4.4 Geluid
De mate waarin het geluid, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh).
De kern van de wet is dat geluidsgevoelige objecten, worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving. In de Wgh worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh):
- woningen;
- geluidsgevoelige terreinen (terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan categorale en academische ziekenhuizen, verpleeghuizen, woonwagenstandplaatsen);
andere geluidsgevoelige gebouwen (onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen die zijn aangegeven in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh):
- verzorgingstehuizen;
- psychiatrische inrichtingen;
- medisch centra;
- poliklinieken;
- medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen.
Voor voorliggend bestemmingsplan is het wegverkeerslawaai en het spoorweglawaai van belang. Omdat onderhavig plan voorziet in de realisatie van geluidsgevoelige bestemmingen, namelijk wonen, is een akoestisch onderzoek (bijlage
1) uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau Nieman B.V.
Wegverkeer
Voor het wegverkeerslawaai is geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarde overschreden wordt. De overschrijding blijft onder de maximale ontheffingswaarde, tevens voldoet het aan het ambitieniveau zoals opgenomen in het hogere waardebeleid van de gemeente. Een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde middels een hogere waarde procedure blijft noodzakelijk.
Spoorverkeer
Voor spoorweglawaai is geconcludeerd dat eveneens de voorkeursgrenswaarde overschreden wordt. De maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Het plan voldoet echter niet aan het ambitieniveau van de gemeente Hillegom. In het akoestisch onderzoek wordt er echter op gewezen dat het plan dankzij de stedenbouwkundige opzet een binnengebied wat voor spoorweglawaai nagenoeg geluidsluw is, maar drie woningen nabij de Parallelweg zijn licht geluidsbelast.
Voor het onderzoek zijn een aantal geluidsreducerende maatregelen onderzocht. Het gaat om geluidsreducerend asfalt, raildempers en het plaatsen van een scherm. Het asfalt en de dempers reduceren het geluid, het scherm zeer beperkt op de gevel. Het scherm is daarmee niet kosteneffectief. De andere twee maatregelen zijn afhankelijk van onderhoudswerkzaamheden in de nabije toekomst door de rail-, en wegbeheerder. Wanneer deze maatregelen met onderhoudswerkzaamheden gecombineerd kunnen worden zijn deze mogelijk kosteneffectief.
Conclusie
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat niet voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarden. Ontheffing is noodzakelijk. De noodzakelijke ontheffing is op 25 oktober 2011 door het college van burgemeester en wethouders op grond van de Wet geluidhinder verleend.