8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en:
-
a. de aanvrager van de bouwvergunning heeft een rapport overlegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologisch waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, worden door de bouwactiviteiten niet geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning voorschriften te verbinden, gericht op:
-
1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden, zoals alternatieve funderingsmethoden of beschermende bodemlagen;
-
2. het doen van archeologische opgravingen;
-
3. begeleiding van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
-
c. het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing indien:
-
1. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en/of alleen de bestaande fundering wordt benut;
-
2. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 500 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht;
-
3. het te bebouwen oppervlak een omvang heeft dat kleiner is dan 100 m².
8.3 Aanlegvergunning
8.3.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van het college van burgemeester en wethouders de volgende werkzaamheden uit te voeren:
-
a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
-
b. het verlagen van het waterpeil;
-
c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
-
d. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
-
e. het aanleggen van bos of boomgaard, of het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
-
f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
-
g. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
8.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
Het verbod als bedoeld in lid 8.3.1 is niet van toepassing indien:
-
a. het werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 500 cm onder het maaiveld en het gebied van de werken een omvang heeft dat kleiner is dan 100 m²;
-
b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
-
c. de werken en/of werkzaamheden het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
-
d. de werken en werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
8.3.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning
Een aanlegvergunning wordt verleend indien:
-
a. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologisch waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de werken niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning voorschriften te verbinden, gericht op:
-
1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden;
-
2. het doen van archeologische opgravingen;
-
3. begeleiding van de werken door een archeologisch deskundige.
8.3.4 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van lid 8.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.