direct naar inhoud van 6.2 Opbouw regels
Plan: Katwijk Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATkatwijkmidden-va01

6.2 Opbouw regels

6.2.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Begrippen die in de regels worden gebruikt en die uitleg behoeven, worden in dit artikel uitgelegd.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel bevat technische regelingen om onder andere oppervlaktes, hoogtes, dieptes en breedtes te kunnen bepalen.

6.2.2 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:

Artikel 3 Bedrijf

In het plangebied komt één bedrijf voor. Dit betreft de opslaglocatie van Rijkswaterstaat langs het Uitwateringskanaal. Deze is bestemd als Bedrijf. Binnen de bestemming Bedrijf zijn zowel bedrijven toegestaan, alsmede opslag, groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

Het bovengenoemde bedrijf is toegestaan voor zover deze behoort tot de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijvigheid. De milieucategorie van dit bedrijf wordt bepaald aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', die is opgenomen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan. Binnen de bestemming Bedrijf zijn bedrijven uit categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' algemeen toelaatbaar.

Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de op de digitale verbeelding aangegeven bouwvlakken. Op de digitale verbeelding en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven.

Het bevoegd gezag kan gebruikmaken van een afwijkingsbevoegdheid om bedrijfsactiviteiten toe te staan die genoemd worden in twee categorieën hoger dan algemeen toelaatbaar is en voor bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, op voorwaarde dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.

Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het toestaan van meer kantoorvloeroppervlakte mits het kantooraandeel niet meer dan 50% van de brutovloeroppervlakte van het bedrijf bedraagt.

Artikel 4 Centrum

De bestemming Centrum is toegepast wanneer sprake is van een dorps- of stadscentrum in planologische/stedenbouwkundige zin. Hierin zijn verschillende functies mogelijk.

Artikel 5 Detailhandel - Verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg

In het plangebied komt één verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG voor. Dit betreft het tankstation aan de Koningin Julianalaan. Binnen de bestemming is uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen toegestaan met bijbehorende voorzieningen.

Bebouwing ten dienste van de bestemming mag binnen het bestemmingsvlak worden gerealiseerd. In de regels zijn de maximale omvang en bebouwingshoogte aangegeven.

Artikel 6 Gemengd

Van de bestemming Gemengd is, conform het handboek gebruikgemaakt als gebieden met meerdere, van elkaar verschillende uitwisselbare hoofdfuncties hebben, zonder dat van een centrumfunctie sprake is. Uitgangspunt is het aanhouden van de vigerende regeling.

Artikel 7 Groen

De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen maar ook voor voet- en fietspaden en brughoofden.

Artikel 8 Horeca

Binnen de bestemming Horeca is horeca toegestaan volgens de indeling van horeca-categorieën van de gemeente Katwijk, welke in het artikel 'begrippen' is gespecificeerd. Alle horecavoorzieningen passen binnen de algemene toelaatbaarheid.

Artikel 9 Kantoor

De bestemming Kantoor is opgenomen voor het bankgebouw aan de Rogstraat 2.

Artikel 10 Maatschappelijk

Maatschappelijke functies, waaronder de kerk, scholen en begraafplaats, zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijk.
In het bestemmingsplan zijn de gronden voor de schoolgebouwen en schoolterreinen dus ook bestemd als 'Maatschappelijk'. Aangezien de gemeente Katwijk haar medewerking wil verlenen aan multifunctioneel gebruik van de schoolgebouwen en de schoolterreinen (deze worden immers steeds vaker voor bredere activiteiten dan louter scholing gebruikt), is de bestemming zo ruim en flexibel mogelijk gehouden zonder specifieke functieaanduidingen, zoals 'school'. Op deze manier wordt gegarandeerd dat het gebruik van het schoolgebouw en het schoolterrein ook buiten de reguliere schooltijden mogelijk is door medegebruikers. Bovendien sluit deze wijze van bestemmen aan bij recente uitspraken van de Raad van State inzake het (multifunctioneel) gebruik van schoolpleinen.

Artikel 11 Recreatie

De bestemming Recreatie is gebruikt voor de watersportvereniging en de roeivereniging. Om aan te geven dat de recreatie specifiek bedoeld is in relatie met watersport is de functieaanduiding 'watersport' gebruikt voor de bebouwing en bijbehorende gronden.

Artikel 12 Sport

De voorzieningen die bestemd zijn als Sport zijn het zwembad aan de Piet Heinlaan 5 en de sporthal aan de Stadhoudersdreef 1.

Artikel 13 Tuin

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen en/of zijtuinen bij de woningen. De begrenzing van de bestemming ten opzichte van Wonen is als volgt opgebouwd. De bestemming Tuin is gelegd op 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Ingevolge het BOR en MOR is het in sommige situaties wel mogelijk om gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, te realiseren. Voor omgevingsvergunningsplichtige bouwwerken geldt een afstand van 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Op plaatsen waar gebouwen zijn gerealiseerd op minder dan 3 m achter de voorgevel van een hoofdgebouw, is de bestemming Tuin tegen de bestaande bebouwing gelegd.
De gemeente Katwijk hanteert voor zijkantsituaties langs het openbaar gebied de regel dat bij bestaande situaties in een zone van 2 m uit het openbaar gebied, erfbebouwing dient te worden uitgesloten. Deze zone van 2 m is het vertrekpunt. In voorkomende gevallen waarbij het wenselijk is om meer dan 2 m aan te houden is maatwerk toegepast. Bij grote percelen of bij wijken met een groen karakter kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn om meer ruimte aan te houden.
Daarnaast geldt de regel dat indien achter het perceel een rij hoofdgebouwen staat (hoeksituaties), de grens van genoemde zone nooit voor de voorgevellijn van deze hoofdgebouwen komt.
In de bovengenoemde zone geldt als uitzondering dat erfafscheidingen met een bouwhoogte van 2 m mogen worden gerealiseerd.

Binnen de bestemming Tuin zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan. Daarnaast is er een bouwregeling opgenomen om beperkt mogelijkheid te bieden aan erkers ten behoeve van de bij de aangrenzende bestemming Wonen behorende hoofdgebouwen.

Artikel 14 Verkeer

Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.

Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied

Het openbaar gebied in Katwijk Midden heeft een verblijfs- en verplaatsingsfunctie. Deze gronden zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en reclame-uitingen

Artikel 16 Water

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging zijn bestemd voor Water. In het plangebied zijn vier woonschepen aanwezig.

Artikel 17 Wonen

De woningen zijn voorzien van de bestemming Wonen. Daarnaast zijn in sommige gevallen ter plaatse van enkele functieaanduidingen nog andere functies toegestaan. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. Om de procedures bij de omgevingsvergunningverlening te verkorten is daarnaast het kruimelgevallenbeleid van de gemeente Katwijk (beleid artikel 19.3 WRO oud) in de bestemmingsregeling geïntegreerd.

De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken en bestemmingsvlakken.

Bouwvlakken hoofdgebouwen

Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld een garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de digitale verbeelding bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. De voorste begrenzing van het bouwvlak ligt ter plaatse van de bestaande voorgevel. Ook de achterzijde dient te worden vastgelegd. Op deze wijze wordt de diepte van het hoofdgebouw vastgelegd.
De gemeente Katwijk kiest voor een systematiek waarbij de achterste begrenzing van het bouwvlak ter plaatse van de stedenbouwkundig gewenste achtergevel van de hoofdbouwmassa ligt (= woning exclusief aan- en uitbouwen). Aan- en uitbouwen aan de achterzijde in de vorm van erkers en serres maken onderdeel uit van het erf (woonbestemming, liggen buiten het bouwvlak).

Verschillende typen woningen

SVBP2008 biedt de mogelijkheid om bouwaanduidingen op te nemen voor hoofdgebouwen die vrijstaand, twee-aaneengebouwd, aaneengebouwd of gestapeld zijn gebouwd. De gemeente Katwijk kiest voor een systematiek waarbij vrijstaande, twee-aaneengebouwde en gestapelde woningen een bouwaanduiding hebben.

Maatvoering

Per hoofdgebouw is zowel de goothoogte als de bouwhoogte vastgelegd. Indien er sprake is van een platte afdekking dan is de goothoogte dezelfde als de bouwhoogte.

Bij hoofdbouwmassa's die uit bouwdelen met verschillende hoogten bestaan en waarbij die hoogten relevant zijn voor het aanzien van de bouwmassa, zijn de verschillen in hoogten bestaande uit minimaal één bouwlaag (groter dan 3 m) geregeld door middel van hoogtescheidingslijnen (maatvoeringsaanduiding).

Erfbebouwing

De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen. Erfbebouwing is buiten het bouwvlak toegestaan, volgens een erfbebouwingsregeling in de planregels. Het harmonisatiebeleid van de gemeente is uitgangspunt voor de erfbebouwingsregeling.

Artikel 18 Wonen - Garage

In dit artikel worden de garages, behorende bij de woningen geregeld.

Artikel 19 Leiding - Gas

In het plangebied is een aantal planologisch relevante gasleidingen aanwezig. Deze is voorzien van de dubbelbestemming Leiding - Gas.
Bouwen ter plaatse van deze dubbelbestemmingen is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouw zijnde, is een omgevingsvergunningsplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag.

Artikel 20 Leiding - Water

In het plangebied is een planologisch relevante watertransportleiding aanwezig. Deze is voorzien van de dubbelbestemming Leiding - Water.
Bouwen ter plaatse van deze dubbelbestemmingen is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouw zijnde, is een omgevingsvergunningsplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag.

Artikel 21 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied

In het plangebied is de dubbelbestemming met betrekking tot archeologie opgenomen: 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied'. Deze gronden zijn bij wijze van dubbelbestemming bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het overgrote deel van de gemeente Katwijk geldt dat al direct onder de bouwvoor, vanaf circa 30 cm beneden het maaiveld, archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. De dubbelbestemming voorziet in de noodzaak tot archeologische toetsing in het geval van een geldende middelhoge tot hoge archeologische verwachting ongeacht de exacte diepte waarop deze archeologie mogelijk aanwezig is, omdat het bepalen daarvan feitelijk deel uitmaakt van een eerste onderzoeksstadium, namelijk een verkennend archeologisch onderzoek. Vergunningaanvragen verschillen in de mate van en diepte van beoogde bodemverstoringen door bouw- en/of aanlegactiviteiten, bijvoorbeeld het verschil tussen plaatfundering versus onderheien. Bij elke vergunningaanvraag wordt daarom altijd nog specifiek bekeken tot op welke diepte de betreffende activiteit bodemverstoring tot gevolg heeft en of dat gevaar voor mogelijk aanwezige archeologie met zich mee brengt. Indien blijkt dat dergelijk gevaar niet bestaat kan over worden gegaan tot verlening van de vergunning zonder nadere archeologische onderzoekseisen. Indien er wel een gevaar voor mogelijk aanwezige archeologie bestaat kan de gemeente op basis van het bestemmingsplan, de Monumentenwet 1988 (artikel 40) en de Woningwet, een nader archeologisch onderzoek als voorwaarde voor verlening van de vergunning opleggen. Een bevoegdheid tot afwijken van de archeologische onderzoeksplicht zal ook volgen indien uit de ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen blijkt, en aantoonbaar is, dat de bodemverstoringen die plaats zullen vinden niet dieper rijken dan bodemverstoringen die ter plekke al eerder hebben plaatsgevonden.
Indien verkennend archeologisch onderzoek uitwijst dat binnen een gebied archeologische waarden of verwachtingen afwezig of te diep gelegen blijken te zijn dan worden de regels voor dat betreffende gebied daar op aangepast in het kader van toetsing. De nuanceringen die hieruit volgen worden meegenomen binnen de herzieningen van oude en bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. Ten behoeve daarvan is in de regels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

6.2.3 Algemene regels

Artikel 22 Anti-dubbeltelregel

Deze regel dient te voorkomen dat situaties ontstaan welke niet in overeenstemming zijn met de bedoeling van het plan. Daar voor een gebouw een zeker open terrein is vereist, wordt via de anti-dubbeltelregel voorkomen dat eenzelfde terrein twee keer wordt 'meegenomen' bij de beoordeling van een bouwaanvraag. Grond die al eerder moest worden meegeteld bij de beoordeling van een bouwplan mag niet nog eens worden meegeteld bij een nieuwe bouwaanvraag.

Artikel 23 Algemene bouwregels

In dit artikel zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 3 van dit artikel is onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen.

Artikel 24 Algemene aanduidingsregels

In dit artikel zijn regels opgenomen ten behoeve van gebiedsaanduidingen die over meerdere bestemmingen zijn gelegen. In dit plan betreft dit de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie' en 'beeldbepalend groen'.

Artikel 25 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden.

Artikel 26 Overige regels

In dit artikel zijn overige regels opgenomen waaronder de werking van wettelijke regelingen ten tijde van de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

6.2.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 27 Overgangsrecht

Bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het plan bestaan of waarvoor een bouwvergunning dan wel een omgevingsvergunning is aangevraagd, mogen blijven bestaan, ook wanneer dit strijdig is met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd worden.

Artikel 28 Slotregel

In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald. Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Katwijk Midden.