direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Gas
Plan: Duinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATduinen-va01

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor:

  • a. een hoofdgastransportleiding;

met daarbij behorende:

  • b. belemmeringenstrook
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de aardgastransportleiding.
20.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde bij de andere aldaar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden, binnen een bebouwingsvrije zone van 4 m aan weerszijden van de leiding, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, anders dan bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van een aardgastransportleiding;
  • b. in afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden, geen risicogevoelige bouwwerken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • d. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
20.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van het in dit artikel betreffende artikel 20.2 sub a en d, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten en indien vooraf advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas en de bijbehorende bebouwingsvrije zone, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. wegen of paden aan te leggen en andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • b. diepwortelende beplantingen en bomen aan te brengen of te rooien;
  • c. andere kabels en leidingen aan te leggen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur aan te brengen;
  • d. voorwerpen in de bodem in te drijven;
  • e. grondbewerkingen uit te voeren, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. sloten, vijvers en andere wateren aan te leggen, te vergraven, te verruimen of te dempen.
20.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod van het in dit artikel betreffende artikel 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor wordt afgeweken van de regels, zoals bedoeld in artikel 20.3, of;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen of;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
20.4.3 Toetsingskader voor omgevingsvergunning voor het aanleggen

De werken en werkzaamheden zoals in artikel 20.4.1 bedoeld zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in dit artikel 20.4.1 wint het college van burgemeester en wethouder advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.