direct naar inhoud van 4.4 Bodem- en grondwaterkwaliteit
Plan: Rijnsburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01

4.4 Bodem- en grondwaterkwaliteit

Normstelling en beleid

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging, dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

Onderzoek

Voorliggend plan betreft een consoliderend plan. Er vinden geen functiewijzigingen plaats waarvoor een bodemonderzoek noodzakelijk is. Wel zijn op grond van recent bodemonderzoek enkele aandachtspunten binnen het plangebied aan te geven. Op deze locaties bevinden zich verontreinigingen welke mogelijk in aanmerking komen voor een bodemsanering:

  • Vliet zuidzijde 15a;
  • Anjelierenstraat 35-45;
  • Heerenburcht;
  • Lange Vaart 34;
  • Sandtlaan 2;
  • Sandtlaan 59;
  • Hofstraat 17.

Op grond van de gemeentelijk bodemkwaliteitskaart valt in het algemeen het volgende over de bodemkwaliteit op te merken. Binnen het plangebied bevinden zich voornamelijk gronden uit de bodemkwaliteitszone ''Lintbebouwing/oude kern'', 'Wonen 1850-1945', 'Wonen 1945-1990', 'Wonen > 1990 op voormalige kasse' en 'Kasse'. Voor de eerste twee zones geldt dat de bodemverontreinigingen worden aangetroffen als gevolg van bijmengingen met puin. Deze twee zones beslaan grofweg het centrumgebied van Rijnsburg. De andere zones zijn relatief schoon, waardoor grond uit deze zones over het algemeen vrij kan worden toegepast binnen de gemeente Katwijk.

Conclusie

Het aspect bodemkwaliteit staat de uitvoering van het voorliggend bestemmingsplan niet in de weg. Ter plaatse van het plangebied zijn enkele aandachtspunten aangegeven voor toekomstige ontwikkelingen.