direct naar inhoud van 3.2 Bedrijvigheid en andere economische aspecten
Plan: Bedrijventerrein Nieuw Schaik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01

3.2 Bedrijvigheid en andere economische aspecten

Van oudsher is bedrijventerrein Nieuw Schaik gericht op industriële bedrijven, groothandelsbedrijven en bedrijven in de bouwsector. Het bedrijventerrein is volledig uitgegeven en in principe "vol". Een opvallend deel van het bedrijventerrein bevindt zich op de hoek Schaikseweg/Loosdorp. Op deze locatie zijn een filiaal van Karwei en een filiaal van Topshelf aanwezig. Sportieve activiteiten in de vorm van een squash- en bowlingcentrum en een tennisclub zijn langs de Industrieweg in het zuidoosten van het gebied te vinden. Verder kenmerkt het gebied zich door aanwezigheid van de gemeentewerf (aan de Energieweg) en door verspreide kleinschalige dienstverlening, zoals in de vorm van een schoonheidssalon (Parmentierstraat) en een notarispraktijk (Energieweg). Aan de noordzijde van het terrein (Techniekweg) zijn een aantal woonwinkels neergestreken, waardoor gesproken kan worden over een kleine "woonboulevard".

De bedrijven op Nieuw Schaik kennen diverse milieucategorieën, uiteenlopend van categorie 2 tot en met 4. Deze categorieën zijn verspreid over het bedrijventerrein, er is geen sprake van een zonering op basis van mogelijke hinder.

Veel bedrijven in Nieuw Schaik zijn verenigd in de Bedrijven Kring Leerdam (BKL). Deze vereniging vertegenwoordigt niet exclusief de bedrijven op Nieuw Schaik, ook ondernemingen in de binnenstad van Leerdam worden vertegenwoordigd.

Op het bedrijventerrein Nieuw Schaik zijn een aantal ontwikkelingen gaande waarover in de bestemmingsplanprocedure een keuze gemaakt dient te worden.

Een eerste ontwikkeling is de wens van ondernemers om vestiging van (perifere) detailhandel toe te staan op bedrijventerreinen aan de rand van de stad. Deze locaties zijn vaak sneller en goedkoper te realiseren en deze locaties zijn vaak beter per auto bereikbaar. Hierbij speelt de vraag of de gemeente wel of niet wil meewerken aan meer perifere detailhandel op het bedrijventerrein. Indien er wordt meegewerkt moet in het bestemmingsplan meer ruimte worden geboden aan (perifere) detailhandel.

Concreet wordt voor Nieuw Schaik gedacht aan meer functiemenging aan de randen van het bedrijventerrein, langs de Techniekweg en de Industrieweg. Een eventuele toename van perifere detailhandel op deze locaties past binnen dit plaatje en zal daarom worden toegestaan, zij het onder bepaalde voorwaarden (het provinciaal beleid wordt op dit punt gevolg).

Zowel de provincie Zuid-Holland als de gemeente Leerdam hebben tot op heden een beleid gevoerd waarbij detailhandel niet is toegestaan buiten de daarvoor bestemde centra, dit om oneerlijke concurrentie met de bestaande bedrijven in de binnenstad te voorkomen. Wel zijn er uitzonderingen mogelijk wanneer het gaat om perifere detailhandel die moeilijk in de binnenstad onder te brengen is, zoals tuincentra, keukenzaken en bouwmarkten. Dat van de uitzonderingsmogelijkheden gebruik is gemaakt, blijkt uit het feit dat in het uiterste noordwesten van het plangebied een filiaal van een bouwmarkt (karwei) en een filiaal van een sportzaak met testcentra (Topshelf) aanwezig is.

De tweede ontwikkeling ligt in lijn met de eerste ontwikkeling. Veel winkels in Nederland voeren regelmatig assortimentswijzigingen of assortimentsverbredingen door, waardoor in feite een nieuw soort winkel ontstaat. Een voorbeeld is de zogenaamde "shop-in-shop" formule, waarbij een deel van de ruimte wordt verhuurd aan een partij die één merk of één product aan de man brengt. Een ander voorbeeld wordt gevormd door bedrijven die met perifere detailhandel in een pand op een bedrijventerrein beginnen, maar zich later door assortimentwijzigingen steeds meer richting kleinschalige (reguliere) detailhandel bewegen met producten die ook in de binnenstad onder te brengen zijn. Hierbij speelt de vraag of het bestemmingsplan in deze trend moet "meebewegen" door meer ruimte te bieden aan (een gemaximeerd aantal m2) detailhandel, of dat detailhandel onverminderd moet worden verboden. Vanuit economisch oogpunt is het niet gewenst om zelfstandige detailhandel toe te staan op het bedrijventerrein, maar het voeren van een nevenassortiment wordt onder voorwaarden wel toegestaan. Uitgangspunt is dat zelfstandige detailhandel op het bedrijventerrein de bestaande detailhandelsstructuur in het centrum teveel kan ontwrichten. Het toestaan van het voeren van een nevenassortiment leidt niet tot ontwrichting indien hier strikte voorwaarden aan worden vervonden. Uitgangspunt is dat het nevenassortiment niet meer ruimte in beslag mag nemen dan 20% van het netto verkoopoppervlak, uit distributie-planologisch onderzoek moet blijken dat er geen sprake is van ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur en dat het REO een positief advies moet hebben afgegeven.

Een derde ontwikkeling is dat er regelmatig verzoeken bij de gemeente(n) binnenkomen om een vorm van kleinschalige dienstverlening te mogen starten, zoals een nagelstudio of massagesalon. Zodra de initiatiefnemers geen bedrijf aan huis kunnen starten, komen zij vaak met het verzoek om op het bedrijventerrein een ruimte te huren en daar de onderneming te starten. Uitgangspunt is dat meer dienstverlenende functies worden toegestaan op de randen van het terrein, langs de Techniekweg en industrieweg.