direct naar inhoud van Artikel 15 Leiding - Gas
Plan: Kooiplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00068-0302

Artikel 15 Leiding - Gas

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse hoge druk aardgasleiding en overige kabels.

15.2 Bouwregels
  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 15.1 bedoelde bestemming niet worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen op de gronden, indien en voor zover de belangen van de kabels en leidingen niet onevenredig worden aangetast, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat deze bebouwing niet in strijd mag zijn met de regels die van toepassing zijn voor de betreffende bestemming;
  • c. alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning ten behoeve van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde als bedoeld onder b wordt advies ingewonnen bij de beheerder van de kabels en leidingen;
  • d. het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld onder b in afwijking van het advies van de beheerder van de kabels en leidingen vindt uitsluitend plaats indien vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring is ontvangen, dat zij geen bezwaar hebben tegen het verlenen van een vergunning.
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
15.3.2 Uitzonderingen
  • a. Het bepaalde in lid 15.3.1is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming van die grond gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • c. de werken en werkzaamheden als bedoeld in sub a en b zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in het eerste lid genoemde zone gelegen kabels en leidingen ontstaat of kan ontstaan.
15.3.3 Adviesprocedure

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.3.1 wordt advies ingewonnen bij de beheerder van de kabels en leidingen.