,5 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 3' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 18 m | |
Breedte | 11 m | 8,5 m | |
Hoogte | 6 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 9,5 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 4' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 17 m | |
Breedte | 8 m | 7 m | |
Hoogte | 6 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 10 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 5' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 17 m | |
Breedte | 8 m | 7 m | |
Hoogte | 6 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 10 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 6' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 17 m | |
Breedte | 8 m | 7 m | |
Hoogte | 3,5 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 8 m | ||
Diepgang | 1,25 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 7' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 20 m | 18 m | |
Breedte | 7,5 m | 6,5 m | |
Hoogte | 3,5 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 7,5 m | ||
Diepgang | 0,75 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 8' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 18 m | 15 m | |
Breedte | 6 m | 5 m | |
Hoogte | 4 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 5,5 m | ||
Diepgang | 0,75 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonschepenligplaats 9' gelden de volgende regels:
Maximum afmetingen | Ligplaats | Opbouw | Woonschip |
Lengte | 18 m | 15 m | |
Breedte | 6 m | 5 m | |
Hoogte | 4 m | ||
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 5,5 m | ||
Diepgang | 0,75 m |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 14.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van erkers, balkons, luifels en portalen buiten het bouwvlak, aan een naar de weg gekeerde gevel van een gebouw binnen het bouwvlak, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak bij gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak mag binnen 2,5 m vanaf het bouwvlak niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende gebouw binnen het bouwvlak plus 0,3 m, met een maximum bouwhoogte van 4 m en mag op een afstand van meer dan 2,5 m vanaf het bouwvlak niet meer bedragen dan 3 m.
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de bestaande onderdoorgang behouden te blijven.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de beeldbepalende bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 15.5 sub c onder 4 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteit dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten - aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
De voor 'Leiding – Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
'hartlijn - leiding gas';
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding – Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 30 m²:
Het bepaalde in lid 18.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 18.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m²:
Het bepaalde in lid 19.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 19.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 75 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 500 m²:
Het bepaalde in lid 20.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 20.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m²:
Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 21.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.
a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2 met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels.
b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt verleend indien de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
c. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
b. het planten of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij boomstronken worden verwijderd;
c. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen.
a. De in lid 22.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
b. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
Het bepaalde in lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden
die:
a. het normale onderhoud betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag;
b. op het tijdstip, waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn op grond van een geldige vergunning, of mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of ontgrondingenvergunning.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming mogen bouwwerken binnen de aanduiding 'karakteristiek' gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd mits:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten in de zin van de Wet geluidhinder worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 26.1.1 ten behoeve van de bouw van geluidgevoelige objecten, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – geurzone' mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten in de zin van de Wet geurhinder en veehouderij worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden met betrekking tot de bouw van bouwwerken de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.3.1. voor het bouwen van nieuwe bebouwing, indien:
1. een ontwikkeling binnen een molenbiotoop waarin vrije windvang en het zicht op de molen al zijn beperkt door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt, of zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd, of
2. een ontwikkeling binnen een bijzondere molenbiotoop, waarvan de plaats geometrisch is begrensd en verbeeld op 'Kaart 9 Cultureel erfgoed' van de Verordening Ruimte, mits de molen en de molenbiotoop op een goede manier ruimtelijk worden ingepast.
De hoogte van de bebouwing binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad 25m' mag niet meer bedragen dan 25 meter.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 26.4.1 teneinde hogere bebouwing toe te laten, mits het functioneren van het straalpad daardoor niet wordt geschaad. Het bevoegd gezag hoort daartoe de beheerder van het straalpad.
De hoogte van de bebouwing binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad 30m' mag niet meer bedragen dan 30 meter.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 26.5.1 teneinde hogere bebouwing toe te laten, mits het functioneren van het straalpad daardoor niet wordt geschaad. Het bevoegd gezag hoort daartoe de beheerder van het straalpad.
De hoogte van de bebouwing binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad 35m' mag niet meer bedragen dan 35 meter.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 26.6.1 teneinde hogere bebouwing toe te laten, mits het functioneren van het straalpad daardoor niet wordt geschaad. Het bevoegd gezag hoort daartoe de beheerder van het straalpad.
De hoogte van de bebouwing binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad 40m' mag niet meer bedragen dan 40 meter.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 26.7.1 teneinde hogere bebouwing toe te laten, mits het functioneren van het straalpad daardoor niet wordt geschaad. Het bevoegd gezag hoort daartoe de beheerder van het straalpad.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Zuidwest.