Plan: | Stormpolder |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01 |
In Krimpen aan den IJssel is het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard verantwoordelijk voor het kwalitatief en kwantitatief waterbeheer. Tevens is het Hoogheemraadschap verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud aan de waterkeringen. Enkele watergangen zijn in beheer bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Dit betekent dat geen enkele verandering aan de waterhuishouding zal kunnen plaatsvinden zonder de nadrukkelijke toestemming van de waterbeheerder.
Rijkswaterstaat is waterbeheerder van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas (inclusief buitendijkse gebieden) en ziet toe op een goede kwalitatieve en kwantitatieve toestand van het watersysteem. Ook ziet Rijkswaterstaat er op toe dat er voldoende ruimte is voor de veilige en ongehinderde afvoer van water. Tevens is Rijkswaterstaat vaarwegbeheerder van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas. Rijkswaterstaat ziet toe op een vlotte en veilige doorstroming van scheepvaartverkeer en draagt zorg voor het waarborgen van het functioneren van de vaarweg.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal
Beleidslijn grote rivieren
Voor het buitendijkse gebied is de Beleidslijn Grote rivieren van toepassing. Deze beleidslijn is op 14 juli 2006 in werking getreden en geldt voor alle grote rivieren. Deze beleidsregels berusten op artikel 6.12 van het Waterbesluit. Deze beleidslijn biedt onder strikte voorwaarden meer mogelijkheden voor wonen, werken en recreëren in het rivierbed dan de voormalige Beleidslijn Ruimte voor de rivier. De veiligheid staat hierbij voorop. Belangen worden echter integraal afgewogen, restricties ten aanzien van ontwikkelingen gelden daardoor alleen voor gebieden die van belang zijn voor waarborging van de veiligheid. De voorwaarden die in de beleidslijn gesteld worden hebben betrekking op de afvoercapaciteit van de rivier ter plaatse: nieuwe activiteiten mogen de afvoer niet hinderen en geen belemmering vormen voor toekomstige verruiming van het rivierbed.
Beleid Hoogheemraadschap
Het beleid van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (verder HHSK) is vastgelegd in het waterbeheerplan HHSK 2010-2015, de Keur van Schieland en de Krimpenerwaard, peilbesluiten en de leggers. Het HHSK streeft ernaar om samen met gemeenten als partners op te trekken. Er moet worden ingezet op intensief overleg met gemeentebesturen voor het kunnen realiseren van projecten. De ruimtelijke ordening en de waterhuishouding moeten in onderlinge relatie worden ontwikkeld. Op basis van ervaring en deskundigheid adviseert HHSK over de mogelijkheden voor een duurzaam watersysteem. De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat op een duurzamer wijze met het stedelijk waterbeheer dient te worden omgegaan, mede gezien de klimaatveranderingen. Aandachtspunten voor het duurzame stedelijk waterbeheer zijn het minimaliseren van wateroverlast, het realiseren van voldoende waterberging waarbij zoveel mogelijk een ecologische inrichting wordt nagestreefd, het verantwoord afkoppelen van verhard oppervlak en het voorkomen van diffuse verontreinigingen door toepassing van duurzame bouwmaterialen.
De visie is uitgewerkt in een concreet maatregelenplan:
Gemeentelijk beleid
Het Stedelijk Waterplan Krimpen aan den IJssel is in 2001 tot stand gekomen door samenwerking tussen de gemeente Krimpen aan den IJssel, het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. De reden voor het opstellen van het plan was de wens van de waterschappen in Zuid-Holland-Zuid om voor alle stedelijke kernen in hun beheersgebied een stedelijk waterplan op te stellen. Bij het opstellen van dit plan was er nog sprake van twee waterbeheerders, waarbij het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard de waterkwantiteit verzorgde en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden ging over de waterkwaliteit. Na 1 januari 2005 is bij de uitvoering van het plan sprake van een integraal waterschap het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Het doel van het Stedelijk Waterplan Krimpen aan den IJssel is het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op het stedelijk water van gemeente, hoogheemraadschap, zuiveringsschap en belangenvertegenwoordigers. Deze visie wordt vervolgens uitgewerkt in een maatregelenplan. De visie is geënt op het idee dat het stedelijk water in Krimpen aan den IJssel schoon en gezond moet zijn en geen overlast mag veroorzaken. Tevens is in het plan rekening gehouden met het belang van alle overheden, verenigingen, stichtingen en bewoners.
De ambitie van dit Stedelijk Waterplan is het realiseren van een zo goed mogelijk functionerend watersysteem zowel op het gebied van waterkwantiteit als waterkwaliteit binnen de planperiode die loopt tot 2015. Voor de waterkwantiteit houdt dit in dat binnen de grenzen van Krimpen aan den IJssel geen knelpunten optreden in de afvoer van water door de watergangen.
Referentiesituatie
Het plangebied ligt in het westen van de gemeente Krimpen aan de IJssel en bestaat uit de Stormpolder.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse van het plangebied uit zeekleigrond. Het plangebied is gelegen in peilgebied Stormpolder (GPG-507) met een flexibel peil dat varieert tussen NAP -1,52 en -1,47.
Waterkwantiteit
Het plangebied wordt geheel omsloten door water. Aan de noordkant wordt het gebied begrensd door de Hollandse IJssel. Aan de oostzijde vormt de Sliksloot de grens. De zuidzijde van het plangebied wordt begrensd door de rivier de Nieuwe Maas. Ook zijn in het plangebied verschillende sloten gelegen.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
In het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen gelegen.
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied is een regionale waterkering gelegen. Delen van het plangebied liggen in de kern- of beschermingszone van de waterkering.
Figuur 4.15: Waterkering Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel.
Milieueffecten ontwikkelingsmogelijkheden bestemmingsplan
Het is belangrijk om bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Het geniet de voorkeur om afstromend hemelwater van schone oppervlakken te scheiden van afvalwater en af te voeren naar het oppervlaktewater. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Verder is het van belang dat wanneer de hoeveelheid verhard oppervlak toeneemt, hiervoor gecompenseerd wordt in de vorm van nieuw oppervlaktewater.
Bij de vestiging van nieuwe bedrijvigheid worden verontreinigingen naar bodem en oppervlaktewater voorkomen door voorschriften in het kader van het milieuspoor. Lozing op oppervlaktewater en bodem wordt zoveel mogelijk beperkt door het eisen van bodembeschermende voorzieningen en een verbod op lozingen. Alleen met een specifieke vergunning en het voldoen aan strenge voorwaarden zijn lozingen onder een aantal gevallen toegestaan.
Beheer en onderhoud
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Scheepvaart
Rijkswaterstaat is waterbeheerder van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas (inclusief buitendijkse gebieden). Hiermee ziet zij toe op een veilige en ongehinderde afvoer van water. Omdat het beheer van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas ligt bij Rijkswaterstaat, moet ook de wetgeving voor de scheepvaart in acht worden genomen. Het is voor Rijkswaterstaat van belang dat een vlotte, veilige en efficiënte verkeersafwikkeling gewaarborgd blijft. Ruimtelijke ontwikkelingen in buitendijkse gebieden mogen de scheepvaart niet hinderen. Rijkswaterstaat hanteert speciale regels ter bescherming van de vaarweg en de oevers. Zo dient langs vaarwegen, op basis van de Richtlijn Vaarwegen (RVW 2011) voor CEMT-klasse V, waartoe de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas behoort, in binnenbochten een vrijwaringszone van 25 m aangehouden te worden. Door deze zone te vrijwaren van bebouwing wordt het risico op aanvaringen en storingen van de scheepsradar zoveel mogelijk beperkt. De Richtlijn Vaarwegen is voor Rijkswaterstaat kaderstellend voor het ontwerpen en inrichten van vaarwegen en hun oevers. Deze richtlijnen zijn niet als publiekrechtelijke belemmering opgenomen in het Kadaster.
Barro
Op grond van artikel 2.1.2 van het Barro dient rekening te worden gehouden met een vrijwaringszone langs de oevers van de Nieuwe Maas en de Hollandse IJssel van 25 m. Op grond van artikel 2.1.3 van het Barro dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden binnen de begrenzing van een rijksvaarweg of op een vrijwaringszone en dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het ten tijde van inwerkingtreding van deze titel geldende bestemmingsplan, rekening gehouden te worden met het voorkómen van belemmeringen voor:
Vanwege het consoliderende karakter van het bestemmingsplan is het bestemmingsplan niet van invloed op het functioneren van de vaarweg als bedoeld in het Barro. Reeds bestaande bestemmingen in het bestemmingsplan worden gerespecteerd aldus de Nota van toelichting. Hiertoe behoeft ook geen vrijwaringszone opgenomen te worden op de verbeelding.
Beleidsregels grote rivieren (Bgr)
Op het buitendijkse deel van het plangebied is de Waterwet van toepassing. Daar waar de waterwet onverkort van toepassing is, wordt ook getoetst aan de Bgr. Op grond van de Bgr is in dit plangebied het bergend regime van toepassing. Rijkswaterstaat borgt daarmee dat de rivier en het buitendijkse gebied voldoende waterbergend vermogen heeft en blijft houden. Dit betekent tevens dat het gebied bij hoog water deels onder water kan lopen. Op grond van de Bgr is het bebouwen van onbebouwde gronden mogelijk, als het verlies aan bergend vermogen van de rivier gecompenseerd kan worden. Het buitendijkse gebied wordt hierbij gelijkgesteld met het gebied dat als zodanig door het Hoogheemraadschap is aangewezen. Voor de betreffende gronden is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' opgenomen.
Waterveiligheid
Delen van het plangebied zijn buitendijks gelegen. Er is sprake van een beperkte getijdewerking. Om problemen met wateroverlast te voorkomen dient met deze getijdewerking rekening gehouden te worden bij ontwikkelingen om voldoende drooglegging te waarborgen.
Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. Het bestemmingsplan voldoet aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer. Het aspect waterhuishouding staat de uitvoering van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.