direct naar inhoud van Artikel 20 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein Nieuw Schaik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01

Artikel 20 Algemene aanduidingsregels

20.1 veilligheidszone - lpg
20.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ' veilligheidszone - lpg ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.

20.1.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare of beperkt kwetsbare bebouwing als bedoeld in het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen Stb. 2004, 250), tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.

20.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast of verwijderd indien:

  • a. het bedrijf waarop de lpg-cirkel betrekking heeft is verplaatst of is gesaneerd;
  • b. de milieuvergunning van het bedrijf is ingetrokken;
  • c. het lpg-vulpunt is verplaatst of de lpg (verkoop)activiteiten ter plaatse zijn opgeheven.
20.2 wro-zone - ontheffingsgebied
20.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 en een bedrijf van categorie 4.1 toestaan.

20.2.2 Procedure

In het kader van een afwijkingsprocedure voor het toestaan van een bedrijf van categorie 4 wordt het Waterschap voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerp van het afwijkingsbesluit geinformeerd.

20.2.3 Afwegingskader

Een in 20.2.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. de externe veiligheid, en
  • voor wat betreft het toestaan van bedrijven van categorie 4, geen sprake is van siginificante gevolgen voor het nabije Natura 2000 gebied;
  • voor wat betreft detailhandel, na regionale afstemming op de verzorgingsfunctie en het inwonertal van kernen, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten op de functie van nabijgelegen centra.
20.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving, vergunningverlening of beleid aanleiding bestaat.