3.4.1 wro-zone-wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders kunnen, ingevolge het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding op de planverbeelding "wro-zone-wijzigingsgebied 1" de bestemming van de gronden uitsluitend wijzigen in het gebruiksdoel "opslag" binnen de bestemming "Bedrijf" onder de navolgende voorwaarden:
-
a. de wijziging vindt pas plaats indien er geen bezwaren vanuit milieukwaliteit tegen de wijzigingen bestaan;
-
b. bij de wijziging geldt dat het gebied voor 35% mag worden bebouwd en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 meter, met uitzondering van een verbijzondering van 12,5m. x 12,5m. met een maximum hoogte van 16m.;
-
c. bij de wijziging dient loodrecht op en achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden, op een minimale afstand van 7,5 m. tot het water en op een minimale afstand van 3 m. tot de perceelsgrens van derden;
-
d. bij de wijziging wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen waarbij wordt voldaan aan het ten tijde van de wijziging geldende parkeernormenbeleid;
-
e. bij de wijziging in de bestemming "Bedrijf" met gebruik "opslag" is het niet toegestaan om goederen op te slaan op onbebouwde gronden;
-
f. de functie(s) van aangrenzende, niet bij het wijzigingsgebied behorende, gronden en bebouwing worden niet onevenredig belemmerd;
-
g. bij de wijziging in de bestemming "Bedrijf" met gebruik "opslag" is het bepaalde in artikel 5.2.2.van toepassing.