direct naar inhoud van 4.2 Waterhuishouding
Plan: Leiden Schuttersveld e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00003-0301

4.2 Waterhuishouding

4.2.1 Europees en nationaal

Europese kaderrichtlijn water (2000)

Deze kaderrichtlijn Water beoogt het instrumentarium te bieden om oppervlaktewater en grondwater in zowel kwalitatief als kwantitatief opzicht te beschermen en te verbeteren. Ook het bevorderen van een duurzaam watergebruik, op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen, en de afzwakking van de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte vormen belangrijke doelstellingen. Om deze doelen te realiseren, reikt de richtlijn diverse instrumenten aan zoals maatregelenprogramma's, stroomgebiedbeheersplannen, monitoringverplichtingen en economische analyses van het watergebruik inclusief de kostenterugwinning van waterdiensten.

Nationaal Waterplan 2009 - 2015 (2009)

In december 2009 heeft het kabinet het Nationale Waterplan vastgesteld. Het Nationale Waterplan is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. In de Waterwet is vastgelegd dat het rijk dit plan eens in de zes jaar opstelt. Het is de opvolger van de vierde Nota waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Op basis van art. 2.3 Wro heeft de Minister de bevoegdheid om ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening structuurvisies vast te stellen. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening is het Nationale Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens structuurvisie.

De Vierde Nota waterhuishouding ging uit van integraal waterbeheer en een watersysteembenadering. Dit wordt met het nationaal waterplan voortgezet. Met het waterplan wordt ingezoomd op verschillende vlakken. Voor een duurzaam waterbeleid is het belangrijk om water de ruimte te geven en waar mogelijk mee te bewegen met en gebruik te maken van natuurlijke processen, zoals nu al gebeurt bij Ruimte voor de Rivier. Het rijk vindt het daarbij van belang dat bij alle wateropgaven en -maatregelen maximaal wordt aangesloten bij andere opgaven en maatregelen. Voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem is het ook van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn.

Nota anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (2000)

Deze Nota is uitgegeven door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en verwoord het kabinetsstandpunt over het waterbeleid in de 21e eeuw. De Nota heeft als doelstelling een ander waterbeleid te realiseren, aangezien het huidige watersysteem voor de toekomst niet op orde is. Aanleiding voor dit rapport is de situatie in de jaren '90 toen verschillende delen van Nederland regelmatig te maken hadden met wateroverlast. Dit deed maatschappelijk en politiek de vraag rijzen of Nederland wel zijn waterhuishouding op orde had voor de 21e eeuw.

Door anders om te gaan met water moet er geanticipeerd worden op een stijgende zeespiegel een stijgende rivierafvoer, bodemdaling en een toename van de neerslag. Compensatie en waterberging zijn enkele onderdelen van dit beleid waar bij de ontwikkeling van de speerpunten en andere ontwikkelingen in het plangebied rekening mee is gehouden.

Het in het plangebied aanwezige water wordt behouden. Het verhard oppervlak zal in dit conserverende bestemmingsplan niet wijzigen.

4.2.2 Provinciaal en regionaal

Waterbeheerplan (2010-2015)

Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van het Hoogheemraadschap van Rijnland (hierna: Rijnland) van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op de uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen. Het Waterbeheerplan 2010-2015 is raadpleegbaar op de site van Rijnland.

Keur en Beleidsregels 2009 

Per 22 december 2009 is de nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. De Beleidsregels zijn in 2011 geactualiseerd. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem.

De “Keur en Beleidsregels” maken het mogelijk dat Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:

  • Waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden).
  • Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken).
  • Andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen).

De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website van Rijnland.

Voorkeursvolgorde voor Afvalwater en zorgplicht behandeling Hemelwater

Rijnland geeft de voorkeur aan het scheiden van hemelwater en afvalwater, mits het doelmatig is. Wij volgen hierbij de voorkeursvolgorde (rijksbeleid), waarbij voorop staat het voorkomen van het ontstaan van afvalwater, als er afvalwater is het zoveel mogelijk beperken van verontreiniging en waar mogelijk afvalwaterstromen worden gescheiden. De gemeente kan gebruik maken van deze voorkeursvolgorde bij de totstandkoming van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze voorkeursvolgorde is echter geen dogma. De uiteindelijke afweging zal lokaal moeten worden gemaakt, waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal staat. Rijnland streeft naar samenwerking in de afvalwaterketen en wil hierover graag adviseren.

Naast een voorkeursvolgorde voor afvalwater geldt voor de behandeling van hemelwater de zorgplicht. Rijnland geeft daarbij de voorkeur aan brongerichte maatregelen boven 'end-of-pipe' maatregelen. Het te lozen hemelwater mag geen significante verslechtering van de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater veroorzaken. Voorbeelden om dit te bereiken zijn duurzaam bouwen, infiltratie, het toepassen van berm- of bodempassage en (straat)kolken met extra zand-slibvang of zakputten. Als ondanks de zorgplicht en de preventieve maatregelen het te lozen hemelwater naar verwachting een aanmerkelijk negatief effect heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan in overleg tussen gemeente en waterschap gekozen worden voor aanvullende voorzieningen, een verbeterd gescheiden stelsel of - als laatste keus - aansluiten op het gemengde stelsel.

Handreiking Watertoets (december 2011)

De watertoets is vanaf november 2003 opgenomen in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). In het kader van het artikel 3.1.1. Bro-overleg is de waterbeheerder overlegpartner bij het opstellen van bestemmingsplannen.

Om problemen met wateroverlast te voorkomen, om een goede waterkwaliteit te waarborgen en om de beleving van water voor burgers te vergroten, is het watertoetsproces in het leven geroepen. Het doel van het watertoetsproces is om, in een zo vroeg mogelijk stadium rekening te houden met water in ruimtelijke plannen en besluiten. In de startovereenkomst Waterbeleid voor de 21e eeuw en in het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben de gezamenlijke overheden bepaald dat water een sturend principe moet zijn in de ruimtelijke ordening. De watertoets is het proces waarbij de waterbeheerder (in dit geval het Hoogheemraadschap van Rijnland) en de initiatiefnemer van het ruimtelijke plan (bijvoorbeeld gemeente, projectontwikkelaar, particulier) samenwerken. Het samenwerkingsproces moet uiteindelijk leiden tot een zogenaamde 'waterparagraaf' die onderdeel uitmaakt van het uiteindelijke plan of besluit. Het resultaat van overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland is opgenomen in de Waterparagraaf.

Beleidsplan groen, water en milieu 2006-2010

In het Beleidsplan Groen, water en milieu 2006 - 2010 geeft de provincie Zuid-Holland aan hoe zij in de komende periode om wil gaan met groen, water en milieu. Het nieuwe beleidsplan omvat het Milieubeleidsplan en het Waterhuishoudingsplan. Met duurzaamheid als uitgangspunt wil de provincie Zuid-Holland in het handelen van nu de gevolgen op lange termijn meewegen. Om de kwaliteit van de omgeving duurzaam te verbeteren krijgt het milieu- en waterbeleid een meer sturende rol in ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Er is in het beleidsplan, naast aandacht voor water en groen, onder meer aandacht voor externe veiligheid, luchtkwaliteit en bodemkwaliteit. De provincie Zuid-Holland heeft voor bodemonderzoek richtlijnen en aanbevelingen opgesteld in de Nota 'Regels voor Ruimte', die inmiddels is vervangen door de Verordening Ruimte van Zuid-Holland.

Bestemmingsplannen Blauw gekleurd (2001)

De provincie heeft zich er voor uitgesproken om water een volwaardige plaats te geven en stelt het verplicht om in bestemmingsplannen een waterparagraaf op te nemen. Daarnaast is het van groot belang dat vanaf het begin van het planproces overleg wordt gevoerd tussen gemeente en waterbeheerder(s), om op goede wijze rekening te houden met uitgangspunten van duurzaam waterbeheer. Met "Bestemmingsplannen blauw gekleurd" geeft de provincie richtlijnen voor de invulling van de waterparagraaf. In de waterparagraaf kan worden ingegaan op de resultaten van het overleg tussen gemeente en waterbeheerder.

4.2.3 Gemeentelijk

Waterplan Leiden 2007-2011

Leiden en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Leiden heeft haar ontwikkeling historisch gezien zelfs te danken aan water. Het is nu een stad met veel oppervlaktewater, waaronder de Oude Rijn die dwars door de stad loopt.

Het Hoogheemraadschap Rijnland en de gemeente Leiden willen samen de knelpunten in het watersysteem efficiënter oplossen, kansen benutten en anderen inspireren om Leiden Waterstad nog beter ‘op de kaart te zetten’. Daarom is gezamenlijk het Waterplan Leiden opgesteld. Het hoofddoel van het Waterplan Leiden is:

‘Zorgen dat water in de stad voor alle bewoners en bezoekers van Leiden nog aantrekkelijker is om te gebruiken en van te genieten, zodat de kwaliteit van Leiden als woonstad, werkstad en vrijetijdsstad erdoor wordt versterkt.’

Uiteraard vormt het hebben en behouden van een veilige en droge stad hierbij een randvoorwaarde. Om dit te bereiken geven de gemeente en Rijnland in het waterplan eerst samen hun visie op hoe water in Leiden eruit zou moeten zien en hoe het zou moeten functioneren. Daarbij het stelsel van oppervlaktewater, grondwater en ook afvalwater in samenhang bekeken. De visie is beschreven rond een aantal typisch Leidse waterthema’s. Vervolgens is deze visie vertaald in een uitvoeringsprogramma met uitvoerbare projecten, kosten en een planning.

Een greep uit de maatregelen/aandachtspunten die vanaf 2007 in gang zijn gezet:

  • De gemeente Leiden heeft een speciale watercoördinator aangesteld.
  • Elke drie weken wordt overleg gevoerd over watervergunningen ten behoeve van ruimtelijke plannen.
  • De gemeente Leiden heeft op haar website een waterloket.
  • Het stimuleren van het vasthouden van water en het verbinden of verruimen van watergangen.
  • Onderzoek naar het opnieuw opengraven van de Lange en de Stille Mare.
  • Onderzoek flexibel peilbeheer en verbetering waterspeelplaats in park Cronesteyn.
    Aanleg natuurvriendelijke oevers.
  • Waar mogelijk afkoppelen regenwater van riolering.
  • Verruimen van duikers.
  • Verwijderen zwerfvuil.

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 tot en met 2013

Krachtens de Wet milieubeheer (Wm), artikel 4.22, dient iedere gemeente een Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) op te stellen. De planperiode van het voorgaande GRP van de gemeente Leiden is per 31 december 2008 verlopen. In het nu voorliggende plan wordt het voorgaande plan over het tijdvak 2004-2008 geëvalueerd. De inspanningen van de gemeente op het gebied van onderhoud van het rioolstelsel en met betrekking tot de vervanging van riolen en de bijbehorende infrastructuur worden beschreven. Daarnaast wordt ingegaan op de juiste afvoer van hemelwater en de daarvoor benodigde maatregelen en op het voorkomen van problemen ten gevolge van de grondwaterstand.

In het plan wordt beschreven dat maatregelen tegen ongewenste emissie naar het oppervlaktewater in deze periode onverminderd worden voortgezet. Waar mogelijk wordt bij nieuwbouw en bij het vervangen van bestaande riolen een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd voor de separate afvoer van regenwater.

Baggerbeheersplan Leiden 2000-2004

Binnen de gemeente Leiden is sprake van een achterstand in de uitvoering van onderhoudsbaggerwerk. Het gaat hierbij om watergangen die in onderhoud zijn bij de gemeente Leiden. Het baggerbeheersplan 2000-2004 is vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan geeft in concreto de planning aan van de watergangen die in de jaren 2000-2004 gebaggerd gaan worden. Bij de prioritering van de werkzaamheden wordt rekening gehouden met financiële beleidsmatige en milieuhygiënische aspecten.

Gemeentelijke grondwaternota

De zorg voor de kwaliteit en hoeveelheden grondwater is opgedragen aan de provincie. Wettelijk is echter niet geregeld wie welke taak heeft in het stedelijk grondwaterbeheer. In de Grondwaternota wordt, vooruitlopend op een wettelijke regeling voor het grondwater, aangegeven hoe in Leiden met de problematiek (grondwateroverlast) wordt omgegaan. De Nota heeft tot doel om na te gaan of grondwateroverlast een probleem vormt of kan gaan vormen en zonodig maatregelen te treffen opdat oplossingen worden geboden en problemen in de toekomst voorkomen kunnen worden.

Aansluitverordening riolering Leiden

Particuliere huishoudens en bedrijven zijn verplicht om aangesloten te zijn op het openbaar riool. De aansluiting of de wijziging van de bestaande aansluiting dient door de rechthebbende bij de gemeente te worden aangevraagd. In de Aansluitverordening zijn de regels en voorwaarden genoemd om tot de aansluiting van percelen op het gemeentelijk rioolstelsel te komen, teneinde de verplichtingen van gemeente en huiseigenaren eenduidig te regelen. De verordening is door de raad vastgesteld.