direct naar inhoud van Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein Valkenburgseweg/'t Ambacht/Katwijkerbroek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATbedrijventrn-va01

Artikel 19 Algemene aanduidingsregels

19.1 Molenbiotoop en molen in stedelijk gebied

De gronden ter plaatse van de aanduidingen "vrijwaringszone – molenbiotoop 100 m" en "vrijwaringszone – molenbiotoop 400 m" zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.

19.1.1 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van nieuw op te richten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 100 m"mag geen bebouwing aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van die molen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 400 m"mag de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en het middelpunt van die molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
19.1.2 Afwijken van bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.1.1 teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing.

19.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan de ingevolge lid 19.1.1toegestane bouwhoogte voor gebouwen;
  • b. het hebben of aanleggen van beplantingen die hoger wordt dan de bouwhoogte die ingevolge lid 19.1.1voor bouwwerken is toegestaan;
  • c. het ophogen van gronden.
19.1.4 Uitzonderingen op verbod

Het in lid 19.1.3 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden betreffen.
19.1.5 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 19.1.3 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast.