Plan: | Zeehospitium fase 1b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeehospitium-va01 |
Normstelling en beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.
Onderzoek en conclusie
Nieuwe hoofdgebouw
Op de locatie waar het gezondheidscentrum met gemengde functies gerealiseerd gaat worden is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 9).8 Uit dit onderzoek blijkt dat in de bovengrond plaatselijk de concentraties EOX en/of PAK de streefwaarden en de concentraties lood de toetsingswaarde overschrijden. Gezien de toetsingswaarde-overschrijding van lood wordt in principe nader onderzoek aanbevolen. Gezien de gemeten concentratie lood (lichte overschrijding toetsingswaarde) en de zintuiglijke waarnemingen (matig puinhoudend) wordt aangenomen dat sprake is van een heterogeen verdeelde verontreiniging. Derhalve wordt de uitvoering van aanvullende onderzoekswerkzaamheden ter plaatse weinig zinvol geacht.
Op één locatie is asbestonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 10).9 Hierbij zijn zeer lichte tot lichte verhogingen van de concentraties asbest aangetroffen. Gezien de mate van verhoging kan het onderzoek als afgerond worden beschouwd. Op de locatie van de voormalige chlooropslag zijn geen aanwijzingen gevonden dat de voormalige opslag van invloed op de bodemkwaliteit is geweest.
Er wordt geconcludeerd dat de kwaliteit van de onderzochte bodem ter plaatse van het gezondheidscentrum geen belemmering vormt voor het beoogde gebruik.
Oude hoofdgebouw
Het oude hoofdgebouw wijzigt van functie. Omdat het pand echter alleen gerenoveerd wordt en de bodem niet zal worden geroerd, is bodemonderzoek niet noodzakelijk. Ook worden de gronden rondom het gebouw niet ingericht als erven/tuinen. De gronden rondom het pand behoeven om deze reden ook niet te worden onderzocht.
Appartementengebouwen
Ter plaatse van de appartementengebouwen zal een verkennend bodemonderzoek worden verricht zodra de huidige bebouwing is gesloopt. Uit dit onderzoek zal moeten blijken of nader onderzoek al dan niet is benodigd. Met de ontwikkelaar is overeengekomen dat bij de bouwaanvraag de benodigde bodeminformatie zal worden aangeleverd.