direct naar inhoud van 7.1 Uitgangspunten van het bestemmingsplan
Plan: Leiden Schuttersveld e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00003-0301

7.1 Uitgangspunten van het bestemmingsplan

Parkeren

In de planregels zijn geen bepalingen omtrent parkeernormen opgenomen. Parkeernormen zijn aan veranderingen onderhevig, bijvoorbeeld als gevolg van het autobezit en gebruik. Het zou onjuist zijn om in het plan een norm op te nemen die aan veroudering onderhevig is. Niettemin moet toch worden voldaan aan normen inzake de aanwezigheid van voldoende parkeerplaatsen. Bij nieuwbouw of functiewijziging ziet de gemeente er op toe dat voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein dan wel in of onder een gebouw beschikbaar is. Dat betreft zowel de gebruikers als de bezoekers van een gebouw.

Momenteel wordt een parkeerbeleidsplan voorbereid, waarin de parkeernormen voor Leiden worden vastgelegd. Een concept - parkeerbeleidsplan is door B&W in de zomer van 2011 voor inspraak vrijgegeven. Als dat door de gemeenteraad is vastgesteld zal een bouwplan in eerste instantie, voor wat betreft het parkeren aan dat plan worden getoetst. Zolang voor de Leidse situatie geen parkeernormen zijn vastgesteld, zullen de parkeernormen van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) worden gebruikt.

Op grond van de Bouwverordening (artikel 2.5.30) zal in voorkomende gevallen een parkeereis worden gesteld. Als daaraan niet wordt voldaan kan de vergunning geweigerd worden, ook al past het gebouw in het bestemmingsplan. De aanbevelingen van het CROW worden gebruikt als richtlijn om de benodigde parkeerbehoefte te bepalen. In de desbetreffende publicaties wordt gedetailleerd aangegeven wat de standaard parkeerbehoefte is in relatie tot de functie van een gebouw.

De Bouwverordening bevat een ontheffingsmogelijkheid. Daarop kan een beroep gedaan worden als het voorgenomen gebruik van een gebouw daartoe een duidelijke aanleiding geeft als gevolg van bijzondere omstandigheden die leiden tot overwegende bezwaren. De ontheffing is te beschouwen als een 'hardheidsclausule'. Dat wil zeggen: alleen toepasbaar in die uitzonderlijke situaties waarin in redelijkheid niet geƫist kan worden dat aan de vastgestelde normen moet worden voldaan. In artikel 2.5.30 lid 6 worden een paar omstandigheden opgenoemd zoals een meer dan gemiddeld aantal klanten of bezoekers aan een detailhandelsbedrijf.