Plan: | Morskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00078-0301 |
Het Morskwartier beslaat zo'n 167 hectare. het gebied wordt veelal gekenmerkt door traditionele eengezinswoningen en gestapelde woningen. In het zuiden van het gebied bevinden zich langs de Oude Rijn ook nog enkele vrijstaande woningen. Opvallend zijn de twee bloemkoolbuurtjes in het noorden (Bockhorst) en het zuidwesten (rondom de Onafhankelijkheidsweg) van het plangebied. Andere woongebieden in het gebied betreffen de Hoge Mors (in het zuiden) en de Lage Mors (in het noordoosten).
De wijk is een uitbreiding tussen Rijn en Plesmanlaan en heeft gevarieerde randen met diverse functies waartussen een aantal woongebieden liggen. De grootste waarde is de historische bebouwing van Lage Mors en Rijnoevers in combinatie met de rustige woonbuurten.
De Rijndijk en Hoge Morsweg zijn gevarieerde overwegend groene linten aan beide kanten van de Rijn waar ook bedrijven aan liggen.
De Transvaalbuurt is een lint met gevarieerde kleinschalige bebouwing aan stenige straten. De oorspronkelijke bebouwing heeft kleine voortuinen en is georiënteerd op de weg.
Lage Mors is een vooroorlogse buurt met in hoofdzaak rijen woningen van twee lagen met variërende kappen aan groene straten. De bebouwing bestaat in hoofdzaak uit twee onder één kap woningen en rijen en vormt samenhangende clusters. Rooilijnen lopen evenwijdig aan de weg en zijn per cluster in samenhang. De opbouw varieert, maar bestaat in het algemeen uit twee lagen met een plat dak of een kap. Met name grotere woningen en hoekwoningen hebben een gedifferentieerde opbouw. Zichtbare gevels zijn representatief. Er komen veel op-, aan- en uitbouwen voor. De detaillering is veelal zorgvuldig en per cluster in samenhang. De rand van het dak is veelal benadrukt door een uitkragende dakgoot. Het materiaal- en kleurgebruik is per cluster in samenhang en veelal traditioneel. Gevels zijn grotendeels van baksteen met accenten en hellende daken zijn veelal gedekt met keramische pannen.
Hoge Mors, Bockhorst en Koppelstein zijn uitbreidingen gebouwd in meerdere fasen met rijen woningen van twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. De woningbouw heeft een samenhangende compositie door herhaling van zowel woningtype als rijen en blokken. De rooilijnen verspringen enigszins. De noklijnen zijn overwegend recht en lopen evenwijdig aan de straat. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De rijwoningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met een zadeldak waarbij verlengde daken en aanbouwen vaak voorkomen. De dakvlakken zijn regelmatig voorzien van dakkapellen. De materialisering en detaillering zijn meestal eenvoudig en seriematig met weinig accenten. De gevels zijn soms voorzien van houten of kunststof puien, daken hebben veelal donkere pannen. Samenhangend kleurgebruik is standaard.
Park Kweeklust heeft een vrije en groene structuur met complexen gestapelde woningen en gebouwen met andere functies. De relatief grootschalige gebouwen zijn vrijstaand en variëren in massa en opbouw. Ze zijn georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte waarbij de rooilijnen ten opzichte van elkaar verspringen. De plattegrond varieert en is meestal eenvoudig. De opbouw varieert en bestaat in het algemeen uit een onderbouw van meerdere lagen met een plat dak. De detaillering is meestal van een gemiddeld niveau. Materialen en kleuren zijn overwegend traditioneel. Kleuren zijn veelal rustig en sober, met hier en daar een accentkleur.
Centraal in de wijk ligt een groot sportpark met eenvoudige bebouwing in een groene omgeving. Op dit sportpark liggen twee voetbalverenigingen: FC Rijnland en VV Leiden. Tevens zijn de Leidse Rugby club Diok en de tafeltennisvereniging Docos op het park gelegen. Voorts staat op het terrein een grote sporthal, de 3 oktoberhal. In deze hal wordt getennist en er zijn vier squashbanen. Tot slot is meer zuidelijk de korfbalvereniging Cresendo aan de Saffierstraat gelegen.
Detailhandel is met name geconcentreerd in de woonservicezone rondom het Diamantplein, welke wordt toegelicht in paragraaf 4.6.2. Deze detailhandel vormt een winkelconcentratie in het centrum van de wijk, dat dienst doet als wijkwinkelcentrum voor het gehele plangebied.
Aan de westzijde in het plangebied is begraafplaats Rhijnhof gelegen. De begraafplaats is gesitueerd op de voormalige tuinen van het buitenhuis Rhijnhof dat ten oosten van de begraafplaats is gesitueerd aan de Rhijnhofweg. Het buitenhuis is aangemerkt als Rijksmonument. Het geheel vorm samen een landgoed en is ook op basis van provinciaal beleid zo aangeduid. In paragraaf 4.3.2. van de toelichting wordt hier nader op ingegaan.
De noordgrens van het plangebied wordt gevormd door de Plesmanlaan. Dit is een belangrijke stadsentree van Leiden. Aan deze route zijn twee grote kantorenlocaties en een hotel gelegen. De overige twee kantorenlocaties in het gebied, nabij het Diamantplein en nabij de 3 Oktoberhal, zijn van een kleinschalig niveau.
In het gebied zijn geen grote bedrijventerreinen gelegen. Gezien van de A44 liggen onder andere de volgende bedrijven aan de Plesmanlaan: Zorgverzekeraar zorg en zekerheid, BCIP, Caupona B.V, UWV, Het Motorhuis en Heerema Marina contractors. Daarnaast is in het zuiden van het gebied scheepswerf Akerboom gevestigd. Het aspect bedrijven en milieuzonering is nader uitgewerkt in paragraaf 4.7.1.