Plan: | Herstructurering School- en Talmastraat Leerdam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0545.BPSCHOOLTALMA-VS01 |
Algemeen
Op grond van de afspraak uit de startovereenkomst WB21 dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater, het oppervlaktewater en de waterveiligheid.
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt in het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente Leerdam.
In het kader van de watertoets wordt de ontwikkeling van de te realiseren wateras in Leerdam-West al sinds 2006 besproken met het Waterschap, en daarmee ook de herstructurering van het gebied School-/Talmastraat. Het Waterschap Rivierenland heeft al in 2006 een positief wateradvies afgegeven voor de realisatie van dit gebied (3 maart 2006, BdW/mav/2006-5365, IBW-nummer 10977). Ook in het stedelijk waterplan Leerdam, dat de gemeente samen met het waterschap heeft opgesteld, neemt de Wateras een prominente plaats in. Uitwerking en inrichting van de in het plan opgenomen wateras vindt in overleg met Waterschap Rivierenland plaats.
Beleid
Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-1015, het Stedelijk Waterplan Leerdam van het waterschap Rivierenland en de gemeente Leerdam, het Nationaal Waterplan, WB21, Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), de Beleidsbrief regenwater en riolering en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Belangrijkste gezamenlijke punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. Water legt een ruimteclaim op het (stads)landschap waaraan voldaan moet worden. Ook een belangrijk aandachtspunt hierbij is gezond duurzaam stedelijk waterbeheer: de waterkwaliteit mag door nieuwe ontwikkelingen niet verslechteren.
De bekende drietrapsstrategieën zijn leidend:
Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015
Op provinciaal niveau heeft de provincie Zuid-Holland het beleid uit het Nationaal Waterplan vertaald in het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015. Hierbij wordt aangegeven dat bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Zuid-Holland meer rekening moet worden gehouden met de consequenties van klimaatveranderingen, zeespiegelrijzing en bodemdaling voor het waterbeheer. Bij keuzen ten aanzien van het waterbeheer en ruimtelijke ontwikkelingen moet gezocht worden naar duurzame, flexibele en veerkrachtige oplossingen. Rekening is gehouden met het beleid vanuit de KRW en het NBW. De provincie wil met het beleidsplan een leef- en investeringsklimaat realiseren dat gezond, groen en veilig is. Een duurzame ontwikkeling van stedelijk en landelijk gebied wordt voorgestaan door het toepassen van de lagenbenadering. Het beleidsplan bevat de randvoorwaarden vanuit onder meer de ruimtelijke wateropgave en aspecten van veiligheid (risico's van wateroverlast en overstroming).
Het Provinciaal Waterplan beschrijft op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:
Waterschap Rivierenland: Waterbeheerplan 2010 - 2015
In 2009 heeft het waterschap Rivierenland het Waterbeheerplan 2010 - 2015 vastgesteld. Hierin staat hoe de wet- en regelgeving op het gebied van water vertaald wordt naar concrete doelen en maatregelen voor het beheergebied. Het plan beschrijft het beleid van het waterschap voor het beheer van de waterkeringen, het oppervlaktewatersysteem en voor de afvalwaterketen. Belangrijkste beleidspunten zijn een meer zelfvoorzienend watersysteem, het verbeteren van de waterkwaliteit, het afkoppelen van verhard oppervlak, het toepassen van duurzame bouwmaterialen en het versterken van natuurontwikkeling door onder andere de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Ook wil het waterschap vasthouden aan de ambities uit het NBW en de KRW. Voor kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied streeft het Waterschap minimaal naar het stand-still beginsel. Dit houdt in dat de waterhuishouding niet mag verslechteren, bij eventuele verhardingen dient hiervoor dan ook gecompenseerd te worden in de vorm van open water.
Daarnaast beschikt het waterschap over een verordening: de Keur voor waterkeringen en wateren. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. De geboden geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. De verboden betreffende die handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van watergangen en waterkeringen. Van alle verboden werken en/of werkzaamheden die niet voldoen aan de criteria van de algemene regels, kan vergunning worden aangevraagd. Duidelijke en vastgestelde uitgangspunten hierbij zijn geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels. Initiatieven voor (bouw)werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden hieraan getoetst. Voor de uitvoering van dit plan is een watervergunning vereist.
Gemeente Leerdam
De raad heeft op 2 maart 2006 ingestemd met de realisatie van de wateras in de wijk West. Het doel van de wateras is om meer ruimte en kwaliteit in wijk West te scheppen. Verder moet de wateras onderdeel gaan vormen van een duurzaam watersysteem dat afkoppelen van hemelwater, berging van water, lagere belasting van de rioolwaterzuivering en een goede doorstroming van andere watergangen in West mogelijk maakt. Dit is ook in het waterplan Leerdam, vastgesteld door de gemeenteraad op 8 mei 2008, bekrachtigd.
De te realiseren wateras gaat lopen vanaf de Voorvliet (ter hoogte van de wipwatermolen), achter langs het partycentrum Het Dak en het Da Vinci college, over het Burgemeester Meesplein, door de Schoolstraat en de Raadsliedenbuurt waar die nabij het zorgcentrum De Broekgraaf aansluit op de watergang de Broekgraaf. Doordat de Voorvliet een hoger waterpeil (+0,5 m NAP) heeft dan het (polder)peil van de Broekgraaf (-0.4 m / -0.5 m NAP) heeft deze wateras een natuurlijke doorstroming.
De wateras is qua uitvoering opgesplitst in 5 onderdelen:
De onderdelen 2 t/m 5 van de wateras worden uitgevoerd als onderdeel van de ontwikkeling van bouwlocaties Burgemeester Meesplein, Schoolstraat/Talmastraat, Raadsliedenbuurt en zorgcentrum De Broekgraaf. De uitvoering van de wateras Berenschot zal plaatsvinden als uitwerking van het stedelijk waterplan.
Dit Stedelijke Waterplan is door gemeente en het Waterschap Rivierenland vastgesteld (mei 2008). In het plan worden de principes van een duurzaam stedelijk waterbeheer nader uitgewerkt. Gelet op de verwachte klimaatverandering (nattere winters, drogere zomers, hevigere buien) streven beiden met name naar een veerkrachtiger stedelijk watersysteem.
Huidige situatie
In Leerdam West is van oudsher relatief weinig water (en groen) aanwezig. Zo is er momenteel in het plangebied geen oppervlakte water aanwezig. In het kader van de Wateras (2006) en het Stedelijk Waterplan (2008) is de realisatie van oppervlakte water in dit project voorzien.
In het peilgebied Leerdam-West wordt een zomerpeil van - 0,4 m NAP en een winterpeil van - 0,5 m NAP gehandhaafd. In overleg met het Waterschap wordt bekeken of er in de toekomst een vast peil gehanteerd kan worden van - 0,5 m NAP (formele inwerkingtreding peilbesluit per 1 januari 2013). Het water in dit peilgebied voert in westelijke richting af en wordt uiteindelijk op de Linge geloosd.
Toekomstige situatie
Waterkwantiteit
Volgens de beleidsregels van het Waterschap Rivierenland moet de bergingscapaciteit die verloren gaat geheel gecompenseerd worden met het beginsel water voor water. Toename van verhard oppervlak mag niet leiden tot overschrijding van de landelijke afvoernorm en de maximaal toelaatbare peilstijging bij een bui T10 (een bui die statistisch 1x per 10 jaar voorkomt, ofwel 33 mm in 1 uur). De maximale peilstijging voor dit gebied is 0,3 m. Voor het bepalen van de hoeveelheid te bergen water wordt als vuistregel gehanteerd: 436 m³/ha.
Bestaande situatie
Totaal bestaand verhard oppervlak 13.990 m2
Nieuwe situatie
Totaal nieuw te maken verhard oppervlak 13.113 m2
De vrijstelling voor de toename van verhard oppervlak is 500 m2. In dit geval is er echter sprake van een afname van het verhard oppervlak voor het bestemmingsplan van 877 m2 (=13.990 – 13.113). Deze afname wordt mogelijk door de aanleg van de wateras in het plangebied (1.316 m2).
Waterkwaliteit
Het is bij toekomstige ontwikkelingen van belang om afstromend hemelwater van schone oppervlakken te scheiden van afvalwater en af te voeren naar het oppervlaktewater. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Verder is het van belang om bij eventuele ontwikkelingen duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Uitlogende bouwmaterialen zullen daarom ook niet worden toegepast in het plan. Het schone dakwater wordt rechtstreeks op open water geloosd. Het hemelwater van de wegverhardingen mag in principe ook rechtstreeks via een gescheiden stelsel op het open water worden geloosd.
Beheer & Onderhoud
Ten aanzien van het beheer en onderhoud geldt dat de toekomstige watergang door Waterschap en gemeente is aangemerkt als B-watergang. Voor B-watergangen geldt in algemene zin een onderhoudsplicht voor aangrenzende grondeigenaren. In dit geval de gemeente Leerdam.
Om de kernzone van dit type water bevindt zich een 1,0 m brede beschermingszone (Keur), aan weerszijden van de watergang dient daarom een obstakelvrije zone aanwezig te zijn. Deze dient met name om het water het toegankelijk te houden voor instandhouding van en doelmatig onderhoud aan de watergang. Deze zone is niet op de leggerkaart van het waterschap weergegeven. Om die reden is deze zone ook niet weergegeven op de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan.
De gemeente heeft met het waterschap afgesproken dat in het kader van de aanvraag om de watervergunning en de Keur een onderhoudsplan wordt ingediend. Hierin wordt aangegeven welke voorzieningen aangebracht worden en/of maatregelen genomen om een doelmatig onderhoud te garanderen. Deze afspraak is d.d. 4 maart 2013 per mail door het waterschap bevestigd.
Hemelwaterafvoer en riolering
Leerdam West is grotendeels voorzien van een gemengd rioolstelsel. In de herstructureringsgebieden (inclusief School-/ Talmastraat) worden gemengde riolen vervangen door een duurzaam gescheiden stelsel en is de Patrimoniumstraat gedeeltelijk (ter hoogte van de Raadsliedenbuurt tot aan de Quirinus de Palmalaan) afgekoppeld van het gemengde stelsel. De waterkwaliteit van de watergangen is voldoende tot goed te noemen, maar overstorten vanuit de bergbezinkbassins (2 stuks) in de wijk kunnen tot tijdelijke waterkwaliteitsproblemen leiden. Met behulp van een gemaal kunnen de watergangen in de wijk doorgespoeld worden.
Er is tevens een rioolwatertransportleiding van het Waterschap aanwezig in het plangebied. De ligging van deze rioolwatertransportleiding is middels een dubbelbestemming 'Leiding – Riool' weergegeven op de verbeelding.
Grondwater
Het plan is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.
In en om het plangebied is wel regelmatig sprake van (grond)water in de kruipruimtes van de woningen. Bij de nieuwbouw van de woningen zal de gemeente met de woningcorporatie nagaan hoe (grond)wateroverlast het beste aangepakt kan worden.