direct naar inhoud van Artikel 12 Verkeer
Plan: Lammenschansdriehoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00067-0301

Artikel 12 Verkeer

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer met bijbehorende voorzieningen;
  • b. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. in- en uitritten;
  • h. hondenuitlaatplaatsen;
  • i. kunstobjecten;
  • j. straatmeubilair;
  • k. markten en standplaatsen voor ambulante handel;
  • l. (ondergrondse) inzamelpunten voor huishoudelijke afvalstoffen;
  • m. terrassen ten behoeve van horecadoeleinden;
  • n. balkons, luifels en overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming;
  • o. een overbouwing, behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing'.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

12.2.2 Balkons, luifels en overstekende bouwdelen

Voor het bouwen van balkons, luifels en overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming gelden in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende bepalingen:

  • a. De diepte van een balkon, luifel of overstekend bouwdeel mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van een balustrade op een balkon mag niet meer bedragen dan 1,20 m vanaf de bovenkant vloer van het balkon.
  • c. Balkons, luifels en overstekende bouwdelen zijn niet toegestaan aan overbouwingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing'.
12.2.3 Overbouwing

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' is een overbouwing toegestaan, waarbij in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende bepalingen gelden:

  • a. De goot- en bouwhoogte van de overbouwing mogen niet meer bedragen dan toegestaan binnen de aangrenzende bestemming.
  • b. De vrije ruimte onder een overbouwing mag niet minder bedragen dan één bouwlaag.
12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijkingen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 onder c voor het bouwen van een balkon, luifel of overstekend bouwdeel aan een overbouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing'.

12.3.2 Algemene criteria afwijkingen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen, mits:

  • a. wordt voldaan aan de maatvoeringseisen zoals genoemd in lid 12.2.2 onder a en b;
  • b. dit aanvaardbaar is binnen de stedenbouwkundige structuur en karakteristiek van de omgeving.
  • c. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Het aantal rijstroken mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal rijstroken, zoals aangegeven in bijlage 3 (Overzicht rijstroken).