direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Leerdam Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPLEERDAMOOST-VS01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kleinschalige bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 1 en 2 zoals opgenomen in de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”: tevens voor de instandhouding van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
  • c. De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 1 meter.
  • b. De bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden en tot maximaal 30 m².
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. De opslag van meer dan 10.000 KG vuurwerk is niet toegestaan.
  • b. Verkooppunten van motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.
  • c. Perifere detailhandel is niet toegestaan.
  • d. Seksinrichtingen zijn niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn door middel van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van de vestiging/uitoefening van de functie 'horeca van categorie I''. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De omgevingsvergunning mag uitsluitend verleend worden ten behoeve van de vestiging van de functies horeca, categorie I.
  • b. Er mag geen verstoring plaatsvinden in de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur in het centrum.
  • c. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden verstoord.
  • d. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen
3.5.1 Vergunningplicht

Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”, een omgevingsvergunning vereist.

3.5.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. Geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  • b. De karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  • c. De karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  • d. Het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Maatschappelijk

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 2' de bestemming te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Maatschappelijk'. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Er mag geen verstoring plaatsvinden in de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur in het centrum.
  • b. De bouwvlakken en bijbehorende hoogtematen zoals aangegeven op de verbeelding mogen niet worden vergroot.
  • c. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden verstoord.
  • d. De waterhuishouding mag niet worden verstoord.
  • e. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.6.2 Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 2' de bestemming te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Wonen'. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden verstoord.
  • b. De bouwvlakken en bijbehorende hoogtematen zoals aangegeven op de verbeelding mogen niet worden vergroot.
  • c. Er wordt voldaan aan de eisen uit de Wet geluidhinder.
  • d. De waterhuishouding mag niet worden verstoord.
  • e. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.6.3 Kantoor

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 2' de bestemming te wijzigen ten behoeve van de bestemming 'Kantoor'. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Er mag geen verstoring plaatsvinden in de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur in het centrum.
  • b. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden verstoord.
  • c. De bouwvlakken en bijbehorende hoogtematen zoals aangegeven op de verbeelding mogen niet worden vergroot.
  • d. De waterhuishouding mag niet worden verstoord.
  • e. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.