30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Vaarweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
a. het doelmatig functioneren van de rivier als vaarweg;
-
b. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer;
-
c. de afvoer en berging van water, sediment en ijs;
-
d. behoud en ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschappelijke waarden in de vorm van:
-
1. de identiteit van de rivier als samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten;
-
2. de landschappelijke herkenbaarheid van de zoetwatergetijderivier;
-
3. de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken;
-
4. het realiseren van een met de zoetwatergetijderivier samenhangende inrichting van oevers;
-
e. gebruik ten behoeve van de bescherming van de oevers.
30.2 Bouwregels
Op de in lid 30.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 30.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven en ophogen van gronden;
-
c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
-
d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen;
-
e. diepploegen;
-
f. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
30.3.2 Uitzondering
Het in lid 30.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
-
a. die het normale onderhoud en beheer van de vaarweg betreffen;
-
b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
-
c. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
30.3.3 Voorwaarden
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 30.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.