direct naar inhoud van 4.7 Bedrijven, detailhandel, horeca en dienstverlening
Plan: Leiden Schuttersveld e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00003-0301

4.7 Bedrijven, detailhandel, horeca en dienstverlening

Provinciaal en regionaal

Regionale Detailhandelsvisie (2006)

Op initiatief van het Regionaal Economisch Overleg Rijn en Bollenstreek (REO) is de vernieuwde regionale structuurvisie detailhandel, 'De Visie Voorbij', tot stand gekomen. Na vaststelling zal deze visie inhoudelijk de basis vormen voor het regionaal detailhandelsbeleid in de Rijn- en Bollenstreek tot 2005. In de visie wordt aandacht besteed aan het vigerende regionale detailhandelsbeleid en worden rondom een aantal thema's concrete en nieuwe beleidslijnen voorgesteld. Speciale aandacht wordt besteed aan het (risico van) wegvallen van winkelvoorzieningen op wijk- en buurtniveau voor buurtbewoners (ouderen). Om de geformuleerde beleidsdoelstellingen ook daadwerkelijk waar te kunnen maken zal (aanvullend) lokaal beleid worden geformuleerd.

Ten aanzien van detailhandel kan geconstateerd worden dat de detailhandelsvoorzieningen in de wijken steeds verder onder druk komen te staan. Met name voor de "kleine zelfstandigen" wordt het steeds moeilijker op een verantwoorde wijze de bedrijfsvoering te continueren. Dat betekent niet per definitie dat detailhandelsvoorzieningen geheel uit de wijken zullen verdwijnen; ook de grote concerns werken bijvoorbeeld met nieuwe formules op wijkniveau. Het nieuwe aanbod van de grote concerns zal het functioneren van de kleine lokale ondernemers echter nog meer onder druk kunnen zetten. Wanneer autochtone winkeliers in met name de kleinschalige winkelclusters hun bedrijf beëindigen nemen steeds vaker allochtone winkeliers hun plaats in. Hoewel deze winkels zich vooral op de "eigen" doelgroep richten, kunnen ze een belangrijke functie vervullen in het garanderen van het aanbod van dagelijkse goederen op korte afstand in de wijken.

Kantorenstrategie Holland Rijnland (2012)

De nieuwe kantorenstrategie geeft antwoord op de vraag hoe Holland Rijnland kan komen tot een gezonde kantorenmarkt. Deze nieuwe strategie moet de huidige kantorenstrategie, uit 2006 vervangen.

Holland Rijnland wil met deze regionale kantorenstrategie ruimte bieden aan de ontwikkeling van duurzame kantoren op locaties met goede voorzieningen, die met openbaar vervoer en/of met de auto goed bereikbaar zijn. Het juiste kantoor op de juiste plek is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Daarnaast moet het aanbod kwantitatief en kwalitatief passen bij de na te streven regionale en lokale economische groei en werkgelegenheid. De strategie zal daarom een bijdrage moeten leveren aan het terugbrengen van het aanbod tot het niveau van de frictieleegstand van 5% die nodig is voor een goede marktwerking en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het stedelijk gebied. De strategie maakt hiermee duidelijk hoe de regio de kansen wil benutten om werkgelegenheid te behouden en te accommoderen en tevens te komen tot een duurzame kantoorontwikkeling tot 2025 en biedt hiervoor het beleidskader.

De opgave voor Holland Rijnland om te komen tot een gezonde kantorenmarkt is drieledig:

  • a. Planreductie. Het temporiseren èn schrappen van plannen voor nieuwe kantoren is noodzakelijk.
  • b. Renovatie. Bestaande kantoren op goede locaties verdienen een investering om deze weer up-to-date te maken.
  • c. Onttrekking. Kansloos vastgoed zal door middel van transformatie een andere functie moeten krijgen.

De samenwerkende gemeenten van Holland Rijnland maken in deze kantorenstrategie bindende afspraken. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland zal deze afspraken bewaken en gemeenten er op aan spreken inden de afspraken niet juist worden nageleefd.

De samenwerkende gemeenten van Holland Rijnland spreken met betrekking tot planreductie af:

Het aanbod van kantoren te verminderen, enerzijds via planreductie en anderzijds door te stimuleren dat bestaand verouderd vastgoed uit de markt wordt gehaald middels transformatie naar andere functies;

Per kantorenlocatie een duidelijk profiel te ontwikkelen dat aansluit op de potenties van deze gebieden. Daarnaast zullen de gemeenten bij planontwikkeling en afgifte van een vergunning sturen op elementen als flexibiliteit, uitstraling, duurzaamheid, alternatieve aanwendbaarheid en onderscheidend vermogen van de locaties en het vastgoed. Meer aandacht zal worden gegeven aan functiemenging en de aanwezigheid van voorzieningen alsmede voldoende parkeergelegenheid bij kantorenlocaties.

  • Dat voor kantoren een uitgifteprotocol geldt waarbij de SER-ladder wordt gehanteerd;
  • De verkantorisering op bedrijventerreinen tegen te gaan.
  • Kiezen voor locaties

Kiezen betekent aanwijzen van locaties die wel of geen toekomstwaarde hebben als kantorenlocatie. Binnen Holland Rijnland zijn drie categorieën van kantorenlocaties te onderscheiden.

Duurzame kantoorlocaties

Werkgelegenheidsgroei en de daarbij horende groei van het aantal m² kantoren is op deze locaties gewenst. Locaties: Bio Science Park, Space Businesspark en de stationsgebieden van Leiden Centraal en Alphen aan den Rijn.

Niet-duurzame kantoorlocaties

Deze locaties zijn binnen de huidige en toekomstige markt niet meer geschikt voor kantoren. De opgave is hier om per saldo het aantal m² aan kantoorareaal terug te dringen. Locaties: Plesmanlaan, Kanaalpark en Henry Dunantweg.

W4-locatie (Wonen, Water, Wegen en Werken)

Binnen Holland Rijnland heeft de snelweglocatie aan de A4 een aparte status. De bestaande plancapaciteit voor deze kantorenlocatie is hoog. De verschillende deellocaties van W4 worden geoptimaliseerd door in het multifunctionele programma het aandeel niet-kantoorfuncties te vergroten.

Gemeentelijk

Detailhandelstructuurvisie (2005)

De detailhandelstructuurvisie is het toetsingskader bij de actualisatie van bestemmingsplannen en ontwikkelingen en initiatieven die marktpartijen de komende jaren in de stad willen realiseren.

De belangrijkste voornemens uit deze visie zijn:

  • het uitbouwen van de recreatieve winkelfunctie van het centrum en een vermindering van het supermarktaanbod in de binnenstad;
  • een concentratie van goede wijkwinkelvoorzieningen in de winkelcentra Kopermolen, Luifelbaan, Stevensbloem, Diamantplein en Kooiplein;
  • de realisatie van een (grote) supermarkt op het Kooiplein;
  • het overlaten van (grootschalige) thematische ontwikkelingen (wonen, witgoed en bouwmarkten) aan de buurgemeenten Leiderdorp en Zoeterwoude.

De voornemens uit deze visie hebben geen betrekking op voorliggend bestemmingsplangebied.

Startersnota (2004)

Deze nota beschrijft en evalueert het beleid van de gemeente Leiden voor het ondersteunen van startende ondernemingen en doet voorstellen voor de toekomstige koers van dit beleid. Het beleid richt zich op vier prioriteiten. De belangrijkste in het kader van het bestemmingsplan is het behoud en de uitbreiding van bedrijfshuisvesting voor startende ondernemers.