direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Langeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPLangeland-VA01

Artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de (bescherming van) bovengrondse hoogspanningsverbindingen.

20.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 20.1 bedoelde gronden - behoudens de bestaande bebouwing - slechts hoogspanningsmasten mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 50 meter.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 20.2 ten behoeve van bebouwing passend binnen de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:

  • a. uit advies van de beheerder van de hoogspanningsverbindingen blijkt dat er geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de hoogspanningsverbindingen;
  • b. wordt voldaan aan het bepaalde in lid 17.3, voor zover de gronden tevens zijn bestemd voor 'Leiding - Gas 1'.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Werken en werkzaamheden

Op of in de in lid 20.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven en ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen;
  • e. het plaatsen van onroerende objecten, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • f. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
20.4.2 Uitzondering

Het in lid 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en beheer van de hoogspanningsverbinding betreffen;
  • b. de in lid 17.4.2 sub a bedoelde werken of werkzaamheden, voor zover de gronden tevens zijn bestemd voor 'Leiding - Gas 1';
  • c. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
  • d. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
20.4.3 Voorwaarden

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. uit een advies van de leidingbeheerder blijkt dat door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de hoogspanningsverbindingen;
  • b. wordt voldaan aan het bepaalde in lid 17.4.3, voor zover de gronden tevens zijn bestemd voor 'Leiding - Gas 1'.