Plan: | Rijnsburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01 |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de luchtkwaliteitseisen die in de Wet milieubeheer (Wm) zijn opgenomen. De Wm bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig vanaf | ||
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | 2010 | ||
fijn stof (PM10)4 | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | 2005 | ||
24-uursgemiddelde concentratie | max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³ | 2005 |
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit niet in betekenende mate (Besluit nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Onderzoek
Met het voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdragen aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Zodoende kan een toetsing aan de grenswaarden uit Wm achterwege blijven. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied in beeld te worden gebracht.
Uit de gemeentelijke Rapportage luchtkwaliteit (2007) blijkt dat binnen het plangebied de grenswaarden voor de jaargemiddelde stikstofdioxideconcentratie en de 24-uursgemiddelde waarde voor fijn stof worden overschreden langs de Brouwerstraat, Oegstgeesterweg en de Sandtlaan. De overschrijdingen zijn zodanig dat in 2010 waarschijnlijk wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wm. Er wordt derhalve geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied over het algemeen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat uit het oogpunt van de luchtkwaliteit.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat de Wet milieubeheer de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefmilieu ter plaatse van het plangebied.