Plan: | Lansingh-Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0542.BPKLLansingzuid-oh01 |
Watertoets en waterbeheer
In Krimpen aan den IJssel is het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard verantwoordelijk voor het kwalitatief en kwantitatief waterbeheer. Tevens is het Hoogheemraadschap verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud aan de waterkeringen. Alle watergangen zijn in beheer bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Dit betekent dat geen enkele verandering aan de waterhuishouding zal kunnen plaatsvinden zonder de nadrukkelijke toestemming van de waterbeheerder.
Beleid duurzaam waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van de gemeente en het waterschap nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Beleid Hoogheemraadschap
Het beleid van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (verder HHSK) is vastgelegd in het waterbeheerplan HHSK 2010-2015, de Keur van Schieland en de Krimpenerwaard, peilbesluiten en de leggers. Het HHSK streeft ernaar om samen met gemeenten als partners op te trekken. Er moet worden ingezet op intensief overleg met gemeentebesturen voor het kunnen realiseren van projecten. De ruimtelijke ordening en de waterhuishouding moeten in onderlinge relatie worden ontwikkeld. Op basis van ervaring en deskundigheid adviseert HHSK over de mogelijkheden voor een duurzaam watersysteem. De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat op een duurzamer wijze met het stedelijk waterbeheer dient te worden omgegaan, mede gezien de klimaatveranderingen. Aandachtspunten voor het duurzame stedelijk waterbeheer zijn het minimaliseren van wateroverlast, het realiseren van voldoende waterberging waarbij zoveel mogelijk een ecologische inrichting wordt nagestreefd, het verantwoord afkoppelen van verhard oppervlak en het voorkomen van diffuse verontreinigingen door toepassing van duurzame bouwmaterialen.
De visie is uitgewerkt in een concreet maatregelenplan:
Gemeentelijk beleid
Het Stedelijk Waterplan Krimpen aan den IJssel is in 2001 tot stand gekomen door samenwerking tussen de gemeente Krimpen aan den IJssel, het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. De reden voor het opstellen van het plan was de wens van de waterschappen in Zuid-Holland-Zuid om voor alle stedelijke kernen in hun beheersgebied een stedelijk waterplan op te stellen. Bij het opstellen van dit plan was er nog sprake van twee waterbeheerders, waarbij het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard de waterkwantiteit verzorgde en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden ging over de waterkwaliteit. Na 1 januari 2005 is bij de uitvoering van het plan sprake van een integraal waterschap het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Het doel van het Stedelijk Waterplan Krimpen aan den IJssel is het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op het stedelijk water van gemeente, hoogheemraadschap, zuiveringsschap en belangenvertegenwoordigers. Deze visie wordt vervolgens uitgewerkt in een maatregelenplan. De visie is geënt op het idee dat het stedelijk water in Krimpen aan den IJssel schoon en gezond moet zijn en geen overlast mag veroorzaken. Tevens is in het plan rekening gehouden met het belang van alle overheden, verenigingen, stichtingen en bewoners.
De ambitie van dit Stedelijk Waterplan is het realiseren van een zo goed mogelijk functionerend watersysteem zowel op het gebied van waterkwantiteit als waterkwaliteit binnen de planperiode die loopt tot 2015. Voor de waterkwantiteit houdt dit in dat binnen de grenzen van Krimpen aan den IJssel geen knelpunten optreden in de afvoer van water door de watergangen.
Huidige situatie waterhuishouding
Algemeen
Het plangebied bestaat uit de wijk Lansingh-Zuid in het zuiden van de gemeente Krimpen aan den IJssel.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse van het plangebied voornamelijk uit veengrond. Het westelijke deel van het plangebied bestaat uit zeekleigrond. Er is sprake van grondwater trap II. Dat wil zeggen dat van nature de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,5 en 0,8 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte in het plangebied ligt op circa NAP -1,4 m.
Het plangebied ligt in peilgebied GPG-1 met een vast peil van -2,05 m.
Waterkwantiteit
In het plangebied zijn verschillende watergangen en waterplassen aanwezig.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied ligt niet in de kern-/beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op een gescheiden rioolstelsel.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland.
Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water - 1'.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan (gezien het consoliderende karakter) geen negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishoudkundige situatie.