direct naar inhoud van Artikel 15 Water
Plan: Valkenburg Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpVLKlandgebied-va01

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding en de waterberging;
  • b. waterstaatkundige kunstwerken en voorzieningen;
  • c. watergangen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder stuwen, dammen en/of duikers;
  • d. onderhoud;
  • e. verkeer te water;
  • f. recreatief gebruik;
  • g. infiltratievoorzieningen;
  • h. ligplaatsen voor recreatievaartuigen;
  • i. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  • j. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie (sr-edr)": extensieve dagrecreatie;
  • k. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf (sb-zw)": zandwinning;
  • l. ter plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats (wl)":
    • 1. een woonschip, die permanent is aangemeerd en stationair functioneert, met dien verstande dat het totale aantal ligplaatsen ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan niet mag worden vermeerderd;
    • 2. daar bijbehorende tuinen en erven;
    • 3. daar bijbehorende al dan niet drijvende bouwwerken;
    • 4. open terreinen, waaronder begrepen parkeerplaatsen;
    • 5. ontsluitingswegen en -paden.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • b. de hoogte van waterstaatkundige kunstwerken bedraagt ten hoogste 3 m. boven NAP;
  • c. de breedte van kruisingen en bruggen bedraagt ten hoogste 7 m.;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. boven NAP;
  • e. overkappingen zijn niet toegestaan.

Op en onder de in artikel 16.1.j. genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

15.2.2 Voor het bouwen van een woonschip gelden de volgende bepalingen:
  • a. binnen het bouwvlak mag ten hoogste één woonschip gebouwd worden;
  • b. de hoogte van een woonschip mag niet meer dan 4.5 meter boven de waterlijn bedragen, tenzij op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerp van het plan een woonschip met een grotere hoogte aanwezig was, dan mag de hoogte niet meer bedragen dan bedoelde grotere hoogte;
  • c. het is niet toegestaan een woonschip in lengte of breedte uit te breiden;
  • d. bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen en bestemmingsregels worden overschreden door tot woonschepen behorende omlopen, balkons, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 0,50 m. bedraagt.
15.2.3 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  • a. per woonschip mogen op het bij het woonschip behorend aansluitend terrein bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met een oppervlakte van niet meer dan 20% van de oppervlakte van het bij het woonschip behorend terrein, water niet meegerekend, tot een maximum van niet meer dan 25 m2 en tot een hoogte van 3 m.;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 3 m. zijn, behoudens van erfafscheidingen, die niet hoger mogen zijn dan 2 m.;
  • c. overkappingen zijn niet toegestaan.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden als ligplaats voor woonschepen en onderkomens anders dan waar dit op grond van het bepaalde in artikel 16.1 is toegelaten.

15.3.1 Strijdig gebruik "woonschepenligplaats (wl)"

Tot een strijdig gebruik van de gronden met de aanduiding "woonschepenligplaats (wl)" wordt in ieder geval gerekend, het gebruik van de gronden voor:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bebouwing voor detailhandel, anders dan ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor buitenopslag;
  • c. permanente of tijdelijke bewoning van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
  • d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor opslag-, laad- en losactiviteiten ten behoeve van handelsdoeleinden;
  • e. het in gebruik nemen van het woonschip of delen van het woonschip als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan.

15.3.2 Toegestaan gebruik "woonschepenligplaats (wl)'

Ten aanzien van het gebruik van de gronden met de aanduiding "woonschepenligplaats (wl)" gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden is het gebruik ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep bij het woonschip en/of in de bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50 m2 bedraagt;
    • 2. de activiteiten door de bewoners van het woonschip zelf worden uitgeoefend;
    • 3. het geen voorzieningen betreft met een publiekaantrekkend karakter;
    • 4. prostitutie niet is toegestaan;
    • 5. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken activiteiten;
    • 6. voor de werkzaamheden geen melding- of vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 15.3 waarbij ligplaatsen voor onderkomens kunnen worden aangewezen voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van (plezier)vaartuigen, mede ten behoeve van beperkte overnachtingsmogelijkheden voor passerende waterrecreanten, mits daardoor de in artikel 15.1 genoemde functies niet onevenredig worden aangetast.