Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hillegom, 't Zand
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BptZand-VA01

4.5 Bodem

In het kader van de bestemmingsplanprocedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming (2009). De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Indien sprake is van een functiewijziging zal er in veel gevallen een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd op de planlocatie. Middels dit onderzoek kan in beeld worden gebracht of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen.
 
Verkennend bodemonderzoek
Ter plaatse van de locatie 't Zand 2 (zie afbeelding 12) is door Geofox-Lexmond bv een verkennend bodemonderzoek (bijlage 1) uitgevoerd (d.d. 4 mei 2006).
 
Afbeelding 12: locatie verkennend bodemonderzoek 't Zand 2
 
Tijdens het zintuiglijk onderzoek zijn plaatselijk bodemvreemde materialen aangetroffen in de vorm van puin. Een boring inpandig is gestaakt. Onder het asfalt is een stabilisatielaag aanwezig. Bij het chemisch onderzoek is in één mengmonster van de bovengrond een licht verhoogd gehalte minerale olie aangetoond. In een overig mengmonster van de bovengrond is een licht verhoogd gehalte aan PAK aangetoond. In de ondergrond is in een mengmonster een licht verhoogd gehalte aan PAK aangetoond. Verder is in de ondergrond een licht verhoogd gehalte aan DDT/DDE/DDD (som) aangetoond. In het grondwater van peilbuis 4 is een licht verhoogd gehalte chroom en een licht verhoogd gehalte aan xylenen aangetoond. In de peilbuis uit het voorgaand onderzoek is een sterk verhoogd gehalte aan arseen aangetoond en een licht verhoogd gehalte aan chroom. De oorzaak van het sterk verhoogde gehalte aan arseen in het grondwater is onbekend. Het verhoogde gehalte is plaatselijk en waarschijnlijk van natuurlijke oorsprong.
Het uitgangspunt van het verkennend onderzoek (onverdacht terrein) wordt op basis van de aangetoonde verontreinigingen verworpen. Nader onderzoek is niet noodzakelijk. Het terrein is geschikt voor het voorgenomen gebruik (wonen met tuin).
 
Verkennend (water)bodemonderzoek
Ter plaatse van de locatie 't Zand 10 (zie afbeelding 13) is door Geofox-Lexmond bv een verkennend (water)bodemonderzoek (bijlage 2) uitgevoerd (d.d. 1 mei 2006).
 
Afbeelding 13: locatie verkennend (water)bodemonderzoek 't Zand 10
 
Bodem
Tijdens het zintuiglijk onderzoek zijn slechts plaatselijk bodemvreemde materialen waargenomen in de vorm van puin. In de nabijheid van de olie-water scheider van de garage, net buiten de garage is in de grond plaatselijk een sterke verontreiniging met minerale olie aangetoond. Er is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De minerale olieverontreiniging is beperkt van omvang. De ondergrond van de hele onderzoekslocatie (oude maaiveld) is licht verontreinigd met bestrijdingsmiddelen. bij het chemisch onderzoek zijn verder geen noemenswaardige verontreinigingen aangetroffen. Het uitgangspunt van het verkennend onderzoek (onverdacht terrein) wordt op basis van de aangetoonde verontreinigingen verworpen. Aanvullend onderzoek is niet noodzakelijk. Het terrein is geschikt voor het voorgenomen gebruik (wonen met tuin).
 
Waterbodem
De baggerspecie uit de watergang achter de loods en half open loods wordt ingedeeld in klasse 2 op basis van het gehalte aan PAK. De specie die vrijkomt bij eventuele onderhoudsbaggerwerkzaamheden van dit traject mag over een breedte van maximaal 20 meter op grenzende percelen worden verspreid. De verspreiding mag niet plaatsvinden in onevenredig grote hoeveelheden. De specie dient op korte termijn na het op de kant zetten gelijkmatig verspreid te worden.
   
Conclusie
Omdat in onderhavig geval sprake is van een functiewijziging zijn er bodemonderzoeken uitgevoerd op de planlocatie. Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek en het verkennend (water)bodemonderzoek voor de locaties 't Zand 2 en 't Zand 10 volgt vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaar tegen de ontwikkeling van onderhavig plan.