direct naar inhoud van 2.2 Transvaal
Plan: Transvaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00001-0301

2.2 Transvaal

In 1896 werd door een wijziging van de gemeentegrens het gebied tussen de Morssingel en de spoorbaan Leiden-Utrecht bij de gemeente Leiden gevoegd.

De overige delen van Transvaal werden bij de grenswijziging van 1925 bij de gemeente Leiden gevoegd. De Morsweg, de voormalige Morsdijk, is de oude noordelijke Rijndijk en is één van de historische invalswegen van de stad. De Morsdijk kwam via de Morspoort in de stad. Langs de Rijndijken ontwikkelde zich al vanaf de middeleeuwen bebouwing. Deze bebouwing bestond uit boerderijen en pre industriële bebouwing als kalk- en steenovens. Gezien de heersende windrichting waren de kalk- en steenovens aan deze kant van de stad verder buiten de wallen gelegen. Binnen dit plangebied zijn dan ook geen ovens bekend. Vanaf de 17e eeuw worden de percelen direct aan de Rijn steeds meer gebruikt als tuinen. Eerst wordt er vooral groente en fruit geteeld. Later legt men er pleziertuinen aan, vaak voorzien van een klein landhuis. In het plangebied lagen onder andere de buitens Oranjelust, Bloemlust en Rijnzigt. Deze buitens worden vanaf circa 1850 steeds meer vervangen door kleinschalige particuliere woningbouw langs de Morsweg. Deze bebouwing komt tot stand zonder veel stedenbouwkundige planning. De grenswijziging heeft er toe geleid dat in de gehele Transvaalbuurt bouwactiviteiten zijn ontstaan. Tijdens de eerste uitbreidingen zijn vooral arbeiderswoningen gebouwd. In 1927 wordt het door de Leidse architect Buurman ontworpen complex sociale woningbouw tussen de Transvaalkade en de President Steinstraat gebouwd. De opdrachtgever was de corporatie Werkmanswoningen. De woningen in Transvaal zijn de grootste opdracht die Buurman voor Werkmanswoningen voor 1940 heeft ontworpen. De stedenbouwkundige opzet van het geheel is bijzonder. Het bestaat uit een binnenhof omgeven door éénlaagse bebouwing binnen een ring van tweelaagse bebouwing met onder- en bovenwoningen. De uitvoering is geheel in de stijl van Buurman: eenvoudige en strakke architectuur in helder gekleurde baksteen. Een opvallend onderdeel zijn de rondgemetselde hoeken die Buurman bij meer van zijn ontwerpen toepaste. De rest van de Transvaalbuurt is gebouwd in opdracht van particuliere beleggers.

In het uitbreidingsplan van 1933 werd uitgegaan van een industrieterrein gecombineerd met woningen, zowel langs de Rijn als de Dr. Lelylaan. Later zijn de geprojecteerde woningen in dit deelgebied opgeofferd ten gunste van industrieterrein met uitzondering van een strook langs de Dr. Lelylaan. Deze strook grond was bedoeld voor de bouw van kantoren, magazijnen, showrooms en dergelijke, waarin woningen zijn toegestaan. Later werd toch weer uitgegaan van handhaving van de bestaande woningen.