Plan: | Transvaal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00001-0301 |
Leiden ontstond als dijknederzetting iets na het jaar 1000 na Christus op de zuidelijke oever van de Rijn. De oudste bebouwing ontstond aan de voet van de dijk ter plaatse van de huidige Breestraat. Op het punt waar de twee Rijntakken samenvloeiden, werd in dezelfde tijd een verdedigingsheuvel opgeworpen. Op de heuvel werd rond het jaar 1200 de nu nog bestaande burcht gebouwd.
De stad ontstond op het punt van samenkomst van een aantal belangrijke water- en landwegen. De Nieuwe en de Oude Rijn voegden zich hier samen tot een rivier. De Leidse Vliet en de Mare stroomden hier in de Rijn uit. De stad had een centrale functie voor het omliggende platteland als markt- en handelscentrum.
Al snel kreeg men te maken met ruimtegebrek. De eerste uitbreidingsmogelijkheden werden gevonden in het versmallen van de Rijn. In de middeleeuwen zouden vier stadsvergrotingen plaatsvinden, de Hoge Woerd, de uitleg in de Waard, de uitleg in de Mare en de uitleg van het Nieuwland en Rapenburg in 1386.
Aan de oostzijde van de Mare (nu lange Mare) lag een zelfstandige woonkern. Aan de westzijde van de Mare lag verspreide bebouwing langs de Maredijk en de weg over de Mors. Deze bebouwing werd in 1355 gedeeltelijk binnen de stadsgrenzen gebracht. Om de stadsuitbreidingen aan te laten sluiten op de oude stad werden nieuwe bruggen tussen de stadsdelen aangelegd.
Als gevolg van de bevolkingsgroei begon men tegen het einde van de 17e eeuw de raamlanden in het Nieuwland te bebouwen. Door de groeiende welvaart van de stad was dit echter niet voldoende. De stad werd in de daaropvolgende periode verder uitgebreid. Na enkele kleinere uitbreidingen volgde in 1611 een grotere uitbreiding, ten noorden van de stad. In de jaren die volgden, volgden meerdere stadsuitbreidingen. Na deze uitbreidingen was het gebied binnen de singels grotendeels voltooid.
In de 18de eeuw liep de welvaart sterk terug. Leiden bleef echter zijn functie als streekcentrum vervullen. Tot het laatste kwart van de 19e eeuw kwam het niet tot grote uitbreidingen buiten de singels. De eerste uitbreiding van Leiden was de wijk Vreewijk vanaf 1882.
Na de opkomst van de sociale woningbouwverenigingen breidde Leiden zich verder uit. In de jaren 30 van de vorige eeuw kwamen verschillende uitbreidingen tot stand in de Kooi, Noord, Tuinstadwijk, Haagwegkwartier, Rijndijkbuurt en Maredorp. De wijken in het noorden waren veelal bedoeld voor de arbeiders, terwijl de uitbreidingen in het zuiden veelal werden gebouwd voor de middenklasse en de welgestelden. Ook aan de zuidzijde volgde later uitbreidingen met sociale woningbouw.
De uitbreidingen in de Vogelwijk en het Poelgeest- en Houtkwartier waren een direct gevolg van de grenswijziging van 1920 die dit gebied bij de gemeente Leiden trok. De tramlijn die langs de Rijnsburgerweg liep, zorgde voor een goede verbinding met het centrum van de stad.