direct naar inhoud van Artikel 16 Leiding - Riool
Plan: Kooiplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00068-0302

Artikel 16 Leiding - Riool

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een afvalwaterstransportleiding.

16.2 Bouwregels
  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 16.1 bedoelde bestemming niet worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen op de gronden, indien en voor zover de belangen van de afvalwatertransportleiding niet onevenredig worden aangetast, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat deze bebouwing niet in strijd mag zijn met de regels die van toepassing zijn voor de betreffende bestemming;
  • c. alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning ten behoeve van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde als bedoeld onder b wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder;
  • d. van het advies van de leidingbeheerder kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van ontgrondingen;
  • b. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • d. het verrichten van graafwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk, niet zijnde diepploegen en de aanleg van drainageleidingen;
  • e. het verrichten van grondophogingen;
  • f. het indrijven van voorwerpen.
16.3.2 Uitzonderingen
  • a. Het bepaalde in lid 16.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming van die grond gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • c. de werken en werkzaamheden als bedoeld in sub a en b zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in het eerste lid genoemde zone gelegen leiding ontstaat of kan ontstaan.
16.3.3 Adviesprocedure

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.3.1 wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.