Plan: | De Waard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00006-0302 |
Landelijke Wet-/regelgeving en beleid
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat overheden bij het vaststellen van bestemmingsplannen moeten aantonen dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening (Wro artikel 3.1 lid 1). Onderdeel hiervan is het zorgen voor een goede milieuzonering: de overheid dient er op toe te zien dat er voldoende afstand in acht wordt genomen tussen enerzijds functies die hinder of gevaar veroorzaken (bijvoorbeeld bedrijven), en anderzijds functies die daar last van hebben (bijvoorbeeld woningen). Die afstand moet ook weer niet onnodig groot zijn, omwille van een efficiënt ruimtegebruik.
In de praktijk wordt hiervoor doorgaans gebruik gemaakt van de handreiking “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) (editie 2009). Deze handreiking beveelt per standaard bedrijfstype een afstand aan tot woningen of andere 'kwetsbare' functies. De afstand hangt o.a. af van de aard van de omgeving: een rustige woonwijk verdient een hoger beschermingsniveau dan een gebied waar al enige hinder is van bedrijven of infrastructuur (gemengd gebied). Een indicatie van richtafstanden bij verschillend bedrijfstypes is weergegeven in onderstaande tabel.
richtafstand (in meters) tot omgevingstype | ||
categorie | rustige woonwijk en rustig buitengebied | gemengd gebied |
1 | 10 | 0 |
2 | 30 | 10 |
3.1 | 50 | 30 |
3.2 | 100 | 50 |
4.1 | 200 | 100 |
4.2 | 300 | 200 |
In gebieden met functiemenging, zoals binnensteden, kunnen sommige soorten bedrijven aanpandig of inpandig aan woningen grenzen. Dit is in dat soort gebieden vaak al de praktijk.
Ook kan gekeken worden naar de specifieke situatie bij een bedrijf: als een bedrijf afwijkt van het 'gemiddelde' bedrijf uit de VNG handreiking, of als het bedrijf al beperkt wordt door bestaande woningen in de buurt, kan een andere afstand worden aangehouden. Die wordt dan onderbouwd met onderzoek dat aantoont dat met die afstand een goed woon- en leefklimaat behouden blijft. In bijlage 1 is de staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen tot en met milieuzoneringscategorie 3.2 afkomstig uit bovenstaande VNG-uitgave.
Lokale situatie
In de Zeeheldenbuurt zijn met name woningen aanwezig. Ook bedrijvigheid komt voor zoals detailhandel, horeca, een school, een garage en een houtbewerker. In deze woonwijk zijn geen bedrijven gewenst met milieubelastende activiteiten. Alleen bedrijven uit de categorie 1 en 2 zijn hier wenselijk. In één geval (Zijlsingel 6, bedrijf G. Zwart, categorie 3.2) wordt hieraan niet voldaan. Dit bedrijf krijgt een maatbestemming. Indien er na bedrijfsbeëindiging andere bedrijven zich willen vestigen op deze locatie is dit alleen mogelijk indien deze bedrijven behoren tot milieuzoneringscategorie 1 of 2. Overigens zijn er woningbouwplannen voor dit terrein in ontwikkeling.
Op het bedrijventerrein De Waard zijn met name bedrijven aanwezig. De meeste bedrijven vallen in de sectoren industrie, bouwnijverheid, handel en reparatie en zakelijke dienstverlening. In dit bestemmingsplan is een deel van het bedrijventerrein bestemd voor bedrijven uit milieucategorie 2. Het betreft het deel dat nabij veel woningen is gelegen. Zie hiervoor ook het rode kader in onderstaande afbeelding.
Voor het overige deel van het bedrijventerrein geldt dat bedrijven uit milieucategorie 3.1 zich kunnen vestigen. In artikel 3.5.1 behorende bij de ontheffing van de gebruiksregels staat dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn af te wijken (afwijkingsbesluit) van het bepaalde in artikel 3.1 onder a ten behoeve van het toelaten van een ander bedrijf binnen de categorie 3.2 dan in artikel 3.1 onder a is aangegeven, mits dat bedrijf naar aard en invloed op de omgeving met een bedrijf binnen de categorie 1, 2 of 3.1 gelijk gesteld kan worden.
In een negental situaties kan niet aan dit wensbeeld worden voldaan. Deze bedrijven krijgen een maatbestemming. Het gaat om de volgende bedrijven:
bedrijf | adres | milieuzoneringscategorie |
Jongeneel Leiden BV | J.C. de Rijpstraat 7 | 3.2 |
Wissellocatie en Milieustraat Leiden | J.C. de Rijpstraat 11 | 4.2 |
Scheepswerf Stallinga | Admiraal Banckertweg 19 | 4.1 |
E. van Diemen Sloop BV | Admiraal Banckertweg 32 | 4.2 |
Polymetaal | Evertsenstraat 69C | 3.2 |
Meester Techniek | Dorus Rijkersweg 23 | 3.2 |
Goba vof | Admiraal Banckertweg 3 | 3.2 |
Akerboom Yacht Equipment | Admiraal Banckertweg 5 | 3.2 |
Technico Services | Willem Barentszstraat 41 | 3.2 |
Deze bedrijven zullen via een aanduiding op de verbeelding een maatwerkbestemming krijgen. Bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten geldt dat bedrijven tot en met milieuzoneringscategorie 3.1 zich kunnen vestigen.
Scheepswerf Stallinga
De exploitant van scheepswerf Stallinga wenst ter plaatse grote metalen schepen (langer dan 25 meter) te kunnen behandelen. Volgens de Wet Milieubeheer is bij de behandeling van metalen schepen met een lengte van meer dan 25 meter sprake van een grote lawaaimaker volgens de Wet geluidhinder met een bijbehorende milieuzoneringscategorie 5.1.
Het vigerende bestemmingsplan De Waard staat ter plaatse slechts een kleinschalige scheepswerf met een geringe capaciteit toe. De milieubelasting blijft daardoor aanvaardbaar. Uitbreiding van de oppervlakte wordt op grond van het bestemmingsplan niet toegestaan.
Ook in de Structuurvisie Leiden 2025 is vermeld dat het beeld langs de zuidkant van het eiland aan de Nieuwe Rijn gedomineerd zal blijven door kleinschalige scheepswerfjes.
Bovendien ligt de werf nabij een woonwijk en zal bij medewerking aan het vestigen van een grote lawaaimaker het terrein ter plaatse in verband met het geluid moeten worden gezoneerd.
Het is niet wenselijk deze activiteit in het nieuwe bestemmingsplan te legaliseren.
In de bijlagen is een overzicht (2) opgenomen van de bedrijven binnen het plangebied die bekend zijn bij de Milieudienst.