Plan: | Haven, fase 2 (zuid) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKAThavenfase2z-va02 |
Het Prins Hendrikkanaal dateert van 1879. Het gebied langs het kanaal en het oorspronkelijke dorp was bedoeld voor op het water georiƫnteerde bedrijvigheid, in het bijzonder de zeevisserij. Langs het kanaal en de Haringkade ontwikkelde zich een industriegebied, met naast visverwerkende bedrijvigheid een energiebedrijf en chemische industrie.
In de loop van de vorige eeuw is aan weerszijden van het gebied woningbouw gerealiseerd. Aan het einde van de vorige eeuw is een begin gemaakt om het hele gebied rondom het Prins Hendrikkanaal te herontwikkelen tot woningbouw. Halverwege de jaren '90 is bestemmingsplan "Prins Hendrikkanaal e.o." opgesteld, dat de basis vormt voor de verdere uitwerkingsplannen. Op basis van dit moederplan en de uitwerkingsplannen is in 2001 aan de westzijde van het kanaal het (woon)gebied Princehaven gerealiseerd, met winkels aan de kop van het Prins Hendrikkanaal, de zogenaamde zwaaikom. In 2005 is voor de ontwikkeling van de oostkant van het Prins Hendrikkanaal herzieningsplan Haven, fase 2 (zuid) vastgesteld. Door veranderingen in de markt is dit plan echter slecht uitvoerbaar. Om die reden wordt voor het gebied een nieuw bestemmingsplan gemaakt.
Gelet op de belangen van de gemeente in het havengebied is het initiatief genomen om zelf een alternatieve visie voor de locatie op te stellen. Voor deze alternatieve visie zijn twee adviseurs geraadpleegd. Het Rigo heeft een rapport opgesteld waarin de voor- en nadelen van verschillende typen woningen op deze locatie worden omschreven. De conclusie van dit rapport is dat de realisatie van laagbouwwoningen in de huidige marktomstandigheden de voorkeur heeft, met name vanwege de grotere faseerbaarheid van de bouw en de mogelijkheid om een flexibeler met de woninggrootte om te gaan. De Leeuw Makelaardij is verder ingegaan op de voorgestelde stedenbouwkundige planopzet. Ook in haar advies worden de grondgebonden woningen als positief en passend bij de Katwijkse vraag gezien. De behoefte aan niet te dure woningen wordt in beide adviezen benadrukt. Deze alternatieve visie vormt de basis voor het nieuwe bestemmingsplan. De visie bestaat uit een gewijzigd (woon)programma, een nieuwe stedenbouwkundig opzet en een bijpassende nieuwe richting voor de beeldkwaliteit van de bebouwing. Het Rigo rapport is als bijlage bij de toelichting toegevoegd.