direct naar inhoud van 4.5 Luchtkwaliteit
Plan: Rijnsburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01

4.5 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de luchtkwaliteitseisen die in de Wet milieubeheer (Wm) zijn opgenomen. De Wm bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2010  
fijn stof (PM10)4   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2005  
  24-uursgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³   2005  

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

Besluit niet in betekenende mate (Besluit nibm)

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 500 woningen.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek

Met het voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdragen aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Zodoende kan een toetsing aan de grenswaarden uit Wm achterwege blijven. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied in beeld te worden gebracht.

Uit de gemeentelijke Rapportage luchtkwaliteit (2007) blijkt dat binnen het plangebied de grenswaarden voor de jaargemiddelde stikstofdioxideconcentratie en de 24-uursgemiddelde waarde voor fijn stof worden overschreden langs de Brouwerstraat, Oegstgeesterweg en de Sandtlaan. De overschrijdingen zijn zodanig dat in 2010 waarschijnlijk wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wm. Er wordt derhalve geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied over het algemeen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat uit het oogpunt van de luchtkwaliteit.

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat de Wet milieubeheer de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefmilieu ter plaatse van het plangebied.